Hoofdstuk 1

36.2K 671 65
                                    

Ik sta met mijn rug naar de deur. Ik kan niet geloven dat ze zichzelf weer volgestopt heeft met alcohol. Een grote klap achter me doet me omdraaien. De dure vaas die we geërfd hebben van mijn oma is kapot gekletterd op de grond.

'Mam, kijk nou wat je doet! Je bent stomdronken!'

'Jess, Jess' Ze loopt naar me toe en pakt me bij mijn haren. 'het spijt me, --hik- dat ik het weer zover -hik- heb laten komen'

Haar adem ruikt naar sterke drank. Ik maak me los uit haar grip en loop naar de huistelefoon.

'Ik bel het ziekenhuis, je hebt zoveel op. Dalijk raak je nog in coma!'

Ik pak de huistelefoon op. Voordat ik een nummer heb gedraaid heeft mijn moeder de telefoon uit mijn handen geslagen.

'Bel -hik- je vader'

'Mam, die zit al jaren in de gevangenis' Haar lach verdwijnt als sneeuw voor de zon.

'In de gevangenis?' Mijn moeder laat zich tegen me aanvallen. Ik wankel naar achter, maar kan nog net grip krijgen op de bankleuning.

Ik krabbel overheid en til mijn moeder op. Ik sleep haar naar de bank en laat haar vallen.

'Hoe kon je?' Geen Antwoord. Ze is flauw gevallen.

'Je bent niet te geloven! Ik haat je!' ik loop naar de telefoon en draai het alarmnummer.




Ik kijk toe hoe ambulance broeders haar armen ondersteunen en met haar de deur uitlopen. Een vrouw van mijn moeders leeftijd loopt naar me toe.

'Ze is behoorlijk dronken, red ze het wel?' Ik kijk naar mijn moeder die ondertussen bewusteloos achterin de ambulance ligt. Haar eigen schuld.

'We gaan haar maag leegpompen. Het komt wel goed. Dit is niet de eerste keer dat ze naar het ziekenhuis moest met alcohol vergiftiging hè?'

'Dit is al de vijfde keer geloof ik, ik ben de tel kwijt'

'Het spijt me om dit te zeggen, maar je moeder is een alcoholist. We laten haar niet zomaar terug keren in de maatschappij. Een afkickkliniek is misschien een goed idee?'

'Ik weet het.. ik bedoel, ik zag het al heel lang aankomen'

'Kim? We zijn zover' Roept één van de ambulance broeders.

'Nou, u hoort nog van ons' Ze klopt op mijn schouder.

Ik heb duidelijk aangegeven dat ik niet mee wilde met de ambulance, maar alleen achter blijven is ook niet het beste idee dat ik ooit gehad heb.

Ik kijk naar de vaas die in stukken op de grond ligt. Ik zak op mijn knieën voor de scherven. Ik probeer ze op te pakken, in elkaar te schuiven. Een traan rolt over mijn wang.

'Fack!' Ik gooi een scherf door de woonkamer. Het kan me niks meer schelen. Ik sta op en pak mijn tas, mijn jas en loop de voordeur uit.



Voordat ik het weet zit ik in de auto op weg naar mijn tante. Haar huis is een meer dan drie uur van ons vandaan. Het is een lange zit, maar het is het zeker waard om mijn tante weer te zien.

Ik rijd mijn auto op haar lege oprijlaan

'Waarom is haar auto weg?' Mompel ik terwijl ik mijn riem los klik.

Ik open mijn deur en stap eruit. De weg naar mijn tante's voordeur is glad. Er ligt een pak sneeuw. Ik blaas warme lucht in mijn handen terwijl ik ze tegen elkaar aan wrijf.

Ik druk op de bel. Geen reactie.

Ik zucht en loop naar de achterdeur. Er is een briefje op geplakt.

Beste schoonmaker, Ik ben op vakantie. Ik laat je weten wanneer ik thuiskom zodat het huis gepoetst is als ik er weer ben. Groetjes mevrouw De wit

Ik zie haar voetstappen nog in de sneeuw. Ze is waarschijnlijk vanochtend pas vertrokken.

'Shit!' Ik trek het briefje van de deur, frommel het op en gooi het in de voortuin.

Ik loop terug naar mijn auto. Ik stop mijn sleutel in de auto en draai hem om. Een hard gezoem klinkt vanuit de voorkant van de auto.

'Dit meen je niet!' Ik draai de sleutel nog een paar keer om. Dan hoor ik een zachte knal. Voorzichtig stap ik uit de auto. ik open de klep aan de voorkant. Er komt rook uit.

Dit is wel echt mijn geluksdag..

Ik loop terug naar mijn auto en pak mijn mobiel van het deskboardkastje. Hij gaat niet aan. De facking batterij is leeg! Kan er nog meer mis gaan?!

Kwaad gooi ik de deur dicht van de auto. Ik wil naar de weg lopen, maar ik glijd uit. Met een harde knal kom ik op mijn rug terecht.

Ik knijp mijn ogen dicht.

Deze dag kan niet beter worden. Ik ben meer dan drie uur van mijn "huis" vandaan, mijn auto is stuk, mijn tante is een week op vakantie en mijn rug is nu kleddernat van de sneeuw.

'Hé, gaat het wel?'

Ik open mijn ogen en kijk recht in de groene ogen van een jongen.

Ik ga aarzelend rechtop zitten. Hij helpt me overheint en klopt de sneeuw van mijn jas.

'Ken je me niet meer?'

Ik scan zijn gezicht. Hij komt me bekend voor, maar ik weet niet precies waarvan.

'We hebben vroeger samen gespeeld. Ik ben de buurman van je tante' Hij wijst met zijn hoofd naar het huis naast die van mijn tante.

'Juist, ik weet het even niet meer..' Ik houd mijn koude hand tegen mijn voorhoofd.

'Harry' ik schud zijn hand. Hij deinst meteen terug.

'Jessica, sorry mijn hand is bevroren' Lach ik terwijl ik hem in mijn zak steek.

'Wat doe je hier? De buurvrouw is op vakantie, toch?'

'Ik ben hier naartoe gereden. Ze is niet thuis. Mijn auto is stuk. Mijn mobiel is leeg, ik kan niet meer terug naar huis en oh, ik gleed uit.'

Hij buigt naar achter terwijl hij lacht. Ik lach met hem mee.

'Ik kan je hier niet zo laten staan. kom met me mee naar binnen, even opwarmen.'

Ik knik. Hij slaat zijn arm om mijn schouder en leid ons naar het huis. Ik bibber van de kou. Mijn hele rug is nat en ik heb geen droge kleren bij. Geweldig.

'Niall, Ik ben thuis!' Roept hij als we de woonkamer in lopen. Het huis is net zo groot als die van mijn tante.


'Ik heb chocolade melk gemaakt voor bij, Woah wie ben jij?'

Niall komt de kamer ingelopen met een dienblad. Hij zet het op de tafel.

'Jessica, het nichtje van de buurvrouw'

'Die is toch op vakantie'

'Daar kwam ze zelf net ook achter' Lacht Harry.

'Ik ben Niall en ik ga nog een mok chocolademelk halen'

'Dankje' Ik wrijf in mijn handen om ze warm te maken.

'Ik neem aan dat je geen droge kleren hebt?'

Ik schud mijn hoofd bibberend. De sneeuw die aan mijn capuchon vast zat glijd nu over mijn rug. Ik ril.

'Je mag wel even een trui van mij aan' Stelt hij voor.

'Dat zou fijn zijn' Ik volg hem naar boven. Hij schuift een la van zijn kast open en haalt er een trui uit. Uit een andere la pakt hij een trainingsbroek.

'Je mag je natte kleren hier te drogen hangen. We hebben geen droger' hij overhandigt me de kleren en loopt de kamer uit.

Ik ga zuchtend op zijn bed zitten. Met de droge kleren op mijn schoot. Even staar ik voor me uit. Als ik weer ril sta ik snel op en verwijder de natte kleren van mijn lichaam. Ik trek de droge kleren aan en vouw mijn eigen kleren op. Ik leg mijn natte kleren op de stoel en loop de kamer uit.




--------------------------------------------

Heeeeii,

Het eerste hoofdstuk van mijn verhaal. Ik hoop dat jullie gaan genieten van mijn boek. Ik zou het echt heel leuk vinden als jullie in de comments zetten wat jullie ervan vinden.

Lots of love xxLizzi

En vergeet niet Te stemmen ;)))

BadWhere stories live. Discover now