1. Wat ben ik?!

586 51 5
                                    

Suzanne
Ik trap chagrijnig tegen de boomstronk. Waarom moet Chantal zo ongelooflijk bot doen? Ze is maar mijn stiefmoeder... Ik trap tegen een omliggende boom. De schilfers vliegen in het rond als ik woedende kreet sla. Ze was... ze was... Ik ga sip zitten. Ze was het enige wat me van papa redde. Ik kijk naar de grond als ik ineens iets raars zie. Een vage gloed komt tussen de bladeren vandaan. Ik ga op mijn knieën zitten en veeg de bladeren weg. Een klein puntig kristal groeide uit de grond. Het was dieprood en stukken waren afgebroken. Alsof het stervende was... Ik steek mijn hand uit en mijn vinger raakt de punt. Even gloeit het kristal. Ineens verschijnen er witte lijnen over het kristal en barst het in duizenden stukjes. 'Nee, nee...' fluister ik en probeer het ding te maken. Ik zet wanhopig de stukjes op elkaar als ik ze overal zie. Overal rode of blauwe kristallen. Ze stonden opgesteld in lange lijnen, langs een soort pad. Stiefmoeder of niet, ik ga kijken. Langzaam volg ik het pad als ik ineens nog iemand zie. Een jongen. Hij had korte donkere haren en bruine ogen. Hij was vrij lang en keek ook naar de kristallen. Die bij hem waren allemaal blauw. 'Hé.' zeg ik. Verschrikt kijkt hij op. 'Hoi.' zegt hij. Hij had een licht Spaans accent. 'Ze zijn mooi, hè?' vraag ik. De jongen knikt. 'Ja best wel. Raar dat ze groeien.' zegt ze. Oké, ik had nu al een crush op hem... Hij kijkt verder. Het pad liep door de dichte boven door naar een stenen weggetje. 'Zullen we gaan kijken?' vraagt hij. Ik knik en samen lopen we door de bomen naar het weggetje. Het kwam uit op een uitgedroogd meer en een hoge rots dat net een waterval leek te zijn. 'Moet je kijken!' zegt de jongen en wijst naar een grot achter de rots. Enthousiast lopen we door. De grot loopt door tot op een gigantisch terrein. 'Hoe heet je?' vraagt de jongen ineens. 'Suzanne.' lach ik. 'Ik ben Miguel.' zegt de jongen vriendelijk. Hij doet zijn mond open om iets te zeggen als we iets ongewoons zien. Tientallen grafzerken staken omhoog uit de grond. Een afgebrand groot gebouw stak af tegen de horizon. De muren waren zwartgeblakerd en ramen waren kapot. 'Wat is dit?' vraagt Miguel zich hard op af. 'Ik weet het niet... Het is best wel troosteloos...' fluister ik. We lopen door tot we bij de begraafplaats komen. Ik lees de geboorte data van de grafstenen. 1999, 1998, 1997... Allemaal jonge mensen. Mensen van mijn leeftijd... 'Dit is een kinderbegraafplaats.' Miguel zei niks. Hij staarde naar een specifieke grafsteen. Ik kom bij hem staan en lees het opschrift. 'Dion Omnia. 1998 - 2015. We zullen je allemaal missen, Dion.' fluister ik. 'Mijn vader heeft het vaak over een Dion. Hij zei dat het zijn beste vriend was. Maar dat hij veel te jong stierf...' Ik leg medelevend mijn hand op zijn schouder en kijk verder. Het verbrandde gebouw zag er doods en eenzaam uit. 'Ik ga binnen kijken.' besluit ik nieuwsgierig en loop naar de kapotte grote deuren die ooit die ooit de ingang waren. Miguel volgt me naar binnen. Het was echt troosteloos. Alles was zwart verkoold en kapot. Het vuur dat hier was geweest had zijn werk goed gedaan. 'Ik ga daar even kijken...' mompelt Miguel. Ik luister niet en ga de brede trap op. Ik kom boven uit waar vier gangen uit lopen op lokalen. Ik word totaal niet aangetrokken naar de lokalen. Maar wel op de bibliotheek. Ik trap hard tegen de scheef hangende deuren die gelijk afbreken. Overal lag papier op de grond en de hoge kasten waren helemaal zwart. Ik ga met mijn vinger over mijn boeken als ik ineens duizelig word. In een flits zie ik een beeld voor me. Miguel die door een man wordt vastgegrepen en wordt weggesleurd. Dan was het weer weg. Ik schud mijn hoofd en kijk naar het boek wat ik had aangeraakt. Het ging over de toekomst. Was wat ik zag de toekomst? Mijn blik viel op een boek over het verleden. Als ik met dat andere boek de toekomst kan zien, zou ik dan met dit boek mijn kindertijd kunnen zien. Met een trillende vinger ga ik naar het boek en sluit mijn ogen. Ik voel een harde schok door me heen ga. Een brandend gebouw. Ik stond tussen de geschokte menigte naast een oude vrouw. Een brandweerman kwam droevig buiten met een bundeltje dekentjes. Hij zegt iets tegen de oude vrouw en geeft haar het kindje. Het kindje had een kleine brandwond op haar arm. En blauwe ogen. Geschrokken doe ik mijn ogen weer open en stroop mijn mouw op. Mijn brandwond... Ik had blauwe ogen... Mijn ouders... Mijn echte ouders... Waren ze echt omgekomen door een brand? Maar als ik dit kon... Wie waren zij dan? Ik draai me om als ik voetstappen hoor. Een jonge man met halflang bruin haar stond in de bibliotheek ingang. Ik deins achteruit als ik een wapen zie. 'Wat wil je?' Maar hij doet me niks. Hij loopt de bibliotheek in en kijkt droevig rond. Bij de half verbrandde receptie kijkt hij nog eens rond. Zijn hand gaat langzaam over de bali heen. 'Je mag hier niet komen! Wie ben jij?!' roep ik bang. Zijn nijdige blik keek me aan. Hij stampte op me en greep me bij mijn arm. Hij sleurt me mee naar beneden en dan naar buiten. 'Wat doe je?! Laat me los!' gil ik. Ik raak zijn huid aan en zie een heel verleden van herinneringen voor mijn ogen. Ik kijk hem geschokt aan. 'Jij bent...' stamel ik. Ik krijg ineens brede boeien om, die pijnlijk strak om mijn polsen zitten. 'Au! Pas op!' roep ik en sla op zijn borst. 'Rave, waar wacht je op?! Schop dat kind de wagen in!' roept iemand anders. Een tweede man, met een groot zwaard op zijn rug, sleepte Miguel voort. Hij had ook al een stel boeien om en had een bloed neus. Hij zal wel gevochten hebben. 'Ja sorry man. Ik stond echt te slapen.' bromt de man. 'Zo zeg. Hij zegt ook eens wat. Je heb je al ruim drie jaar niet horen praten. Eindelijk je tong terug gevonden.' Rave laat me vallen en gaat zijn collega te lijf. Een derde man kwam de hoek omzetten en trok de twee mannen uit elkaar. 'Rustig aan, groentjes. Maak elkaar maar af in de arena. Stinger, jij moet je gedeisd houden. En jij Rave...' snauwt de man. De man komt akelig dicht bij zijn gezicht. Rave leek het niet te deren. 'Je mag dan wel bij The Hunters zitten maar jij moet eens je agressie in de gaten houden. Anders geef ik je aan bij Z.' Nu leek Rave te schrikken. Hij keek weg. Wie was deze Z? Het kon niet goed zijn. 'Schiet eens op, jullie twee. Anders zijn we weer te laat.' Rave plukte me weer van de grond af en drukte me het busje in. Miguel volgde en de deuren gingen dicht. 'Waar gaan we heen?' vraag ik in paniek. 'Geen idee. Maar het heeft wel moet ons te maken.' mompelt Miguel. 'Moet je eens zien.' Er klonk een lichte trots weer in zijn stem. Hij duwt even twee vingers en houdt ze dan een stukje van elkaar af. Enthousiaste elektriciteit stond en bewoog tussen zijn vingers. 'Gaaf toch. Maar toen kwam die gozer en sloeg me bijna knock out. Ik sloeg nog terug maar ja...' 'Ik zag het verleden. En de toekomst. Waar jij werd meegenomen!' 'Wat zijn we?'

Dat is een goede vraag. Wat zijn wij?

Mysteries van Elements Academy 2: Hunters Comeback #netties2017 (ON HOLD) Where stories live. Discover now