46 ▪︎Kaine▪︎

491 24 2
                                    


"Zou u me misschien kunnen afzetten voor de ingang van het bos daar?"

De man kijkt op zijn horloge en vervolgens weer naar mij via de achteruitkijkspiegel. "Het is bijna kwart over twee mevrouw. Weet u het zeker?"

"Heel zeker." Zeg ik terwijl ik mijn rode lippenstift uit mijn tas pak en die mooi aanbreng op mijn lippen.

Dit wordt leuk.

Als ik zie dat we er bijna zijn, haal ik het elastiekje uit mijn haar, waardoor mijn knot wordt omgetoverd tot een donkerpaarse waterval tot aan mijn onderrug.

"Hoeveel krijgt u van me?" Vraag ik als we voor de ingang van het bos staan.

"De jongen had al betaald. Het is goed zo."

"Oké, dank u." Lach ik vriendelijk voordat ik uitstap.

Daarna loop ik het bos in met m'n pyjama aan en een vest, om drie uur s' nachts.

Ik blijf lopen totdat ik bij de oude schuur aankom. De plek waar het begonnen is. De politie heeft het afgesloten, dus nu staan er linten omheen met de tekst 'verboden te betreden.'

"Ik wist dat je zou komen." Zeg ik dan, wanneer ik zijn warme adem in mijn nek voel.

"Tuurlijk...schoonheid. Ik zal er altijd...zijn..." hijgt hij.

Dan draai ik me om en voel met mijn hand het masker dat ik langzaam naar beneden schuif. Maar hij houdt me tegen.

"Geen zorgen, het is te donker om je te zien." Zeg ik en enkele seconden later laat hij m'n hand los. Wanneer we oog in oog staan, ga ik met mijn vinger langs zijn gezicht.

Als jij hem zonder masker zou zien, zou je hem meteen herkennen...

Die woorden van Jonas... wat bedoelde hij daarmee?

Ik voel zijn welbekende scherpe kaaklijn, zijn gladgeschoren huid, zijn hoekige neus...maar ik voel geen herkenning. Ook zijn stem herken ik nergens van. Waar had Jonas het toch over?

Met mijn beide handen pak ik zijn gezicht vast en breng het dichter naar het mijne toe. Zo staan we enkele seconden te twijfelen over wat dit precies betekent.

Zonder goed na te denken, geef ik hem een harde klap in z'n gezicht. Hij zet verward een stap naar achteren, maar loopt dan gelijk weer naar me toe. "Dat was voor die marteling van de vorige keer!"

Weer geef ik hem een klap. "Dit was voor net, toen je op me wilde schieten!"

"Klootzak!" Roep ik en sla hem op z'n borst, maar hij verroert zich niet.

"Je hebt geen hart!" Roep ik weer en blijf tegen hem aanslaan. Het feit dat het hem weinig doet, maakt dit honderd keer erger. Ik wil hem net zo veel pijn geven, als hij mij gaf.

Plots onderbreekt hij mijn beweging door mijn beide handen vast te pakken. "Destiny..." fluistert hij dan met zijn schorre stem. Zijn schorre afgrijselijke stem. Zijn afgrijselijke sexy stem...

Dit is voor mij de druppel. Zo snel als ik kan druk ik mijn lippen op die van hem. Even lijkt hij verrast te zijn, wat logisch is want ik sloeg hem dertig seconden geleden nog. Maar hij slaat al gauw zijn armen om m'n middel. Zijn lippen voelen zo heerlijk aan, dat ik me niet eens wil terugtrekken.

Ja, ik weet het. Dit is het domste wat ik kon doen. Hij heeft Jonas net vermoord en stond op het punt om ook mij te doorboren met zo'n pijl.

Om maar te zwijgen over het feit dat Athan en ik het net hebben uitgemaakt.

Maar af en toe wint het duiveltje van verlangen dat op mijn schouder zit.

"We....kunnen...er...niet...meer...in." zeg ik tussen het kussen door, doelend op het schuurtje.

In Love With Your Pain...Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu