5. Een nieuw doelwit.

394 49 2
                                    

Het is twee weken later... Eindelijk kan ik dat stomme ziekenhuis uit. Ik werd helemaal gek daar! Papa moest nog blijven, dankzij mij. Ik snap nog steeds niet waarom ik niet werd opgepakt. Ik had iemand dodelijk verwond. Ik trek mijn leren jasje aan en loop richting de uitgang. Moeders met hun kinderen ontwijken me snel, artsen lopen met een grote boog om me heen en de vrouw die achter de bali stond kijkt me bijna de deur uit. Ik zucht en ga door de draaideur. Al die mensen hadden gelijk. Ik hoor niet op straat te lopen. Ik hoor achter de tralies te zitten. Ver weg opgeborgen van al die mensen. Ik slenter rustig door de stad richting thuis. Ik hoor mensen over me fluisteren. Over wat ik had gedaan en hoe ik was... Hoe ik een monster ben... En ik weet dat ze gelijk hebben....

Ik loop de markt op waar niemand meer op me let. Ik snuffel wat tussen de kraampjes als ik een sieraden kraam zie. Een oud klein vrouwtje snauwt tegen haar geïnteresseerde potentiële klanten dat ze weg moeten gaan. Zo verkoopt ze toch niks? Ik besluit maar door te lopen als ze me aanspreekt. 'Jongedame met het zwarte haar en de groene ogen! Kom eens hier!' roept ze luid. Ik kijk op. Ze wijst naar mij. 'Ik?' vraag ik. 'Ja, jij. Kom eens...' krast het vrouwtje en wenkt me. Nieuwsgierig loop ik op haar af. 'Ach, de schoonheid van de huidige generatie is toch prachtig... Je lijkt op mij in mijn jonge jaren.' zwijmelt ze. Ongeduldig wiebel ik heen en weer. Wat wou ze nou? Ik had toch geen geld bij me en ging echt niks kopen. De vrouw pakt een oud krantenartikel. Mijn maag draait zich om als ik zie dat het mijn artikel is van vier jaar geleden. 'Jij bent dit niet waar?' vraagt ze en tikt op het vergeelde en gekreukt papier. Met rode wangen knik ik. De vrouw maakt plotseling een vreugde kreet en danste in het rond. 'Ik wist het wel!' krijst ze. Ik maak aanstalten om weg te lopen. Die vrouw had volgens mij een paar steekjes los zitten. 'Nee, wacht.' fluistert ze en bukt onder haar tafel. 'Ik wou niks verkopen tot ik jou zag.' lacht ze en komt weer boven de tafel. Ze had een klein rood fluwelen zakje in haar gerimpelde en knokige hand. 'Dit wou ik je geven. Het helpt je met je rug. Ik wou het eerder geven maar je toestand liet het niet toe.' Ze drukt het zakje in mijn hand en snauwt: 'Wegwezen! Er is hier niks te koop!' Ik ga snel weg, wetend dat ze het niet zo bedoelde. Als ik maar een paar meter verder ben hoor ik haar koopwaar ook echt verkopen. Ik doe het zakje in mijn jaszak en loop verder. Leuk mens. Ik sla een verlaten straat in. Het lijkt alsof overal waar ik kom, niemand meer wil komen. Ik loop denkend door als er iets gebeurt. Een auto komt de straat inscheuren met een politieauto achter zich aan. De auto raakt de macht over het stuur kwijt en komt recht op me af. Ik bevries van angst en adrenaline en zie de auto op me af komen. Een hand pakt mijn arm en trekt me beschermend het steegje naast de straat in.

Met een dwingende duw kom ik tegen de borst van mijn redder aan. De auto klapt tegen een muur en lanceert de bijrijder door de voorruit. Ik kijk snel weg als de man me iets verder het steegje in brengt. Ik maak me los als we bijna aan de andere kant van het steegje zijn. 'Bedankt, maar het lukt verder wel.' zeg ik snel. Maar de man laat me niet los. Hij gromt een keer en pakt me steviger vast. 'Hé! Wat doe je nou?!' roep ik en wil hem uitschelden als hij met zijn vinger mijn tong naar beneden duwt. Wat denkt hij wel niet?! 'Ik heb je... gemist...' zucht hij en trekt mijn shirt omhoog. What the fuck?! Zijn ruwe, harde handen willen mijn bh los trekken als ik hem in zijn vinger bijt. Hij kermt van de pijn maar trekt me dichter tegen hem aan. 'Wil je ruw spelen? Oké, dat kan ik ook.' hijgt hij in mijn oor en zijn lippen glijden over mijn nek. Ik worstel met de belachelijk sterke man als hij mijn borsten kneed. Ik voel me echt smerig. Hij randde me gewoon aan! Als zijn hand over mijn been naar mijn kruis glijdt, word ik het zat. Ik pak zijn arm en ram hem tegen de muur. 'Ik dacht het niet, maat.' Ik pak zijn andere arm en gooi hem over mijn schouder op de grond. Met een harde klap komt hij op de grond terecht. Een grote drakentattoeage staat op zijn bovenarm en zijn paars gekleurde ogen boren in die van mij. 'Nee, wacht nou...' smeekt hij. Maar ik wacht echt niet! Ik trek mijn shirt goed, geef hem een trap tegen zijn zij en ren de steeg uit. Ik ren Beach Avenue op en negeer het gebruikelijke gemopper van Kincade. Ik pruts mijn sleutel in het slot, gooi de deur open en sla hem zo hard mogelijk weer dicht. Hijgend sta ik in de hal als ik iets hoor druppen. Ik kijk naar beneden als ik vanaf mijn rug een plas bloed maak. Fijn. Eerst een aanranding en nu dit weer. Ik zet een stap als de pijn van duizenden messen mijn rug in ramt. Ik wankel en val op de grond. Ik moest verband hebben. Nu! Ik sta weer op en wankel naar de keuken met een spoor van bloed achter me aan. Net als ik in de keuken ben kan ik het niet uithouden. De pijn is ondraaglijk! En ik wil er niet weer aan wennen! Ik probeer me nog aan het aanrechtblad vast te grijpen maar het graniet schommelt van links naar rechts. Ik pak mijn kristal vast. 'Help... Wie dan ook... Ik hou dit niet... Calpa.' Calpa was het afgesproken woord voor een noodgeval. Gelukkig kan iedereen me horen als ik via het kristal spreek. Ik voel mijn energie nog meer afnemen als er minimaal vijf Geesten verschijnen. De sterke armen van Azar helpen me omhoog. Duizelig hang ik tegen hem aan. Zijn brandende agressie doet me even pijn maar hij kalmeert en al snel voel ik de gloeiende vriendelijkheid. Ik zie Maia en Nocturne maar ook Silver en Sisi. Sisi zag er vrouwelijk uit in plaats van in een demon. Ze had normale armen en geen vleugels. Een lange rode jurk bedekte haar bleke huid en haar witte haar lag los op haar rug. Wat deden zij hier? 'Niet weer, Alys. Ik heb je gezegd dat je rustig aan moet doen.' zucht Maia. 'Niet mijn schuld...' fluister ik en zak weer door mijn benen. Azar tilt me op en brengt me naar mijn kamer. Maia geneest mijn rug razendsnel en laat me weer in bed liggen. 'Waarom zijn jullie met zoveel?' vraag ik fluisterend en ga zitten. 'Calpa, Alys. Als jij dat zegt, is er echt iets mis.' zegt Sisi en aait liefdevol over mijn hoofd. Ik glimlach naar haar. Ze was net een derde moeder voor me. 'Ga maar lekker slapen. Dan rust je uit.' Ik schud mijn hoofd. 'Nee, liever niet. Straks heb ik weer nachtmerries. Over je weet wel wat en je weet wel wie.' 'Over Evan en de oorlog?' vraagt Azar. Gelijk komt alles weer omhoog en zie ik Evan weer in mijn armen doodgaan. Tranen wringen zich naar buiten en druppen op mijn deken. 'Azar!' 'Wat nou?! Ik wil het alleen weten!' 'Jij bent zo lomp! Ze wou dat dus niet horen!' gilt Maia. 'Ik ben lomp?! Jij bent zo egoïstisch dat je niet eens om Alys geeft!' 'Dat is absoluut niet waar! Ik geef heel veel om haar!' 'Ik dus ook! Wat weet jij er nou van?!' Ze stonden bijna grommend tegenover elkaar als het weer buiten veranderd. Duistere rommelende wolken komen aanrollen en langzaam werd het donkerder buiten. Sisi gromt als een woedende slang en kalmeert de twee bekvechtende Geesten. De onweer en regen was inmiddels losgebarsten en gutste tegen de ramen. Ik veeg mijn tranen weg en liggen. 'Ga weg. Allemaal.' zeg ik dwingend. Azar en Maia houden gelijk op. 'Ik weet iets wat je kalmeert.' zegt Silver ineens. Ik kijk op. Hij blaast in zijn handen en gooit het mijn kamer in. Een prachtige duister wolk vormt zich bij mijn plafond en toont de Melkweg en zijn miljoenen sterren. Een hele reis door het sterrenstelsel en ver daar buiten toont zich op mijn plafond. 'Silver, het is prachtig!' roep ik en ga voorzichtig op mijn rug liggen. Mijn rug steekt nog wel maar ik kan rustig liggen. 'Je hebt goed leren samenwerken met Free.' hoor ik Sisi fluisteren. Het was goed dat ze elkaar weer hielpen. Ik geniet van de prachtige planeten als ik langzaam aan slaperig word. Maia en Azar waren al weer weg om thuis verder ruzie te maken. De onweer rommelde rustig voort en de regen kwam in een rustig tempo naar beneden. Nocturne kwam op me af en legt haar hand op mijn voorhoofd. 'Ik kan je dromen beter maken. Maar je kent de regels. Het kan maar één keer. Daarna zul je met Novin in gesprek moeten gaan.' Ik knik en sluit mijn ogen. Ik zak langzaam weg in een sprookjesachtige droom waar Evan en ik elkaar ontmoette. De geesten gaan weg en ik val rustig in slaap.

De volgende morgen...

Met een hevige steek word ik weer vroeg wakker. En een hoofdpijn... Wat verschrikkelijk is dat als je te vast hebt geslapen... Moeizaam kom ik uit mijn bed en rek me voorzichtig uit. Ik besef dat ik alleen thuis ben en dat ik gewoon ontbijt moet maken. Ik sleep mezelf naar beneden als die verschrikkelijke paarse ogen van gisteren weer op mijn geest verschijnen. Niemand kon paarse ogen hebben. Dat was genetisch gezien onmogelijk... Ik pak mijn mobiel en ga naar de keuken. Ik trek de koelkast open en pakt eieren en bacon. Ik bak voor mezelf een eitje met bacon en kaas. Ik ben te lui om een bord te pakken dus ik eet gewoon uit de pan. Ik zoek Google op mijn telefoon op en toets in: "man met paarse ogen." Raar genoeg krijg ik verschillende resultaten. Zelfs drie artikelen. Ik open een van drie links en lees het artikel door. Het was een column over dagelijks nieuws.

"Inmiddels kent iedereen hem wel. De man met de paarse ogen, ook wel de Demon genoemd. Hij word inmiddels al heel lang gezocht voor verschillende verdwijningen en moorden. De man, rond de honderdtachtig centimeter met halflang bruin haar, de bekende paarse ogen en een drakentattoeage op zijn rechter bovenarm, is vuurwapen gevaarlijk en is geld getraind in man tot man gevechten. Hij heeft geen vaste verblijf- of woonplaats. Sommige zeggen dat hij niet echt is en van uit de onderwereld komt. Dat is slechts bijgeloof. Maar toch weet de man met de helse ogen al weken uit de handen van de politie en justitie te blijven. Er word gefluisterd dat hij echt niet uit Amerika komt maar dat hij een Russische spion is maar die roddels zijn al ontkracht door de overheid en de president."

Ik stop met lezen en stop het laatste stukje van mijn ei in mijn mond. Spion... Demon... Vuurwapen gevaarlijk... Lijkt me eentje van mijn soort. Van het soort dat niet uit de problemen kan blijven. Ik ruim de pan en mijn vork op en besluit die Blood Hand een tijdje aan de kant te zetten. Hij is niet zo belangrijk als deze man. En ik moet nog wraak nemen voor mijn aanranding. Deze Demon. Hij word mijn nieuwe doelwit...

Mysteries van Elements Academy 2: Hunters Comeback #netties2017 (ON HOLD) حيث تعيش القصص. اكتشف الآن