9

102 2 0
                                    

- is Gastón echt mijn kind?

Mike staat op en gaat naast Agustín staan.

- sorry gast, we wauw het je al eerder vertellen, maar we vonden dat Caro dat moest doen.

- dat maakt niet uit, ik ben blij, ik wauw altijd al een kind met Caro. Alleen wel spijtig dat ik er niet kon zijn tijdens de zwangerschap. - zegt Agustín.

- ze hoopt dat je terug zou komen, zodat je bij de geboorte had kunnen zijn.

- dat zou ik graag hebben gedaan. Wat je zei over Caro, dat ze niet van Ruggero houd is waar?

- ik denk het wel.

- heb je het adres van Caro?

- ja waarom?

- omdat ik naar haar toe ga. Ik wil met haar praten over dit alles, acheblieft

- ok het is goed, maar alleen omdat ik haar gelukkig wil zien.

Valentina geeft het aders. Agustín stapt in zijn auto en rijd naar het adres. Hij parkeert zijn auto en gaat naar de deur.

Ik had nooit gedacht dit te moeten doen. Ik ben zo nerveus, ik weet dat ze boos op me is en ik begrijp haar. Maar ik wil één gezin vormen zeker nu dat ik weet dat Gastón mijn kind is, of toch half. Ik bel aan. Ik hoop dat Caro open doet en niet Ruggero. Ik ga dood van de zenuwen, dit is nog erger dat dat ik haar vroeg mijn vriendin te worden.

Na een paar minuten doet Caro open met Gastón in haar armen. Als Gastón Agustín ziet begint hij te lachen.

- de kleine is blij me te zien.- zegt Agus tegen Gastón.

- maar zijn moeder minder.

Agustín kijkt op, en kijkt in Caro's ogen die glazig zijn.

- ik ben gekomen om met je te praten.

- ik wil niet praten, ik denk dat alles duidelijk is na ons laatste gesprek.

- ja, toen meschien wel, maar niet na wat ik heb ontdekt.

- en dat is?

- dat Gastón mijn kind is, ons kind.

Caro kijkt even naar Gastón en dat terug naar mij.

- hoe weet je dat?

- Mike en Valentina praten daar over en ik hoorde dat.

- ok het is goed kom binnen.

Ik ga binnen en ga op de bank zitten, met een drieën.

- is Ruggero thuis?

- nee, hij ging uit met vrienden.

- verdachte vind je niet?

- je wauw over Gastón praten, wat wil je?

- tijd door brengen met mijn zoon. Ik weet dat je me niet vertrouwd, maar ik ben zijn vader ik heb het recht om tijd met hem door te brengen.

- nee, Ruggero is nu zijn vader. Hij zorigt voor hem.

- ja dat zie ik. En ik wil ook voor hem zorigen.

- nee.

- Caro, ik weet dat je boos op me bent. Maar ik heb niet voor hem kunnen zorgen toen jij zwanger was of daarna. Ik had daar graag bij geweest.

- en waarom was je er dan niet? Waarom ben je weggegaan zonder uitleg, en na een jaar kon je terug of er niets aan de hand is.

- ik kan niet zeggen waarom, maar ik moest weg. Ik zou het liefst zijn gebleven maar dan was alles nog erger geworden. Dat weet ik zeker. Ik wauw je er niet bij betrekken.

- of het is gewoon een smoes om bij mij weg te komen.

- dat helemaal niet.

- en hoe weet ik dat zo zeker.

- hier door.

Ik leg mijn hand op haar wang en kus haar lippen. Mijn andere hand leg ik onder Gastón's rug zodat hij zeker niet valt. Ik voel dat ze me eerst niet terug kust, maar een paar seconden later wel. Ik wist wel dat ze nog gevoelens voor me heeft. Door gebrek aan lucht moet ik stoppen met haar te kussen.

- ik hou van je, en dat heb ik altijd gedaan, zelfs toen we gescheiden waren.

Ik hoor een lachje. Ik kijk naar Gastón die aan het lachen is.

-Zo te zien vond iemand anders die kus ook leuk, he kleintje.

Gastón lacht nog meer en steekt zijn armpjes uit om door zijn vader gedragen te worden.

- ik denk dat je beter kunt gaan. Ruggero kan op elk moment thuis komen.

- wil je hier echt nog mee door gaan? Ik weet dat je niet van Ruggero houd.

- Agus ik moet denken.

- het is goed, je weet waar je me kunt vinden. Dag kleine, zorig voor je moeder.

Dan gaat Agustín de deur uit. Net als hij in zijn auto wil stappen komt Ruggero thuis.

- wat doe jij hier?

- ik ben al weg maak je geen zorgen.

Hij stapt zijn auto in en vertrekt.

verborgen babyWhere stories live. Discover now