Not That Innocent

FOUR

Mijn adem stopt. Ik kijk verstijfd naar de man. Zijn verbazing maakt al gauw plaats voor een verschrikkelijk grimas.

Ik geef hem een trap in zijn juwelen. Hij kreunt van de pijn en zijn handen reiken naar de plek waar ik hem trapte. Ik grijns. Mijn handen grijpen naar zijn pistool.

Ik duw hem de kamer hardhandig binnen, sla hem bewusteloos, sleur hem het bed op en bind hem vervolgens vast met ingewikkelde zeemansknopen. Ik grijp mijn zakmes van de grond en prop hem in mijn zak. Ik sluip de kamer uit. Snel doe ik de deur op slot.
Alert sluip ik door de witte gangen, op zoek naar een uitgang.

Ik besef me dat die lessen wel nuttig waren. Al sinds ik zes was, hou ik van vechten. Mijn vader vond het zeer leuk en ik besteedde al mijn vrije tijd aan vechten en huiswerk.
Schermen, karate, aikido, kung-fu, judo, boogschieten, atletiek... En omdat ik thuisles kreeg, kon ik zeer veel doen.
Ik kreeg les van mijn moeder op maandag, dinsdag en donderdag. Mijn vader trainde me in de meeste dingen, maar de rest kreeg ik in privélessen.

Ik loop tegen een muur aan. 'Verdomme...!' Ik wrijf tegen mijn veel te grote neus.

Twee handen grijpen me vast. Ik geef een zijwaartse trap aan de persoon die mij vast had gegrepen.

'Fuck,' kreunt de persoon in kwestie. Ik maak dat ik wegkom. Ik loop een andere gang in.

Twee mensen springen op mij. Puur uit woede, trap ik de jongen tegen de achterkant van zijn knie, het meisje krijgt een elleboog tegen haar borst. Ik schiet hen neer. Allebei in hun schouder.

Niet getrainde sukkels waren het. Ik zucht en ren een kamer binnen. Ik duw de deur snel dicht, vervolgens op slot. Er wordt meteen hard op de deur gedreund.

Ik zie een heel aantrekkelijke man zijn gun grijpen. Voor ik het weet schiet hij op het slot. Blijkbaar weet hij heel goed wat hij doet, want hij grijnst. Ik duw hem aan de kant. Eigenlijk probeer ik het, maar hij grijpt mijn armen vast en duwt ze tegen mijn rug.

'We komen, Jackson!' schreeuwt een mannenstem.
'Fuck...' grom ik. Ik geef hem een achterwaartse kopstoot; hij valt achteruit. Ik sprint naar het balkon.

Met een grote klap, val ik op de grond neer. Kogels suizen voorbij mijn oren. Zo snel als ik kan, ren ik de bossen in.