21.

157 9 1
                                    

Ik ga naast Jacob liggen en ik kan niet stoppen met huilen. Na een paar minuten hoor ik Mark de trap af lopen. Ik was helemaal vergeten dat hij er was. Ik kijk op als hij de kamer binnen loopt. Hij kijkt een beetje ongemakkelijk.
'Is het gevecht afgelopen?' vraagt Mark maar als hij mijn gezicht vol tranen ziet zegt hij:
'Oh nee. Wat is er gebeurd?' Door zijn hartslag merk ik dat hij heel erg bang is. Hij loop naar ons toe. Ik ga zitten en leg mijn hand op zijn wang. Het is vreselijk om er waar aan terug te denken.
'Moet je niet terug naar het gevecht?' vraagt Mark. Ik kijk naar beneden.
'Sorry. Ik bedoel...'
'Je hebt gelijk.' zeg ik voordat hij verder kan gaan. 'Nu zijn we met nog minder.' Ik sta op. Jacob probeert ook op te staan, maar ik zie dat het hem moeite kost dus hou ik hem tegen.
'Wat ga je doen?' vraag ik.
'Ik ga mee.' zegt hij.
'Nee, geen spraken van. Dan ben je een te groot doelwit.'
'Oké maar blijf alsjeblieft leven. Ik kan niet zonder je.' zegt hij.
'Ik zal het proberen. Ik hou van je.' zeg ik en er stroomt een traan over mijn wang. Ik zoen hem en dan loop dan naar Mark die wat ongemakkelijk tegen de muur leunt.
'Kijk alsjeblieft uit.' zegt hij.
'Zal ik doen.' zeg ik terwijl ik hem knuffel.

Als ik dichter bij het gevecht kom, klim ik in een boom. Zo kan ik een verrassings aanval doen. Vanaf hier kan ik het hele veld zien. Ik zie dat er nog een wolf gesneuveld is. Dan zie ik dat mijn moeder vast gehouden door Aro en mijn vader tegen twee andere vampiers vecht dus hij kan niets doen. Dan weet ik het. Ik ga staan, zet me af en spring. Net voor ik land sla ik Aro's hoofd kapot. Hij valt neer. Ik probeer niet te denken aan wat ik net deed.
'Dankjewel.' zegt mijn moeder. We rennen naar mijn vader en helpen hem. Als we de twee vampier gedood hebben, vraagt mijn vader:
'Hoe gaat het met Jacob?'
'Beter.' zeg ik maar ik moet bukken als Caius me aanvalt. Samen met mijn ouders dood ik hem. Ik kijk rond. Ik zie dat ook Tanya dood is. Er zijn nog 12 vampiers over waaronder Alec die nu op me af komt rennen. Ik sla hem weg maar al snel heeft hij mij weer vast. Carlisle komt me helpen en zo vechten we door. Ik ben nu achter op het veld aan het vechten tegen een vampier uit de Vultori wacht. Opeens ruik ik een rare geur in het bos aan de rechter kant. Ik probeer me op de geur te concentreren, maar het lukt niet echt doordat ik nog steeds tegen iemand vecht. Ik moet weten wat het is. Ik kijk naar mijn vader. Zo te zien heeft hij het ook geroken. Ik ren van de vampier weg, naar mijn vader toe. De vampier komt achter me aan maar dan springt een wolf op hem af. Waarschijnlijk Sam.
'Het is een mens.' zegt mijn vader. Ja, nu ruik ik het ook. Wacht. Die geur ken ik. Van school. Dan zie ik dat een paar vampiers de kant van de geur op rennen.
'Kom mee!' zegt mijn vader en we laten een veld vol met verbaasde vampiers achter ons. Door dat sommige leden van de Vultori nu afgeleid zijn hebben wij een voordeel. Een van de vampiers die ook op de geur afrennen is Demetri, die andere is een andere van de Vultori wacht. Als we na een paar seconden bij de bosrand zijn, weet ik wie het is. Mijn mond valt vol verbazing open.

The Twilight Saga ZonsondergangWhere stories live. Discover now