TWO

108 10 0
                                    

Pijn. Angst. Verwarring.
Dit zijn de zaken die zich in mijn hoofd afspelen, als in een film. Ik open langzaamaan mijn groengele ogen. Het is zeer donker. Iets is zeer strak rond mijn polsen en mijn enkels gebonden. Ik kan mijn armen en benen amper bewegen. Meteen heb ik door dat ik ben vastgebonden. Ik rol met mijn ogen, ook al is het niet zichtbaar.
Cliché, iemand vastbinden of opsluiten in een kamer, of allebei.

Met mijn vingers probeer ik mijn polsen los te prutsen. Maar in plaats van efficiënt te kunnen werken, schuurt het touw hard tegen mijn polsen, wat ze openhaalt.

'Is ze al wakker?' vraagt een mannelijke stem. 'Het zou elk moment kunnen gebeuren,' antwoordt, aan de hogere stem herkenbaar, een vrouw.
Geklik. Een slot draait open. Niet dat ik had kunnen ontsnappen, maar blijkbaar namen deze mensen geen enkel risico. Snel sluit ik mijn ogen en doe alsof ik nog diep slaap. Tussen mijn wimpers zie ik dat licht de kamer binnenstroomt. Zo normaal mogelijk sluit ik mijn ogen en trek mijn kleine mond, onwillekeurig, een beetje open. Waarschijnlijk onder invloed van één of ander slaapmiddel, val ik in een lichte slaap.

Ik hoor een geïrriteerde grom. Kreunend word ik langzaam wakker. 'Mmm?' Ik wil in mijn ogen wrijven, maar al gauw realiseer ik me dat ik vastgebonden ben.
Angstig en geschrokken kijk ik om me heen. Een belachelijk knappe man kijkt me geamuseerd aan. Zijn zwarte kijkers hebben een kwaadaardige, dominante gloed. Ik slik even, maar zeg geen enkel woordje, te bang om iets te zeggen.

'Merde! Mais qu'est-ce que je fabrique ici!?' (Verdomme! Wat spook ik hier in hemelsnaam uit!?) grom ik in het Frans, deze taal is namelijk mijn moedertaal.

De man kijkt me verbaasd aan, 'Wat the fuck heb jij gezegd !?' vraagt hij.
Onbeschoft zeg ik: 'Één: het zijn jouw zaken niet. Twee: jij had beter moeten opletten op school tijdens de lessen Frans, en drie: rot op!'

Met grote passen loopt hij dreigend naar het bed waar ik, helaas, op lig. Hij grijpt mijn keel vast en even denk ik dat ik ga stikken. 'Jij moet jouw plaats leren kennen,' sist hij, tussen zijn tanden door, vervolgens laat hij mijn keel los, meteen neem ik een grote teug lucht binnen.

Hij grijnst en verlaat de kamer, zo,der te vergeten de deur op slot te zetten. Ik zucht. 'Waar ben ik toch in hemelsnaam?'
'Bij degene bij wie jouw vader immense schulden heeft...' Bang kijk door de kleine ruimte. Mijn kijkers stoppen bij de plaats, waar ik twee blauwe ogen zie oplichten.

Not That InnocentWhere stories live. Discover now