XVI

1K 56 12
                                    

Eva pov
De wekker gaat en ik druk hem met een klap uit. Ik schrik als ik zie dat ik geen kleren aan heb. Dan weet ik het weer. Vannacht, met Wolfs, het was geweldig. En geweldig is nog zacht uitgedrukt. 'Hey.' hoor ik zijn schorre ochtendstem achter me. Ik draai me om in zijn arm die nog steeds om me heen ligt en kijk naar hem. Hij haalt een verdwaalde pluk haar uit mijn gezicht. 'Ik vond het heel fijn vannacht.' merkt hij op met een grote glimlach op zijn gezicht. 'Ik ook. Ik ook.' zucht ik verliefd. Doordat ik eerst niet goed kon slapen en daarna nog weer een hele inspanning heb gehad, kan ik niet echt zeggen dat ik me uitgerust voel. Mijn ogen voelen nog steeds zwaar aan. 'Zullen we vrij nemen?' spreekt Wolfs mijn idee al uit. Blijkbaar is hij ook nog behoorlijk moe. 'Ja, of minstens deze ochtend. Daarna zien we het wel.' 'Bel jij?' vraagt hij me. Ik knik en stap uit het bed. Ondanks dat hij me gister ook zo naakt heeft gezien, voel ik me toch een beetje onzeker en pak mijn slipje die op de vloer ligt op waarna ik hem aandoe. 'Ik vond hoe je het net had veel beter.' grinnikt Wolfs. 'Dan heb je pech.' Ik pak mijn mobiel van mijn nachtkastje en bel Mechels om te zeggen dat we deze morgen vrij nemen. Ze vond het wel een beetje vreemd dat we dat allebei deden, maar gelukkig vond ze het goed. 'Het mag.' deel ik Wolfs mee waarna ik weer dicht tegen hem aankruip.

We hebben uiteindelijk nog een uur geslapen, nou ja, op zijn minst rustig gelegen. Maar nu is het half negen en zijn we er toch maar uit gegaan. Ik trek mijn hardloopkleding aan en neem nog een paar slokken water en loop naar Wolfs die aan de keukentafel van zijn ontbijt zit te genieten. 'Ik ga ff lopen.' Ik druk een kus op zijn lippen en loop de voordeur uit. Het is nog best wel frisjes. Alleen maar nóg een reden om me eens goed in te spannen. Langzaam voer ik mijn tempo op. Het ritme van de muziek die via mijn oortjes mijn trommelvlies bereikt, helpt daarbij. Het is heerlijk zo. Niets of niemand dat me stoort. Alleen ik en de weg. Het water naast me is vrij rustig, er is nauwelijks een boot te zien. Auto's zijn er ook vrij weinig. Op een makkelijk vol te houden tempo ren ik door. Stenen schieten onder mijn voeten voorbij. Ik loop onder een tunneltje door om weer even op adem te komen. Aan de andere kant ga ik weer verder met rennen. Ook kom ik langs een muur met graffiti, dat heb ik altijd al mooie kunst gevonden. Ik ren door. Wacht, stop. Het voelt alsof ik iets over het hoofd zag. Langzaam loop ik terug naar die muur. Er lijkt niks vreemd te zien, totdat ik door het zonlicht vreemde bruin/rode vegen zie. Ik zet een paar passen achteruit om beter overzicht te krijgen van wat ik nou eigenlijk zie. Zodra ik lees wat er staat, gaat er een schok door me heen. "WOLFS" staat er levensgroot met bloed geschreven. Nee, dit meen je niet. Shit, ik moet terug naar huis. Wat als er iets is? Zo snel ik kan neem ik de kortste weg naar De Ponti. Het kan me niks schelen dat ik zonder te kijken over de weg ren, wat voor veel getoeter zorgt. Nog nét optijd weet ik een fietser te ontwijken. Eindelijk komt De Ponti in mijn beeld. Het laatste beetje energie dat ik nog heb gebruik ik om een sprintje te trekken. De sleutel graai ik uit mijn broekzak en steek hem in het slot. De eerste paar pogingen wil het niet lukken omdat mijn handen veel te trillerig zijn. Ik moet moeite doen om de deur niet in te beuken. Toch lukt het na enige concentratie en open ik de deur waarna ik naar binnen storm. Er gaat een nog grotere schok dan net door me heen. 'Nee, Wolfs.' denk ik hardop. Hij ligt beweegloos in de stoel...

Verloren - Flikken MaastrichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu