Hoofdstuk tweeëntwintig

2 1 0
                                    

"Waar blijft hij zo lang?" Vroeg Diego, die naar Parker toe was gelopen. Parker stond naar de bosjes te kijken waar Drake net had gestaan.
"Help!" Hoorden ze iemand roepen en Amier en Bram renden richting de bomen rechts van hun. Ze schoten door het struikgewas en zagen Drake op zijn rug liggen. Hij had schrammen in zijn gezicht en het bloed liep over zijn wangen.

"Het zit daar!" Riep hij terwijl hij zich achteruit duwde in het zand. Hij probeerde op te krabbelen, maar iets weerhield hem. Hij raakte in paniek en begon met zijn benen te stampen.

"Laat me met rust!" Schreeuwde hij.

"Rustig maar." Zei Amier en hij hielp Drake omhoog. Parker en Diego kwamen het hoekje om gerend.

"Wat is er aan de hand." Vroeg Parker.

"Drake is aangevallen door iets." Zei Bram.

Drake trok zich op aan Amier en deze bracht hem terug naar de rest van de groep.

"Hoe lang is het nog?" Vroeg Diego, die nu een wat ernstigere blik op zijn gezicht had staan.

"Het is nog een halve dag lopen ongeveer." Zei Parker die de kaart bekeek.

Bram stond naast Parker en keek hem aan.

"We gaan." Zei Diego en hij liep voor Parker uit.

"We moeten de andere kant op." Zei hij en Diego draaide zich snel om.

"Wist ik toch." Zei hij en hij liep met grote passen over de plantjes heen.

De rest van de groep volgde hem en Parker kon zijn ogen niet van de kaart af halen. Hij bleef maar naar de plaats van de tempel kijken.

"Luister, wat er ook gebeurd we blijven bij elkaar." Zei Bram.

"Duidelijk." Zei één van de mannen die bij hem liepen.

"Maar wat als we worden opgejaagd?" Vroeg Amier.

"Dan nog blijven we bij elkaar. Het is niet verstandig om op eigen houtje te gaan lopen." Zei Bram snel.

Amier knikte en hij zette een grote stap.

Rond een uur of vier in de middag arriveerden ze op een heuvel bij de tempel. Amier keek naar beneden en wees.

"Daar is het." Zei hij. Diego keek de heuvel naar onder en ook hij kon het zien. Iedereen kon het zien.

De toren van de tempel, torende boven de hoge jungle bomen uit. Het was een gelige toren en gemaakt van steen.

"We gaan." Zei Diego en hij zette een stap de berg af.

Give me a sign.

Sing the words of innocence and broken pride.

Make my conclussions fail.

Send me a sign.

Heal this broken melody.

Cause each day.

I Die in hell.

Parker greep naar zijn hoofd en hij kromp in elkaar. Drake keek naar hem terwijl hij door zijn hurken op de grond ging zitten.

When all the world is gathered for the final feast
Will there be someone to believe in me?

Voices echoing in my distorted mind
Is this for real or just a dream?
Am I losing my mind?

I am not afraid, my dear

Hij viel voorover en Bram en Amier liepen naar hem toe. Ze pakten hem op en tilden hem omhoog.

"Parker?" Vroeg Bram. Amier pakte zijn water fles en gooide wat water in Parker zijn gezicht. Parker kwam even op adem en hief zijn hand op om aan te geven dat het weer ging.

Ze lieten hem los en keken naar beneden. De tempel lag er mysterieus bij.

"Geen tijd voor spelletjes." Zei Diego en hij zette nog een stap de heuvel af. Dit keer liep Drake hem achterna en ook de rest van de groep volgde.

Parker, Bram en Amier liepen achteraan de heuvel af en Parker kon geen seconde zijn ogen van de tempel afhouden. Er was iets wat zijn aandacht trok, maar hij wist niet wat.

Het plein voor de tempel was leeg. Alleen maar zand. Geen bomen, geen struiken, alleen maar zand.

Drake en Diego liepen over de vlakte en keken naar de ingang van de tempel. Het was zo groot als een flatgebouw en de deuren naar de ingang waren wel 2 verdiepingen hoog. Ze waren gesloten en leken niet open te kunnen.

Diego liep naar de deuren toe en duwde er tegen.

"Kom eens helpen!" Riep hij en twee andere mannen renden erheen om te helpen. Ze zetten hun handen tegen de deur en duwden.

De deur bewoog een klein stukje naar binnen, maar duwde zichzelf toen weer naar buiten. Ineens schoten er een paar pinnen uit de deur. Ze schoven zich in het hoofd en het lichaam van één van de twee mannen. Hij kreunde even en hing toen gespiesd aan de pinnen. Het bloed stroomde langs zijn lichaam en iedereen schrok ervan.

Diego en de andere man lieten gelijk de deur los en stapten naar achteren.

Parker greep weer naar zijn hoofd.

De man die aan de pinnen hing werd langzaam naar de deur getrokken en iedereen stapte van de trappen af. De pinnen schoven terug in de deur en het lichaam van de man viel op de grond. Het bloed stroomde eruit en Parker liep de trappen op. Hij zag hoe het bloed richting een gleuf stroomde en hij keek ernaar. Het bloed liep via de gleuf door een soort van baan en stroomde toen onder de deur door.

"We moeten een andere ingang vinden." Zei Drake en hij keek om zich heen.

"Nee. Het is hier." Zei Parker en de grote deuren openden zich ineens en de groep keek door een lange hoge hal.

"Maar dit is de verkeerde tempel." Zei Parker en hij keek naar de kaart die hij in zijn hand hield.

The Black IslandOnde as histórias ganham vida. Descobre agora