3

19 2 0
                                    



'Wacht, we kunnen ook misschien dit gebruiken.' Ik wijs naar een jetpack. We zijn onze spullen aan het inpakken, of tenminste, hij is zijn spullen aan het inpakken. Ik heb niets. Hij neemt veel te veel mee, maar dat is zijn probleem, en niet de mijne. Hij gooit zijn enorme hiketas op de tafel terwijl hij een jetpack pakt. 'Brilliant!' Hij doet hem om, maar hij heeft hem ondersteboven aan. Ik knijp in mijn neusbrug. Waarom moet hij zo dom zijn? Godallemachtig. Ik denk niet dat ik dit nog veel langer vol kan houden. 'Je hebt hem verkeerd om.' Ik loop naar hem toe en trek de jetpack van zijn rug af en draai hem om. 'Gebruik nou eens je verstand John.' Ik pak mijn eigen jetpack en doe hem om. John lacht naar me. 'Waar zou ik toch zonder jou zijn Levi.' Ik draai met mijn ogen. 'Waarschijnlijk vastgeboord in de grond.' Zeg ik sarcastisch. Ik wil hier weg, de tijd dringt. 'Oké, ben je nou eindelijk klaar? Of wil je nog een trolly meenemen?' Ik doe de deuren open. De frisse lucht stroomt naar binnen. Ik kijk achterom. John heeft zijn gigantische hiketas op zijn buik en zijn jetpack op zijn rug. Hij ziet eruit als een verdwaalde kampeerder die teveel spullen mee heeft. Als hij eindelijk alles om heeft, loopt hij naar buiten. 'Oké! Let's go!' Hij start zijn jetpack, dat na een paar seconden pruttelen, eindelijk opstijgt. Ik vraag me af of hij niet nog een jetpack nodig heeft, aangezien hoeveel kilo's hij en zijn rugzak wegen. John is altijd al heel groot geweest, hij is ook een zwaargewicht aan spieren. Maar nu heeft hij ook nog die rugzak die zwaarder weegt dan ik. Dit gaat sowieso geen succes worden. Ik zucht terwijl ik mijn jetpack aanzet. Die gaat in een keer omhoog. Ik ben veel sneller dan John, en ik kan ook veel hoger. Maar ik blijf op zijn hoogte en snelheid vliegen, want ik heb nog steeds die halsband om. Volgens mij is het een tracer met een leuk stroom wapen in zich. Dus het is niet slim als ik er nu vandoor ga als hij mij toch kan traceren of dat hij mij tasert. Ik blijf wel dichtbij hem. Is misschien toch wat slimmer. En ik denk dat hij het toch niet lang vol blijft houden met vliegen vanwege al dat gewicht. Binnen de kortste tijd stort hij wel naar beneden, en dan kan ik de sleutel uit zijn zak pakken en mezelf bevrijden. Win-win. Nou... Oké niet helemaal, maar het komt wel dichtbij. 'Kan dat ding niet sneller?' Vraag ik. John slaat hevig op alle knopjes, maar er gebeurd niets. 'Nee, ik denk dat hij kapot is.' Hij begint nog heviger te slaan. Ik zie het al gebeuren. We zijn nog niet eens halverwege, en hij gaat nu al naar beneden storten. John's jetpack begint weer te pruttelen. Hij gaat steeds langzamer. En ja hoor; Daar gaat hij. Met een harde knal stopt de motor, en John's gezicht staat in paniek. Hij kijkt me in nog minder dan een seconde aan en valt dan naar beneden. Hij schreeuwt het uit. Ik grijns. Eindelijk ben ik van hem af. Eindelijk...

Maar ik hoor nog steeds geen knal. Geen teken dat hij de grond heeft aangeraakt. Ik kijk naar beneden. En daar zie ik John, hangend in een boom. Nee, nee, nee! Ik zucht, en vlieg naar beneden. John kijkt me boos aan. 'Waarom hielp je me niet? Ik kon wel dood gaan!' Ik haal mijn schouders op. 'Ik wilde zien wat er zou gebeuren.' Ik begin te grijnzen. John barst uit van woede. Ik laat hem in de boom hangen. Zijn jetpack is kapot, en zijn hiketas ook. Zelf zit hij onder de schrammen. 'Kun je me op tenminste uit deze boom halen?' Hij probeert zich los te worstelen, maar hij zit vast. Ik vlieg naar hem toe en land voorzichtig op de boom. Ik pak zijn hand vast en begin te trekken. Het lukt niet. Maar als ik de jetpack aan zet, dan verbrand ik hem. En dan kan ik wel doei zeggen tegen de sleutels. Ik zucht. 'Houd je buik eens in.' Hij kijkt me boos aan. 'Noem je mij nou dik?' Ik kijk hem aan. Zijn ogen vol woede. Ik knijp in mijn neusbrug. 'Nee, maar je moet toch uit die boom zien te komen? Luister nou eens naar mij. Houd je buik in!' Hij bromt, maar luistert wel naar me. Hij houdt zijn adem in en zijn buik wordt kleiner. 'Oké, bereid je voor.' Ik spring, en doe mijn jetpack aan. John weet al gelijk wat ik wil doen. Hij probeert nog te schreeuwen, maar het is al te laat. Ik doe mijn jetpack uit en ik land op John waardoor hij naar beneden stort. Met een doffe dreun komt hij op de grond. Ik klim naar beneden en ik probeer op mijn weg ook nog wat spullen uit de boom te halen. Als ik zijn jetpack vast heb, zie ik dat hij total loss is. Dit kan ik niet meer repareren. Ik zucht terwijl ik langzaam op de grond land. John wrijft over zijn pijnlijke kont. 'Kon je me eerst niet waarschuwen?' Hij wijst naar zijn kont. 'Dan kon ik me een beetje voorbereiden.' Hij maakt een zielig piepgeluid. Ik zucht. 'Ik zei nog; "Bereid je voor".' Ik schud mijn hoofd. 'Maar daar gaat het nu niet over. We hebben nu een veel groter probleem.' Ik pak de jetpack, dat bijna uit elkaar valt. 'Ik kan dit niet repareren.' Ik leg het neer op de grond. John staart er verlagen naar. Dan wendt hij zijn blik naar mij toe. 'Wat nu?'

Superheld of superschurk?Where stories live. Discover now