XX

951 50 2
                                    

Eva pov
Het is stil in huis nu Wolfs er niet is. Ik ben benieuwd of hij straks dronken terug komt. Daar kan ik me beter al vast op voorbereiden. Maar eigenlijk heb ik helemaal geen zin om daarop te wachten. Ik doe alle lampen uit en wil de trap al oplopen, maar een hard gebonk tegen de voordeur doet me stoppen. 'Eva! Doe open.' Dat lijkt de stem van Wolfs wel. Ik loop, op mijn gemak, naar de de deur en onderweg doe ik weer een lampje aan. 'Eef!' 'Ja ja, rustig. Heb geduld.' Ik pak de sleutel en steek die in het slot terwijl er nog steeds tegenaan gebonkt wordt. De deur is open en Wolfs stormt half naar binnen waarna hij de deur met een klap dichtgooit en zich met zijn rug er tegenaan laat vallen. 'Je kan toch gewoon norma-.' Op dat moment krijg ik zijn rood gekleurde mauw en zijn wang in de gaten. 'Wat is er met jou gebeurd?' roep ik verontwaardigd uit. 'Ik, raam, tape, bloed, springen, sleutel, café, glas, -' Ik onderbreek hem. Doordat hij zo buiten adem is begrijp ik er geen snars van. 'Kom, ga even zitten.' doel ik op de bank. Ik loop naar de keuken en vul een glas met water voor Wolfs waarna hij deze dankbaar aanpakt. Ik pak een stoel en zet deze tegenover hem neer. Ook pak ik een doekje die ik nat maak. 'Vertel even rustig wat er is gebeurd.' zeg ik terwijl ik zijn gezicht een beetje bijdraai zodat ik het beter kan zien. Met het doekje dep ik voorzichtig langs zijn wang om het bloed weg te halen. Inmiddels is hij al weer wat op adem en vertelt me het hele verhaal. Volgens mij staar ik hem letterlijk met open mond aan. 'Het was misschien niet slim om door het raam te springen.' deel ik hem mee. 'Wat kon ik anders?' roept hij een beetje kwaad uit. Het was helemaal niet mijn bedoeling om hem kwaad te maken. 'Sorry. Zo bedoel ik het niet.'
Zijn wang is nu inmiddels zo goed als schoon. Het valt nog mee, er zit niet een hele diepe wond. Met een paar dagen zal die wel genezen. 'Laat me even kijken naar je arm.' Voorzichtig til ik hem op, maar ik stop gelijk als hij een paar pijnlijke kreunen uit kraamt. 'Je overhemd moet echt even uit.' Ik begin met het losknopen van de knoopjes, met deze keer een ander doeleind dan normaal. 'Aah, stop.' roept hij kreunend wanneer ik bij de desbetreffende arm ben aangekomen. De stof plakt aan zijn huid. Eraf schuiven, zoals je normaal doet, is geen optie. 'Deze kan je toch niet meer gebruiken door de bloedvlekken, dus ik ga hem open knippen.' Ik sta op en pak een schaar uit de la waarna ik weer bij hem kom zitten. Ik hoor voetstappen op de trap en even later verschijnt Daan in de deuropening. 'Zou ik misschien wat te dri-. Wat is met jou gebeurd?' doelt hij op Wolfs. Wolfs kijkt me aan met een blik, die ik gelijk begrijp. 'Daan. Zou je misschien even weg willen gaan?' vraag ik beleefd. 'Eeh, ja. Natuurlijk.' Hij verdwijnt weer door de gang en ik richt me weer op Wolfs. 'Wat doet hij steeds hier?' vraag Wolfs me verontwaardigd. 'Ik weet het niet. Maar het is opzich wel gezellig toch?' 'Hmm, ik mag hem niet.'
Met de schaar knip ik langzaam vanaf zijn pols naar boven de stof los. Ook zijn arm begin ik schoon te deppen. 'Dit moet echt even gebeuren.' zeg ik wanneer hij weer een pijnlijk gezicht trekt.
Na een heleboel gedoe en heel wat kreunen van Wolfs verder, is ook al het bloed op zijn bovenarm weg. Voor mij was het niet echt een smakelijk werkje, maar ik deed het voor Wolfs. Ik wikkel er nu wat verband omheen voor eventuele stoten. 'Je hebt geluk dat er geen glasscherven meer in zaten.' 'Ja, wat een geluk heb ik.' mompelt hij binnenmonds, maar toch versta ik het duidelijk. 'Wolfs, je weet best wat ik bedoel.' Ik sta op en gooi het kapotte overhemd in de vuilnisbak. 'Kom je?' Ik maak al aanstalten om naar boven te gaan. 'Ja.' zucht hij en doet de lamp uit en volgt me naar boven.

'Wil je aan de andere kant gaan liggen? Zo lig je op mijn arm.' zegt Wolfs droog. 'Ja, natuurlijk. Ik had er niet aan gedacht.' Ik druk me omhoog en klim over hem heen, en onderweg druk ik een kus op zijn lippen. 'Slaap lekker.' zucht hij overdreven. 'Er kan je hier niks gebeuren. Ik ben bij je en de deur is op slot.' probeer ik hem een beetje gerust te stellen. 'Ja, je hebt gelijk. Dankjewel.' Ik zie dat Wolfs zijn ogen sluit en probeert te slapen. Ik kan me heel goed voorstellen dat hij bang is. Dat ben ik ook en met mij is er zelfs niks gebeurd, moet je nagaan. Ik kruip dicht tegen Wolfs aan en doe ook een poging om in slaap te vallen.

Verloren - Flikken MaastrichtWhere stories live. Discover now