Hoofdstuk achtentwintig

1 1 0
                                    

"Niet doen!" Riep Parker en hij hief zijn handen omhoog en legde ze op zijn hoofd.

In de verte klonk een krakend geluid en toen een luide zoef, alsof iets met een hoge snelheid door de lucht sneed. Drake stapte door de deur en schoot toen een halve meter terug naar achter. Hij stond stil op zijn plaats en keek naar beneden. Een speer had zich door zijn buik heen gespiesd. Het bloed begon over de speer heen te druppen.

"Drake?" Vroeg Diëgo een beetje bang.

Er klonk nog een zoef in de verte en de rest van de groep begon weg te rennen. Allemaal nog voor de deur opening. Diëgo en Parker doken weg en kropen naar de zijkant, waar de speren niet konden komen. Bram en Amier doken naar links, ook hier konden geen pijlen komen. Zoef, Zoef, Zoef. Bram sloot zijn ogen en hoorde 3 maal het geluid van de mannen die weg renden. Ze schreeuwden het uit en speer voor speer vlogen door ze heen. De eerste viel op de grond en één andere rende nog verder weg. Er schoot een pijl in zijn kuit en hij viel op de grond. Toen vloog er een pijl vlak over de grond, recht in zijn hoofd. Parker draaide snel zijn hoofd weg en keek vies de andere kant op.

"Ik... Ik ben ongedeerd!" Riep de derde man die nog in de deur opening stond en hij tilde zijn armen in de lucht en lachte toen triomfantelijk. Een laatste speer vloog door de lucht, recht in zijn strottenhoofd. Het bloed droop er langzaam vanaf en de man viel om.
"Zijn ze...?" Vroeg Amier.

"Dat lijkt me wel." Zei Diëgo en hij stond op.

"We hebben geen tijd te verliezen." Zei hij.

"Inderdaad, hoe langer we hier blijven hoe langer we kans hebben om gewond te raken." Zei Parker.

"Waar moeten we heen dan?" Vroeg Bram.

"Hier door deze deur." Zei Parker en hij wees naar de plaats waar net de pijlen doorheen waren geschoten.

Parker stak zijn hand voor de deur en zwaaide even. Er gebeurde niets.

"Ik denk dat het veilig is." Zei hij en hij stond langzaam op.

"Goed, dus we moeten deze kaart vinden?" Vroeg Diëgo.

"Ja inderdaad." Zei Parker en hij begon de hal weer af te lopen door de deur.

De rest van de groep volgde hem weer op de voet.

Aan het einde van de hal brandde een fakkel. Iedereen zag het dus het was geen verrassing meer en niemand beeldde het zich in.

Er stond een groot altaar, met verschillende dingen erop.

"Wat is dit voor een plaats?" Vroeg Bram die richting het altaar liep.

"Voorzichtig jongens. Raak niets aan behalve waar we naar op zoek zijn." Zei Parker.

"Hoe weten we waar we naar op zoek zijn?" Vroeg Diëgo.

"Een soort van kaart." Zei Parker.

"En dan?" Vroeg Diëgo.

"Ja gewoon een soort kaart." Zei hij.

Diëgo keek zijn kant op en tilde zijn wenkbrauwen op.

Bram keek achter een paar spullen. Er stond een oude perkamenten rol in een soort vaas.

"Zou dit het zijn?" Vroeg hij.

"Dat kan inderdaad wel eens goed." Zei Parker en hij liep erheen.

"Oké, iedereen achteruit. Hou alles goed in de gaten." Zei hij en hij trok de rol uit de vaas.

Er gebeurde niets. Hij lachte even en keek toen naar de rol.

"Als we geluk hebben..." Zei Parker zonder zijn zin af te maken.

Hij opende de rol.

"Nou? Is dit waar we naar zoeken?" Vroeg Diëgo geërgerd?

Parker lachte even en keek toen naar de muur achter hem. Hij was hoog en boven in de muur was een gat. Het gat was zo groot als een ventilatieschacht.

"Daar moeten we in." Zei Parker en hij wees naar het gat.

Het was zo'n twintig meter hoog.

"Hoe komen we daarop?" Vroeg Diëgo.

"Meestal zitten in dit soort plaatsen puzzels verstopt. Als we erachter kunnen komen hoe we deze puzzel oplossen, dan kunnen we boven komen." Zei Parker.

"Ik denk dat ik het al heb." Zei Bram, die tegen een steen aan was gaan leunen.

De steen was in de muur geschoven en boven in de wand was een andere steen uit de muur gekomen.

"Weet je hoe het werkt?" Vroeg Diëgo.

"Ja het lijkt me simpel. Als je hieronder de juiste steen induwt dan komt aan de bovenkant de juiste steen eruit. Zo kun je in de wand een soort van ladder creëren." Zei Bram. Parker keek hem aan en liep naar de wand toe.

"Inderdaad heel slim." Zei hij en hij drukte ook een steen in.

"Pas op!" Riep Diëgo die Parker opzij duwde en er viel een steen op de plaats waar Parker net gestaan had.

"Dat gebeurd er dus als je een verkeerde steen induwt." Zei Diëgo en hij keek omhoog.

"Dit word nog een hele uitdaging." Ze hij.

The Black IslandWhere stories live. Discover now