5

117 3 0
                                    


Ik wordt wakker door het geschreeuw van Gastón. De hele nacht is hij stil geweest, komt waarschijnlijk doordat hij gisteren laat is gaan slapen. Ik ga naar zijn kamer, verschoon hem en doe hem ander kleren aan. Ik ga maar benden, eerst laat ik Gastón eten en dan maak ik iets voor mijn eigen. Ik heb nog een halfuur voor ik op het werk moet zijn, het probleem is dat niemand op Gastón kan letten. Olivier moet vandaag gaan werken dus hij kan niet. Ik wil net naar boven gaan om me klaar te maken als ik de bel hoor. Ik neem Gastón beter in mijn armen en ga naar de deur. Als ik de deur open zie ik Agustín voor me staan. Dat laat me er aan herinneren dat hij nog iets belangrijks gisteren moets zeggen.

-Ik moet met je praten, acheblieft.

- het is goed als je me eerst helpt.

- Met wat?

- ik moet me gaan klaarmaken douche, maar ik kan Gastón niet alleen laten, wil je op hem letten?

- ok ik doe het.

- bedankt.

Ik laat hem binnen en geef hem Gastón. Ik ga snel naar boven, douche me en kleed me aan. Ik ga de trap af, ik zie Agustín samen met Gastón spelen. Dat laat me er aan herinneren dat hij zijn vader is. Agustín draait zijn hoofd en kijkt me aan.

- je bent klaar zo te zien. Je bent mooi.

Ik bloos bij zijn woorden. Het is een jaar geleden dat hij dat zei of iemand dat zei buiten mijn broer.

- bedankt.

- kunnen we nu praten.

Ik ga naast hem op de bank zitten, hij heeft nog steeds Gastón in zijn armen.

- waarover wil je praten?

- over Gastón. Ik wil weten wie zijn vader is.

- waarom?

Waarom zou hij dat willen weten, hij weet niet dat hij zijn zoon is, waarom vraag hij dit.

- Gastón is nu ongeveer drie maanden en je bent 9 maanden zwanger geweest, dat betekent dat het ongeveer een jaar geleden gemaakt is. Ik wilde vragen heb je me bedrogen?

- wat nee, dat heb ik nooit gedaan.

- dus hij ontstond na dat ik weg was? Is zijn vader de jong van gisteren die hier was?

- wie?

- degenen die binnen was, die bij Gastón was.

Hij bedoelt Olivier. Ik weet dat we iets meer dan een jaar een relatie hadden, maar hij heeft mijn broer nooit gezien. Hij was in het buitenland aan het studeren. Hij kwam een paar maanden later terug toe ik hem had verteld wat er was gebeurd, kwam hij om met te steunen.

- nee, hij is niet zijn vader maar zijn oom. Olivier is mijn broer

- ow dat wist ik niet.

- dat weet ik hij was in het buitenland.

- vind je het echt zo erg om mijn te vertellen wie zijn vader is?

- ik vind het niet erg, maar het is ingewikkeld.

- ok het is goed. Ik denk dat ik dan terug naar huis ga.

- moet je niet werken?

- nee vandaag ben ik vrij, waarom?

- omdat ik niet weet wat ik met Gastón moet doen, ik moet gaan werken en niemand kan op hem letten.

- ik doe het wel, ik weet niet waarom maar ik voel dat ik een band met hem heb, hij is een leuk kind, hij laat me een beetje aan mijn denken toen ik klein was.

Ik wil zeggen dat dat logis is, maar dat is geen slim idee. Ik weet dat ik het hem ooit moet vertellen, of hij komt er zelf achter. Daar maak ik me later zorgen over nu moet ik gaan werken. ik neem mijn spullen neem afscheid van Gastón en Agustín met een kus op de wang. Ik weet niet waarom ik het deed, ik voelde gewoon dat ik het moest doen. Ik stap in mijn auto en rij naar mijn werk

verborgen babyWhere stories live. Discover now