ONE

107 7 0
                                    

'Helen! Stop met dromen!' roept Lucy in mijn oor. Ze is mijn beste en enige vriendin. Ik heb haar leren kennen op het werk. Hier, in dit strontrestaurant.
Ik knik. Snel loop ik naar Frederick en zeg: 'Ik neem het wel over.' Hij knikt en haast zich naar het toilet. Ik sta nu alleen, wachtend op klanten om hen naar een lege tafel te leiden.

Ik sta vijf minuten verveeld aan de balie, wanneer een groepje van drie mensen naar binnen lopen. Overduidelijk een gezin; de ouders en hun zoon, ik zie aan zijn houding en ook hoe hij naar me kijkt dat hij een "badboy" is, op zijn school. Ik neem het boek met reserveringen en vraag: 'Heeft u gereserveerd?' De oudere man knikt en antwoordt: 'Op de naam Bond.' Ik knik en zoek de naam op.

Wanneer ik hun naam zie vallen, om negen uur 's avonds, glimlach ik. 'Als u mij wilt volgen...' Ik leid hen naar een tafel, achteraan het restaurant. Lucy loopt naar de tafel en geeft iedereen een menukaart. De jongen knipoogt ook naar haar, maar zij negeert het. Ze heeft namelijk al een vriendje; Frederick. Ik ben single, maar heb er geen probleem mee. Mijn studie en werk nemen beiden zeer veel tijd in beslag en ik vind serveren wel leuk, ook al is dit een strontrestaurant dat véél te chique is.

Na deze hele vermoeiende avond, fiets ik, onder de gietende regen, zo snel mogelijk terug naar huis. Ik ben doodmoe en onderdruk een geeuw. Zodra ik aan het appartementsblok aankom, zet ik mijn fiets binnen en meteen op slot.

Ik geeuw nogmaals. Ik heb barstende hoofdpijn. En ineens voel ik een warme hand op mijn rug drukken. Eerst denk ik dat ik het droom, maar wanneer ik naar boven wil lopen, krijg ik een harde klap op mijn slaap; ik val bewusteloos neer op de grond.

Not That InnocentWhere stories live. Discover now