13

9 1 0
                                    


De vloer beweegt.

Mijn adem stokt. Het voelt vloeibaar aan. Ik probeer mijn evenwicht te behouden. De hitte van de vloer gaat dwars door mijn schoenen heen.

Ga ik verder?

Ik doe mijn hand voor mijn ogen weg. Het felle licht verblind me. Nee, dit heeft geen zin. Ik draai me om. Maar mijn voeten zitten vast aan de vloer. Ik kijk naar beneden en zie dat mijn schoenzolen zijn vastgesmolten. Ik raak in paniek. Ik moet hier nu weg. Ik doe met een ruk mijn voet omhoog. Maar mijn schoen blijft vast aan de vloer. Ik buig me voorover. Er zit maar een ding op. Ik grijp naar mijn veters. Snel maak ik ze los. Ik moet rennen, want anders verbrand ik mijn voeten. Ik hou mijn adem in. Misschien is het niet zo erg? Misschien is het net zoals op hete kolen lopen? Daar doen mensen ook niet moeilijk op. Ik ga op mijn schoenen staan. Drie. Twee. Een. Go!

Ik spring zo ver mogelijk naar de uitgang en zet het op een rennen. Mijn sokken worden heet. Ik bijt de pijn weg. Ik moet hier nu uit zien te komen. Ik voel mijn voeten verbranden. Ik blijf doorrennen. Tranen springen in mijn ogen terwijl mijn voeten over de hete vloer bewegen. 'Niet stoppen.' Zeg ik tegen mezelf. 'Niet naar beneden kijken.' Zeg ik daarna.

'En niet langzamer gaan.' Ik hou mijn adem in en blijf doorrennen. De hitte gaat door naar mijn kuiten en ik heb het gevoel dat mijn benen in de fik staan. Ik blijf rennen. Ik kan niet stoppen. Ik mag niet stoppen. Ik kom bij de hoek en ik grijp me vast aan de muren en trek mezelf de hoek om. Terwijl ik de hoek om vlieg blijven mijn handen vastplakken aan de muur waardoor ik val. Ik lig op de vloer terwijl mijn handen aan de muur zitten. De hitte is al een stuk minder, want anders had ik het al uitgeschreeuwd. Denk ik.

Ik ruk mijn handen los. Ze zitten helemaal onder de roze slijm van de muren. Ik maak een vies gezicht. Gatver. Ik kijk naar mijn voeten. Tot mijn verbazing is er niets meer van mijn sokken over behalve het elastiek aan mijn kuiten. De rest is allemaal verbrand. 'Uhuh, "Je kunt het roze slijm gewoon drinken."' Zeg ik sarcastisch. 'My ass.'

Ik masseer mijn voeten. Ze zitten vol met blaren. Ik bijt in mijn wang. Shit, dit doet echt veel pijn. Maar ik moet weer terug. Ik moet weg van deze kamer. Ik sta op en val gelijk tegen de muur aan. Het slijm gaat door mijn shirt heen. Ik slik het weg en loop verder met mijn zij tegen de muur. Mijn voeten sleep ik zowat achter me aan. Ik volg mijn roze-voetstappen terug. Hoe verder ik van de kamer ga, hoe kouder de vloer wordt. Het voelt wel lekker aan, maar uiteindelijk begint het weer pijn te doen. Ik neem om het kwartier pauze. De roze vloeistof gaat nog steeds met een vaart door de muren heen. Het gaat niet langzamer. Het blijft snel gaan. Ik blijf verder lopen. Ik denk dat ik straks flauw ga vallen. Mijn voeten beginnen steeds meer pijn te doen. Ik stop met lopen en zak tegen de muur aan. Ik staar naar mijn voeten. Het voelt aan alsof ze weer in de fik staan. Maar tot mijn verbazing zijn ze dat niet. Ik wrijf over de onderkant van mijn voeten heen. Maar raar genoeg voel ik de blaren niet meer. Ik kijk naar mijn voeten. Vervolgens naar mijn handen. Ben ik aan het hallucineren? Ik kijk nog een keer naar mijn voeten. Maar ik zie het nog steeds. Ik sluit mijn ogen terwijl ik nog een keer mijn voeten voel. Nee, dit kan niet.

De wonden zijn weg.

Ik open mijn ogen weer en ik staar naar mijn voeten. Ik bekijk aandachtig al mijn tenen. Elke centimeter wordt nauwkeurig onderzocht. Maar er is geen enkel spoor meer van de verbranding. Alleen nog maar mijn kapotte sokken, die duidelijk wel verbrand en versmolten zijn. Het enige wat nu op mijn voeten zit is het roze slijm. Letterlijk al mijn wonden zijn weg. Ook die ik al had voordat ik hier kwam. Alle littekens zijn weg. Ik haal adem. Mijn voeten doen ook geen pijn meer. Ze voelen nu gewoon warm aan. Ik staar verward naar het roze slijm dat op mijn voeten zit. Heeft dat slijm mij genezen? Dat slijm? Dat vieze roze goedje dat naar zwavel stinkt, heeft mij genezen?

Wat. De. Fuck.

Ik sta op, en blijf voor een aantal seconden stilstaan. De pijn is volledig weg. Het voelt nu hetzelfde aan als van tevoren. Ik zet voorzichtig een stap, maar vervolgens glijd mijn voet weg en verlies ik mijn evenwicht. Ik val met een harde dreun op de grond. Ik bijt het weg, en sta gelijk weer op. Ik klamp me vast aan de muur en in schuif langzaam vooruit. Of tenminste, dat denk ik. Want ik glij vervolgens weer verder. Ik kan niet stoppen met glijden en mijn voeten blijven maar bewegen. Mijn armen proberen houvast in de lucht te vinden, maar natuurlijk heeft dat helemaal geen zin. Ik zwaai met mijn armen om me heen, in de hoop om mijn evenwicht te behouden, en na tien seconden lukt het. Maar ik glij ondertussen gewoon door. Ik hou me vast aan de muur, waardoor ik tot stilstand kom. Ik zet mijn voeten goed neer en ik denk aan schaatsen. Het is ongeveer hetzelfde, toch? Dus ik zet me af, en ik glij met een vaart door de gang heen. Ik ga steeds sneller. Een lach verschijnt op mijn gezicht. Dit is eigenlijk best leuk. Ik schuif met mijn voeten over de grond heen en ik buig mijn rug voorover. Ik ga steeds sneller en sneller. Er komt een bocht in de gang. Ik draai mijn voeten met een kwartslag om waardoor ik stop. Tot mijn verbazing val ik net niet. Ik hou me vast aan de muur en ik zet me vervolgens weer af. Misschien zou ik wel een goede schaatser zijn? Dat zou wel gaaf zijn, denk ik. Ik schuif door de gang heen. Het valt me nog steeds op dat de roze vloeistof zich niet langzamer door de muur beweegt. Moet ik me daar zorgen om maken? Nee, denk ik. Ik ga nog sneller door de gang heen. Ik voel wel dat ik meer grip krijg op de vloer. Misschien is het roze slijm er wel bijna vanaf? Ik stop met het schaatsen. Ja, het is er bijna helemaal vanaf. Ik ga er met mijn hand overeen en zucht. Ik had het net een beetje naar mijn zin. Ik kijk om me heen. Misschien kan ik wat roze slijm uit de muur halen? Ik hou mijn hand tegen de muur en ik wacht totdat er een lading roze slijm langskomt. En ja hoor! Hebbes. Maar door de vaart die het slijm heeft komt er ook een deel op mijn gezicht. Ik spuug het uit en veeg het af. Smerig. De zwavelgeur overwelmt me. Ik denk dat ik moet overgeven. Maar ik hou het net in. Ik smeer de slijm weer op mijn voeten, en begin vervolgens door mijn mond heen te ademen zodat ik de geur minder goed ruik. En vervolgens ga ik weer verder met mijn "Elfstedentocht." Richting de bestuurdersruimte.

Superheld of superschurk?Where stories live. Discover now