Part 49

731 13 2
                                    

{Jeniffer}

De volgende ochtend kom ik op school aan en zie ik Sam staan. Hij kijkt me aan en loopt gelijk naar me toe. Ik sla mijn ogen neer en probeer hem te ontwijken. Hij grijpt me bij mij arm, waardoor ik een gilletje slaak. 'Laat me los.' Sis ik.

Ik kijk achter me om, waar ik Rein zie staan. Hij komt op ons afgesneld en duwt Sam van me af. 'Ik hoorde wat je bij haar probeerde. Hou je gore handen bij haar uit de buurt.' Snauwt Rein. 'Ik krijg jou nog wel.' Grijnst Sam, waarna hij snel van ons wegloopt.

'Dank je.' Zeg ik zacht. 'Geen dank liefje.' Hij knipoogt onopvallend naar me en loopt weer van me weg.

Het doet pijn om hem elke keer te zien lopen op school en hem niet mogen kussen. Hem niet mogen knuffelen. Niet eens met hem mogen praten. Het doet zo veel pijn.

Ook als we thuis zijn mag ik hem nog niet eens zoenen. Papa, mama, Mats en Ash zijn bijna altijd thuis. Het voelt bijna alsof het al uit is.

♡ ♡ ♡

Die middag lig ik op bed en staar ik naar mijn plafond. Rein zit ook op zijn kamer, er zit maar één muur tussen ons. Maar toch kan ik hem niet knuffelen. Iedereen is thuis, wat betekend dat we amper met elkaar kunnen praten. Ze mogen niks vermoeden.

Ik schrik op van het geluid van mijn telefoon. Rein belt me.

'Hey.' Zeg ik zacht wanneer ik opneem. 'Hey schatje. Hoe gaat het?' Vraagt hij. 'Slecht. Ik voel me echt heel kut, Rein.' Jammer ik. 'Hoezo liefje?' Vraagt hij meteen.

'Ik mis je.' Zucht ik. 'Jenn, er zit maar één muur tussen ons.' Antwoordt hij. 'Dat is het probleem.' Jammer ik. 'Ik kom eraan.' Zegt Rein snel voordat hij ophangt.

Enkele seconden later komt Rein mijn kamer binnen. Hij gaat naast me op bed zitten en plaatst een kus op mijn voorhoofd. 'Hier ben ik.' Grijnst hij. 'Dat is niet genoeg, Rein.' Zucht ik.

'Wat bedoel je?' Hij kijkt me verward aan. 'Ik kan je nooit knuffelen, je nooit kussen.' Zeg ik zacht. 'Dat kan nu toch?' Vraagt hij.

'Nu wel, maar ik zie je de hele dag op school en ik kan amper tegen je praten. Ook als we thuis zijn kunnen we niet samen zijn.' Tranen die ik zo lang probeerde in te houden, verlaten mijn ooghoek.

Hij neemt me in een knuffel, probeert me te sussen en aait zachtjes over mijn haar. 'Waar komt dit opeens vandaan, liefje?' Vraagt hij zacht. 'Het doet me de hele tijd al pijn. Ik zie je elke dag, elk uur, maar ik kan je maar 10 minuten van de dag knuffelen of echt met je praten. Het doet pijn.' Snik ik.

'Maar je weet toch dat ik van je hou, Jenn.' Fluistert hij, terwijl hij liefkozend mijn tranen wegveegt. 'Maar soms is dat niet genoeg.' Zucht ik.

'Heb jij dat niet? Dat het gewoon pijn doet dat we elkaar zo vaak zien maar zo weinig met elkaar kunnen praten of knuffelen.' Vraag ik aan Rein. Mijn ogen ontmoeten de zijne, waardoor ik zie dat ook hij moet huilen.

'Mij doet het ook pijn, schatje.' Snikt hij.

'Het voelt net alsof het uit is tussen ons..misschien is dat beter.' Zeg ik zachtjes. 'Wat bedoel je?' Hij kijkt me niet-begrijpend aan.

'Het is beter als het uit is tussen ons, Rein.'

'Maak je het...maak je het uit?' Stamelt hij, terwijl hij gefrustreerd zijn handen door zijn bruine haren haalt. Ik ga rechtop zitten en bekijk zorgvuldig zijn gezicht. Zijn prachtige ogen schitteren nog van de tranen en zijn haar zit warrig bovenop zijn hoofd. Automatisch glijden mijn ogen naar zijn perfect roze lippen, die een stukje uit elkaar staan. Ik zucht zacht, sluit mijn ogen en laat mijn hoofd in mijn handen vallen.

'Wat is er nou, lieverd?' Hij strijkt een pluk haar uit mijn gezicht, legt zijn vinger onder mijn kin en tilt mijn hoofd een stukje omhoog. 'Ik kan het echt niet meer.' Snik ik.

'Ja Rein, ik maak het uit.' Beantwoord ik zijn vorige vraag.

Zachtjes duwt hij me van zich af en hij fronst zijn wenkbrauwen. 'Ben je...ben je serieus?' Vraagt hij zacht. Ik laat mijn hoofd hangen en veeg ruw mijn tranen weg. 'Ja, ik kan het echt niet langer zo.' Zucht ik.

Ik wil me in zijn armen laten vallen, maar hij houdt me tegen. 'Ik..weet niet wat ik moet zeggen, Jeniffer.' Stamelt hij, terwijl hij opnieuw zijn handen naar zijn haar brengt.

'Rein, ik hou van je. Dat is voor altijd.' Ik verstrengel mijn hand met de zijne, maar al gauw laat hij zijn hand uit de mijne glijden.

'Zoals je zei Jenn, dat is niet genoeg.' Met die woorden verlaat hij mijn kamer en hard slaat hij de de deur achter zich dicht.

Ik laat me op mijn rug op bed vallen en begin hard te huilen. Nu besef ik pas wat ik heb gedaan. Het is klaar tussen Rein en mij. Mijn eerste echte liefde en ik zijn uit elkaar. De jongen die me weer liet zien hoe mooi het leven kan zijn, is verdwenen uit mijn leven. Tranen blijven over mijn wangen stromen en urenlang sluit ik mezelf op in mijn kamer, zonder wat te zeggen.

♡ ♡ ♡

Ik schrik op van het geluid van mijn wekker. Is het nu al ochtend? Ik heb vannacht amper geslapen, integendeel... Ik heb de hele nacht gehuild. Het doet pijn, zoveel pijn om Rein officieel verloren te hebben. Alhoewel ik er zelf voor gezorgd heb, doet het nog pijn.

Rein betekende alles voor me.

Ik sta op uit mijn bed en bekijk mezelf in de spiegel. Mijn ogen zijn roder en dikker dan ze ooit geweest zijn. Mijn ogen schitteren nog van alle tranen die vannacht mijn ogen verlaten hebben.

Eén uur en dertig lagen concealer later ben ik eindelijk klaar. Ik haal nog een borstel door mijn haar en bekijk mezelf opnieuw in de spiegel.

Werkelijk nog steeds afgrijselijk.

Ik gooi mijn handtas over mijn schouder en loop met enorm veel tegenzin mijn kamer uit. Ik hap naar adem wanneer ik tegen iemand aanloop. 'Sorry.' Mompel ik, terwijl ik opkijk. Natuurlijk. Hoe kan het ook anders.

Het is Rein.

Ik bekijk zijn gezicht zorgvuldig en frons mijn wenkbrauwen. Zijn ogen zijn enorm rood en hij heeft een snee op zijn wang. 'Rein...' Zucht ik bezorgd. Ik leg mijn hand op zijn wang, waardoor hij verstijfd van de pijn. Daarna slaat hij mijn hand van zijn wang en mompelt zich in zichzelf. Vervolgens loopt hij snel weg, waardoor hij me verbaasd achter.

'Rein, wacht!' Mompel ik nog. Hij negeert me en vervolgt zijn weg naar zijn kamer. Ik storm mijn eigen kamer weer in en gooi mijn handtas op de grond.

Ik laat mezelf tegen de deur op de grond zakken en verberg mijn hoofd diep in mijn handen. Ik dacht dat ik hem wel onder ogen zou kunnen komen, maar alles behalve dat. Het doet me pijn om hem te zien, zijn stem te horen. Alles.

Ook zijn ogen waren rood. Ook hij heeft gehuild. Ook hem doet het pijn.

En dát, doet mij nog meer pijn.

Ik wil niet dat hij verdrietig is om mij.

Nu besef ik pas wat ik heb gedaan er waar ik voor heb gezorgd. Ik heb ervoor gezorgd dat mijn én zijn hart gebroken is.

Dit hoofdstuk breekt m'n hart. For real. Laat even een reactie en vote achter wat je van dit deel vindt.. Liefs, K.

Friends With BenefitsWhere stories live. Discover now