Hoofdstuk twaalf

1 1 0
                                    

Give me a sign.

Sing the words of innocence and broken pride.

Make my conclussions fail.

Send me a sign.

Heal this broken melody.

Cause each day.

I Die in hell.

Langzaam werd Bram wakker. Hij opende rustig zijn ogen en keek rond. Zijn lichaam schokte heen en weer in het apparaat waar ze in zaten. Hij keek om zich heen en zag stoelen. Vreemde mannen zaten in dit apparaat. Hij keek uit het raampje en zag de wolken en mooie blauwe lucht. Hij keek in het rond en besefte zich dat hij in een vliegtuig zat. Hij zou eigenlijk donderdag met zijn eigen team gaan. Als hij niet in de cel was beland. Bram keek in het rond.

"Aha je bent wakker." Zei een man van Marokkaanse afkomst.

Bram bekeek hem eens van boven naar beneden en keek toen verward door het vliegtuig.

"Het zal wel allemaal even schrikken zijn." Zei de Marokkaanse man. Bram keek hem nog eens verdwaasd aan en een strakke hand kwam hem tegemoet.

"Amier." Zei de man. Bram pakte de hand vast en schudde hem voorzichtig op en neer.

"Wat doe ik hier?" Vroeg Bram. De man keek hem eens lachend aan.

"Jij gaat zorgen dat wij de Zwarte Diamant in handen krijgen." Zei Amier. Bram keek hem even vaag aan, alsof hij het niet snapte.

"Je hebt samen gewerkt met Jackie aan het project van The Black Island toch?" Vroeg Amier.

Bram knikte even langzaam zijn hoofd.

"Ik was wapenspecialist." Zei Bram. Amier lachte even.

"Je zult vast wel wat meer hebben gehoord over het eiland." Zei Amier. Bram schudde zijn hoofd.

"Alleen dat er een zekere Diamant in een tempel moet liggen of zoiets." Zei Bram. Amier lachte even.

"We zitten allebei in het zelfde schuitje. We zijn tegen onze zin mee op deze reis genomen." Zei Amier zachtjes. Bram snapte er niks meer van en veegde met zijn hand door zijn warrige haar. Amier keek even zenuwachtig om.

"Mijn bazen zijn op die Diamant uit. Ik ben gestuurd met nog een paar andere mannen om deze te gaan zoeken voordat Jackie hem vind." Zei Amier.
"Dus wij moeten eigenlijk die Diamant vinden voordat Jackie dat doet?" Vroeg Bram.
"Inderdaad." Zei Amier.

"Dat zal geen probleem worden." Zei Bram. Amier lachte en hij klopte Bram op zijn schouder.

"Rust maar goed uit. We gaan morgen naar het eiland." Zei Amier. Bram knikte en zakte onderuit in zijn stoel.


"We weten dus niks van het eiland?" Vroeg Dana die Jackie maar strak bleef aankijken. Jackie schrok even wakker uit zijn dagdroom en hij keek Dana aan.

"We weten dat er dieren zitten die er niet horen. We weten dat het weer er zomaar om kan slaan en we weten dat we er eigenlijk niet naar toe moeten." Zei Jackie lachend. Dana knikte en grinnikte even. Ze nam een slokje van haar drankje.

Jackie had voor de eerste keer alcohol gedronken en het voelde niet vreemd. Het voelde eigenlijk wel aangenaam. Zijn vader had het hem verboden, omdat het missies in gevaar kon brengen. Maar ook oude Indiana had wel eens een glaasje op.

Dana keek even naar Jackie met een lach.

"Wil je nog een glaasje?" Vroeg ze. Jackie keek achter zich op de grote klok die in het scheepsanker aan de muur hing.

The Black IslandWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu