I

2.5K 56 8
                                    

Wolfs pov
Ik ben dossiers aan het afwerken. De afgelopen tijd hadden we niet echt spannende zaken. Soms moesten we zelfs een inbraak doen, omdat er simpelweg geen andere zaak was. In principe is dat een goed teken, de criminaliteit wordt minder. Maar toch heb ik liever een moord om op te lossen.
Ik schrik op van twee handen op mijn schouders. 'We hebben weer een zaak.' hoor ik de vrolijke stem van Eva achter me. Gelijk sta ik op. 'Kom je nog, ouwe?' zegt ze terwijl ze een tik op mijn buik geeft en daarna al richting de uitgang loopt. Lachend schud ik mijn hoofd en loop ik haar achterna.

'Wie is het?' vraag ik aan een van de forensische onderzoekers. 'Hij heeft drie messteken in zijn buik. Dit had hij bij zich.' antwoordt hij en geeft me een zakje met daarin een identiteitskaart. 'Steven van den Veldt, 27 jaar. Geboren in Maastricht.' lees ik de informatie op het pasje voor. 'Zullen we even langs dat adres?' vraagt Eva die met me mee kijkt en naar het adres wijst. Ik knik en Eva volgt me naar de auto.
'Goedemiddag. Recherche Maastricht, ik ben Floris Wolfs, dit is mijn collega Eva van Dongen. Bent u de partner van Steven van den Veldt?' vraag ik maar om gelijk maar met de deur in huis te vallen, aan de vrouw die open heeft gedaan. 'Ja, ja dat ben ik.' 'Ik vrees dat wij slecht nieuws voor u hebben. Zouden wij even binnen mogen komen?' mengt Eva zich nu ook in het gesprek. 'Natuurlijk.' Ze doet de deur wat verder open en ik loop achter Eva aan naar de woonkamer. De kamer is heel erg rustig, maar toch sfeervol. Ik neem plaats op de leren bank. 'Waarover gaat dit?' vraagt ze een beetje nerveus wanneer ze op een stoel tegenover ons gaat zitten. De vrouw, die zich voorstelde als Jantine, kijk van mij naar Eva en weer terug. Eva wisselt nu snel een blik met me en begint dan. 'We hebben uw man gevonden op een oud industrieterrein. Hij is gestorven aan een aantal messteken.' Zodra ze dit heeft uitgesproken, begint Jantine zachtjes te snikken. 'Weet u of hij vijanden had?' vraagt Eva, die duidelijk geen zin heeft om haar te troosten. Jantine schudt haar hoofd. 'Had hij ze niet of weet u niet of hij ze had?' Ik moet binnenmonds lachen om Eva's vraag. 'Ik weet het niet.' 'En deed hij de afgelopen tijd ongewone dingen? Of had hij misschien andere werktijden?' Ik leg m'n hand op Eva's bovenarm om aan te geven dat het voor nu wel even genoeg is geweest. Ze begrijpt het, want ze vraagt niet door. Ik schraap mijn keel even. 'Is er iemand die we voor u kunnen bellen?' 'Mara. Mara Kalmers. Zij is een vriendin.' zegt ze, nog altijd snikkend. Met non-verbale communicatie geef ik aan Eva door dat ik wel zal bellen. Ze knikt en ik loop naar de huistelefoon, die heb ik toen ik binnenkwam al zien staan.

Eva pov

'Wat denk jij?' vraagt Wolfs terwijl hij aan het koken is. Ik sta op en loop naar het aanrecht. 'Ik weet het niet zo goed. Die Jantine was wel echt geschrokken, dus ik ben er van overtuigd dat zij het niet heeft gedaan.' Wolfs knikt instemmend zijn hoofd. 'Hopelijk komen we morgen meer te weten.' Ik loop naar de tafel en ga op de stoel zitten. Ik staar voor me uit. Vandaag zijn we niet zoveel te weten gekomen. Nadat we bij Jantine op bezoek zijn geweest, hebben we wat in het rond gevraagd. Er was niemand die iets gezien had. En voor zover iedereen wist, was hij heel erg geliefd. Eigenlijk iedereen sprak heel positief over hem. Als we geluk hebben, is er morgen meer informatie van de patholoog. Dé grote vriend van Wolfs. Ik lach om mijn eigen gedachte. Wolfs vindt hem maar niks, maar die patholoog ziet Wolfs volgens mij wel zitten. 'Tadaa!' Wolfs zet een pan bijna recht voor mijn neus en gaat tegenover me zitten. 'Wat is het?' vraag ik tewijl ik nieuwschierig in de pan kijk. 'Iets nieuws.' 'Toch niet iets met vis hè?' keur ik het al af. 'Eerst proeven, dan oordelen.' Wanneer hij iets heeft opgeschept, neem ik gelijk een hap. Ik moet toegeven dat het smaakvol is. 'Best lekker. Ik wist helemaal niet dat vis zo smaakte.' Wolfs kijkt me lachend aan. 'Ik heb toch ook niet gezegd dat er vis in zit?' 'Oh ja, dat is waar.' zeg ik een beetje teleurgesteld. 'Fijn dat je het lekker vindt.' zegt hij terwijl hij zijn vork met eten in de lucht houdt als een soort proost. Ik doe hetzelfde. 'Eet smakelijk.'

'We moeten morgen eerst even langs je grote vriend.' zeg ik als we naast elkaar in de badkamer staan om onze tanden te poetsen. Hij kijkt me vragend aan. 'De patholoog.' verduidelijk ik. Hij rolt met zijn ogen. 'Gezellig toch?' Ik geef hem een speelse tik tegen zijn bovenarm. 'Gezellig.' mompelt hij terug. Ik spoel mijn mond met water en droog hem af aan een handdoek. 'Nou, ik ga slapen. Tot morgen.' Ik druk een kus op zijn wang. Dat is iets wat een gewoonte is geworden, al zou ik wel meer willen...

Het begint een beetje standaard en saai, maar daar komt wel verandering in. Maak je je daar maar niet druk om.
En over druk gesproken: Ik heb deze week niet zo veel tijd om te schrijven, dus waarschijnlijk komt het volgende deel in het weekend erop. Maar als ik wel een deel af krijg, plaats ik het natuurlijk!

En, wat is jullie eerste reactie op dit verhaal?

Verloren - Flikken MaastrichtWhere stories live. Discover now