Stella drake en de steen van wederkeer

De wedstrijd

Ik werd om 7 uur wakker. Ik had goed geslapen, dat was voor het eerst sinds dat ik er achter kwam dat ik een halfgod was. Ik stond op en keek ok me heen. Ik trok mijn kleren aan. Pakte mijn spullen en verliet mijn kamer. Ik ging naar de training zaal. Om nog even te oefenen. Ik deed mijn oortjes in en ging tijdens mijn oefeningen muziek luisteren. Het ging veel beter dan gisteren. Het was half 9 dus ik ging terug naar mijn kamer douchte en deed nieuwe kleren aan. Om 9 uur ging ik snel wat eten naar binnen werken. De rest was er al. Ik at mijn boterham. We waren al klaar dus verlieten we de onderwereld om 09:15. Om 10 uur begon de wedstrijd. Ik keek op het blaadje waar we naar toe moesten gaan. Toen we het hadden gevonden. Zag ik veel mensen staan. En achter kooien monsters. Er kwam een meisje naar ons toe. Ze zag er gevaarlijk uit en zei wat is je naam. Stella Drake antwoordde ik. Oké, je kent de spelregels zo niet ben je doodt zei ze toen liep ze weg. Ik hoopte dat ze het laatste stuk je niet meenden. Ik zag mijn naam op een scherm ik moest tegen Gorgon. Ik wist wat het waren. Goed zie ik achter stond welke arena ik moeste. Ik liep er naar toe er stond een Gorgon. Ik slikte. De wedstrijd begint over 3 secondes 3...2....1 start. De Gorgon deedt de eerste zet ik sloeg naar zwaard af met de mijnen. Ik dacht aan vuur daar kunnen ze niet tegen. Voor dat ik het wist stond mijn zwaard in brand. De Gorgon sissende dat is niet eerlijk. Ik antwoordde: het leven is niet eerlijk. En raakte haar in der buik ze gilde het uit. Mijn wedstrijd was af gelopen. Ik pakte wat water en ging op een bankje wachten. Ik zag de rest op de tribune zitten. Ze zwaaide. Ik zwaaide terug. Ik zag dat er 4 mensen werden weg getrokken. Ze waren doodt. Omg ik wilde gillen dit gaat dus wel op leven en dood. Daarna zag ik mijn naam weer op het boordt. Een eindtje later. Ik had al 7 wedstrijden gewonnen. Het werd steeds zwaardere. De laatste had ik bijna niet gewonnen. Ik was nog over me een jongen. Hij kwam naar me toe en zie mogen de beste winnen. Ja inderdaad zei ik. Opeens kwam mijn naam om het bord samen met die van hem we moesten tegen elkaar. Ik schrok. We liepen naar de arena. Ik was nog steeds in schok van het. We ging tegen over elkaar staan de wedstrijd begon. Hij was snel en goed. Ik ontweek hem maar net ik raakte hem van achter. Maar het geveste van hem weerde af. We stonden tegen over elkaar. Hij riep opeens zon licht op. Het verblinden me. Hij was een zoon van Apollo. Als hij het zo gaat spelen kan ik dat ook. Ik riep snel schaduw op. Als ik een seconden te laat was was ik er geweest. Ik sloeg het zwaard van me af. En veel aan ik liet me zelf kopiëren met zielen. Ik heb het nog nooit gedaan, ik wilde liever de krachten van mijn moeder niet gebruiken, maar ik moest winnen. Hij wist niet meer waar ik wist door de kopieën van me zelf. Ik viel hem aan en raakte hem in zien arm. Hij viel. Ik zei doe als of je dood bent. Dan hoef ik je niet te vermoorden. Hij kon niks meer zijn zwaard was aan de andere kant belangt. Hij zie oké. Ik snee me zelf deed het bloed op mijn zwaard. Ik hield mijn zwaard in de lucht. Ik hoorde gejuich van de tribune. Het was afgelopen. Mijn vrienden kwam bij de ingang waar we hadden afgesproken. Goed gedaan Percy gaf high five. James zei heb je echt mijn broer vermoord. Hij keek me boos aan. Nee, zie ik heb het gefakt. Ik heb hem onder zijn oksel geraakt. En sloeg zijn zwaard weg. Ik zei dat hij moest doen of hij dood. En snee mezelf in mij hand. Ik liet de snee zien. Ooo sorry dat ik boos werdt. Nee ik snap het zei ik. Kom we gaan de helm halen. Toen ik langs een deur liep. Hoorde ik 2 persoon tegen elkaar praten. Hij is niet gekomen zie persoon 1 . Persoon 2; ja inderdaad wat doen we met de helm. Persoon 2 we geven bet meisje een neppe helm die ziet het verschil toch niet. Persoon 1 het is een halfgod en er zijn heel veel hier we kunnen ze lokken en eten ze dan op. Ik hoorde dat ze het er beide mee eens zijn. Ik rennende naar de rest en toe en vertelde ze het. James pakte mijn hand en zei is ga ik je hand genezen de wond ging dicht. Dankjewel zei ik. We stormde de ruimte binnen. Ik zag een de 2 mannen staan. Ze hadden een helm in hun hand die veel macht uit straalde. De helm van duisternis hoorde ik Laura zeggen. Ik keek de mannen aan geef het aan ons zei ik. Ja echt niet zei hij. Goede dan gaan we jullie vermoorden. De mannen veranderde naar hun echt vorm het was kekrops. Naast me zie Laura maar dat kan niet. Jij bent een beschermer van Athene. Dus hij is goed zei ik. Ja zei Laura. Maar de kekrops viel James aan met een speer. James sloeg hem weg. Uhm meiden even help hier. Ik, Laura en de jongens gingen meteen een aanval. Ik keek naar de ogen van kekrops ze waren zwart maar er leek iets in te zitten. Zijn slangen staart had Laura te pakken, maar Percy kwam van achter aan gerent en sprong op kekrops en ging met zijn zwaard door het hoofd heen. Het veranderde in goud poeder. Nico pakte de helm. Kom we gaan zei hij.