Hoofdstuk vijftien

1 1 0
                                    

De auto van Jackie en Dana vloog het vliegveld op. Lorenzo en Elgro waren met hun vrachtauto al richting het vliegtuig gereden en waren al bezig met het uitladen van alle spullen. Ook Antonio was al daar gearriveerd. Jackie, Dana, Sara, Mia en Robert kwamen nu pas aan rijden. Ze parkeerden hun auto's aan de voorkant van het gebouw en liepen via de hangaar naar het vliegveld. Hun vliegtuigje stond als enige te wachten op het vliegveld.

Dana pakte haar tas wat steviger beet en keek toen naar het vliegtuig. Het feit dat ze vliegangst had, had haar nooit tegen gehouden om op een vliegtuig te stappen. Normaal sloot ze gewoon haar ogen voor vertrek en werd ze pas wakker na de landing.

"Jongens, mag ik jullie voorstellen aan John. Hij is onze piloot voor deze reis. Hij zal ons veilig naar de andere kant van de wereld vliegen." Zei Antonio en John stak zijn hand uit. Iedereen groette hem en werd het vliegtuig in geleid door Elgro en Lorenzo.

"Voor degene die nieuw zijn, we starten dadelijk op. Onder het stijgen blijven we zitten. Zodra de piloot het aangeeft mag er door de cabine worden gelopen." Zei Elgro, die was opgestaan en de deur van de cabine dicht had getrokken.

Ook hij liep nu naar zijn plaats en ze konden alleen maar wachten.

Het vliegtuig begon vaart te maken en de motoren aan de zijkanten van het vliegtuig zoemden. Dana had haar hoofd in haar kussen gedrukt en lag helemaal weggedraaid in haar stoel. Jackie pakte haar hand vast en ze kneep er even zachtjes in. Het vliegtuig raasde over de grond en Dana kneep nog harder toen de wielen de grond loslieten. Ze waren nu echt op weg naar Australië.

Toen het vliegtuig op hoogte was klonk de stem van de piloot door het vliegtuig.

"Dames en heren. U mag uw gordels losmaken. Er mag door het vliegtuig worden gelopen, tot aan de landing." Klonk de stem.

Jackie deed zijn gordel los en ging onderuitgezakt in zijn stoel zitten. Dana keek even zenuwachtig zijn kant op.

"Het komt wel goed." Zei hij. Dana keek even de andere kant op en maakte toen voorzichtig haar gordel los.

"Goed. Maak je borst maar nat. We komen over een paar uur aan in Australië. Dan gaan we naar een hotel. Morgen vroeg gaan we naar het eiland." Zei Antonio die was opgestaan uit zijn stoel.

Sara en Mia pakten allebei een muziek speler uit hun tas en plugden oortjes in. Ze stopten de oordopjes in hun oren en zetten de muziek aan.

"We mogen toch geen apparaten aan?" Vroeg Dana.

"Het zal vast geen kwaad kunnen." Zei Jackie geruststellend.

Dana keek hem even bang aan.

"Probeer maar wat te slapen. Het komt allemaal goed." Zei hij en hij liet haar hand los.

"Alles nog volgens plan?" Vroeg Antonio die de cockpit in liep.

"Yes, we komen als het goed is om 20:45 uur vanavond aan in Australië." Zei John.

"Mooi." Zei Antonio.

"Ja, het weer ziet er goed uit. We zouden zonder vertraging kunnen vliegen." Zei John nogmaals. Antonio leek tevreden en sloot de deur van de cockpit. Hij liet de piloot alleen achter.

"De lucht is netjes open. Dus we zouden zonder vertraging moeten kunnen vliegen." Zei Antonio, die de cabine in kwam.

Dana voelde zich al wat geruster en liet zich ook een beetje zakken in haar stoel.

Jackie keek haar even aan en lachte een beetje.

"Zorg dat jullie goed uitgerust zijn." Zei Antonio en hij liep naar zijn plaats.

Give me a sign.

Sing the words of innocence and broken pride.

Make my conclussions fail.

Send me a sign.

Heal this broken melody.

Cause each day.

I Die in hell.

De piloot keek door de cockpit heen. De lampjes op zijn scherm begonnen wild te branden. Hij had die worden nog nooit eerder gehoord en hij keek naar buiten. De lucht, die vijf minuten geleden nog blauw en open was, was nu grijs en vol met wolken. Het vliegtuig zakte een stukje en de piloot riep door de intercom.

"Iedereen op zijn plaats en gordels om. Er komt een storm aan." Zei hij.

Antonio rende door de cabine en schreeuwde het naar iedereen. Hij was op weg naar de cockpit om verhaal te halen.

Hij gooide de deur van de cockpit open en pakte de piloot bij zijn schouder.

"Wat is er aan de hand?" Vroeg hij.

"Geen idee. Ik krijg geen reactie van de radars. Alles lijkt wel van de kaart verdwenen te zijn." Zei John.

"Enig idee waar we voor het laatst gevlogen hebben?" Vroeg Antonio.

"Ergens boven de zee van Australië. Zo'n vijfentwintig kilometer voor de kust." Zei John.

"Dan zet je maar schrap. Het eiland test ons." Zei Antonio.

"Wat?" Vroeg de piloot.

"Zorg dat we veilig landen." Zei Antonio en hij rende de cockpit uit. Hij sprong in zijn stoel en trok zijn riem vast.

"Wat is er aan de hand?" Vroeg Jackie door de cabine, die op en neer rammelde.

"We gaan een noodstop maken denk ik." Zei Antonio.

"Wat? Een noodstop?" Vroeg Dana in paniek.

"Dana, rustig. Het komt allemaal goed." Zei Jackie.

De piloot trok aan de stuur knuppel, maar het ding zat muur vast. Alle lampjes op het dashboard brandden en er klonken piepen en alarmbellen door de hele cockpit. Hij had geen idee wat hij fout had gedaan, of wat er was gebeurd. Het vliegtuig trok zijn neus naar beneden en John probeerde aan de stuur knuppel te trekken, maar het ding gaf geen kick. Het vliegtuig stormde met een rot tempo naar beneden en hij kon er niks aan doen.

"Zet je schrap voor de klap." Riep hij door de intercom. Het vliegtuig schudde en het rammelde aan alle kanten. Iedereen zette zich schrap voor de harde klap op de grond. Dat zouden ze nooit overleven. John trok en trok aan de stuurknuppel en hij keek op de hoogte meter. Dat scheen de enigste meter te zijn die nog werkte.

500 meter.

400 meter.

300 meter. Het vliegtuig kreeg meer vaart en het raasde op de zee bodem af. John kon de wilde golven door de voorruit heen zien en hij probeerde de stuurknuppel zo hard hij kon naar zich toe te trekken.

200 meter.

Hij trok en trok en uiteindelijk gaf de knuppel mee. Hij trok het ding met een harde ruk naar zich toe en het vliegtuig trok zich recht en vloog met een harde snelheid over de zee. John probeerde de stuurknuppel te bewegen, maar hij zat alweer vast. Hij trok en hij trok, maar er kwam geen beweging in. Hij zag door de voorruit het grote eiland op zich afkomen en probeerde alleen maar meer aan de knuppel te trekken, maar het leverde niks op. Het vliegtuig vloog recht op het eiland af en het lukte John niet meer om dat recht te trekken. Hij zette zichzelf schrap en het vliegtuig knalde tegen een boom op. Het vliegtuig schoot door de bomen heen en hij knalde naar links en naar rechts. Hij schudde en vloog op en neer en kwam uiteindelijk na een lange baan tot stilstand midden in de jungle van het vreemde eiland. Ze waren geland.

The Black IslandWo Geschichten leben. Entdecke jetzt