Hoofdstuk 19

670 30 0
                                    

(Verbeterd)

{Eva}

Kreunend en badend in het zweet word ik wakker. Het is nog donker merk ik op. Duh logisch, als ik mijn wekker een blik waardig heb gegeven. Het is pas half drie 's nachts. Ik voel me heel duizelig. Ik zet een been uit bed. Ik wacht tot mijn duizeligheid weg is en loop onstabiel naar de badkamer.

Ik druk op het knopje en het badkamer licht springt aan. Mijn ogen moeten wennen aan het felle licht.

Huiverend zit ik op de badrand. Op het ene moment zit ik te trillen op mijn benen van de kou en het andere moment zweet ik me kapot. Het kippenvel verspreidt zich snel over mijn lichaam. Wrijvend wrijf ik over mijn armen. Per toeval zie ik mijn spiegelbeeld en schrik ik me rot. Mijn haar hangt sliertig rondom mij. Mijn ogen staan doodvermoeid en zichtbare wallen sieren zich onder mijn ogen.

Ik slaak een moeizame zucht en neem nog een aspirine in. Ik gooi ook nog een ijskoude plens water in mijn gezicht. Als ik tot rust ben gekomen, schuifel ik voorzichtig naar het bed. De duizeligheid is afgenomen.

Het koele laken tegen mijn huid bezorgen me rillingen. In mijn ooghoek zie ik dat Levi in diepe rust ligt. Zijn ademhaling is regelmatig.

Ik sluit mijn ogen in de hoop dat de slaap dan weer toeneemt. Zijn gelijkmatige ademhaling stelt me gerust.

Ik word zachtjes wakker geschud door Levi. Verschikt open ik mijn ogen. Ik zie dat Levi bezorgd over me heen hangt.

'Eva, gaat het wel met je? Je lag te schreeuwen. Vandaar dat ik je even wakker heb gemaakt.'

Lag ik te schreeuwen. Waar ging überhaupt mijn droom over? Dan komen herinneringen van mijn droom weer boven water. Ik droomde over Austin. Fáck zooi.

'Het gaat wel', zeg ik en schenk hem een klein glimlachje.

'Weet je het heel zeker?' vraagt hij nuchter.

Ik knik overtuigend. 'Ja ik weet het zeker.'

Hij glimlacht geforceerd.

Ik loog natuurlijk tegen hem. Als ik het hem zou vertellen. Levi zal woedend zijn. Het gaat niet goed, heb ik nou gevoelens voor twee jongens?

Plotseling begin ik te hoesten. Levi kijkt me weer vragend aan. Ik negeer hem en probeer rustig te ademen, maar het lukt niet. Mijn keel doet ontzettend zeer. Ik hoest maar en hoest.

Levi duwt me zachtjes terug in het matras en aait liefdevol over mijn wang. 'Je hebt vast een griepje. Je hebt een zware week achter de rug. Ik haal wel wat eten en drinken. Zal ik ook even kijken of ik wat medicijnen kan vinden?'

Ik knik. 'Aspirines en hoestdrank asjeblieft.'

'Ik ben zo snel mogelijk terug', zegt hij. Hij geeft me een teder kusje op mijn wang en gaat dan weg.

Vermoeid sluit ik mijn ogen.

Rust....

{Levi}

Genietend loop ik in de winkelstraat. Arme Eef. Als ik het eten en de medicijnen heb afgerekend loop ik richting het strand.

Zou ik heel eventjes over het strand? Het kan vast wel. Ik loop het nog warme zand op. Langs de kustlijn loop ik een stukje. Opeens word er op mijn schouder getikt. Geschokt draai ik om. Er kijken twee paar ijsblauwe ogen mij aan. Verschikt zet ik een paar stappen terug.

The story about us #herschrevenحيث تعيش القصص. اكتشف الآن