Hoofdstuk 5

26 3 0
                                    

Alice.

"Hee Minho! Kunnen we even praten." Zeg ik als Minho naast mij en Newt is komen zitten. Hij knikt en loopt alvast naar een boom. Ik wil hem volgen tot ik Newt's blik zie. "Ik ben zo terug." Hij knikt en pakt een pot waar vloeistof in zit. Ik loop naar de boom waar Minho staat. "Morgen, mag ik met je mee." Zeg ik blij. "Het labyrint in?" Ik knik hevig. "Heeft Alby dat gezegd?" Ik knik alweer mijn hoofd. "Heb je het Newt verteld?" Dit keer schud ik mijn hoofd. "Maar als jij vrij goedkeurt als Renner, mag ik misschien vaker met je mee." "Wauw! Dat is fantastisch! Maar, alleen als je belooft om wel goed uit te kijken en bij mij blijft." "Deal."

Met grote glimlach loop ik terug naar Newt. "Zozo, jij bent blij. Waar hebben jullie het over gehad?" "Ik mag morgen... meehetlabyrintinmetminho!" Zeg ik in een keer achter elkaar. "Ho, dat ging me te snel." "Ik mag morgen, samen met Minho, mee het labyrint in." Zijn blik veranderd van hoopvol naar iets wat ik niet echt kan plaatsen. "Nee." Zegt hij kortaf. "Alice, je gaat niet het labyrint in." "Alby had het bedacht." "Je bent hier net 2 dagen, ik laat je echt niet het labyrint in gaan." Hij wordt boos, maar ik zie dat hij zich in probeert te houden. "Hoezo? Ben je bang dat mij iets overkomt? Je bent toch niet bezorgd. Ik kan best voor mezelf zorgen en ik kijk heus wel uit." Hij knikt, maar ergens zie ik in hem dat hij het er absoluut niet mee eens is.

"Ik ga slapen. Ik ben moe en ik moet morgen eerder opstaan." Zeg ik tegen Newt. We hebben de hele avond een beetje gepraat. Newt heeft ook non-stop gedronken uit die pot. Het stinkt enorm. Newt knikt en wilt weer gaan drinken. "Newt, hou alsjeblieft op met drinken." Volgens mij gaat dat ding echt nooit leeg. Hij haalt zijn schouders op en neemt alsnog een slok. Ik draai met mijn ogen. "Welterusten." Ik krijg geen antwoord terug. Het zal wel. Ik ben heel moe, dus zodra ik de trui van Newt heb aangetrokken en in mijn hangmat ben gaan liggen val ik direct in slaap.

"Alice, Alice, wordt nou wakker." Ik kreun en een gaap verlaat mijn mond. "Laat me nou slapen." En lichtjes duw ik iemand weg. "Hé, het is Minho. Over een half uur gaan de muren open, dan moeten we weg. Je moet even opschieten." Na een paar secondes realiseer ik me wat hij net heeft gezegd en ik herinner me ook weer dat ik vandaag het labyrint in zou gaan. In een klap word ik wakker en ik spring uit mijn hangmat. Minho vangt me nog net op tijd op, voordat ik op de grond val vanwege mijn snelle handeling. "Ik heb al een broodje klaargelegd en een rugzak en ik heb hem ook al ingepakt, dus dat hoeft niet meer. Oh ja, trek dit aan. Dan gaan de andere jouw kleding wassen terwijl je weg bent. Dan is het weer schoon." Hij overhandigd mij een blauw shirt en een zwarte broek. "Bedankt."

Ik ga achter mijn muurtje staan, die de jongens gebouwd hadden voor mijn privacy en ik kleed me om. Ik vouw de trui van Newt op en leg hem in mijn hangmat. Enthousiast en met volle energie ga ik naar de eettafel waar Minho een sneetje brood met een ei van de kippen die hier rond lopen, heeft neergelegd. Ik eet mijn broodje op, vervolgt door een beker water, een ei en de laatste slokken water. Ik spoel mijn mond en doe mijn haren in een hoge staart. Mijn veters hangen een beetje los, dus ik strik ze extra goed voordat ik straks onderuit ga. En als laatst loop ik naar Minho toe.

"Ben je er een beetje klaar voor, Ally?" Hij heeft een glimlach op zijn gezicht, net zoals ik. "Ally? Sinds wanneer hebben we bijnamen voor mij?" Hij doet alsof hij nadenkt. "Uhm, sinds net. Verzin er één voor mij." Ik denk na. Mi, Min, Mini. Wat moet ik hier nou voor verzinnen. "Geen idee, hoe wil je dat ik je noem." Hij krijgt een hele grote grijns op zijn gezicht. "Wat dacht je van... Minho de Grote." Ik schiet in de lach en Minho doet precies hetzelfde.

Na een paar minuten nog meer stomme bijnamen voor elkaar verzinnen en lachen horen we geschuif. De muur gaat open. "Klaar?" Ik knik en we gaan hardlopend naar binnen. Voordat we de bocht omgaan blijft hij stilstaan. "Als jij vandaag de hele route heen kan onthouden en aan het eind van de dag vertellen, dan mag jij vaker met mij mee." Ik grinnik. Dat wordt dus extra opletten, want het lijkt me wel heel leuk om dit vaker te doen. En we rennen weer verder. Links, rechts, rechts, links, rechts. En elke keer als we even een kleine pauze hielden herhaalde ik alle richtingen.

Ik ben helemaal uitgeput. Minho zei net dat we er bijna zijn. Maar dat lijkt al uren geleden. Hij zelf is ook moe. Maar beide rennen we door. De muren gaan namelijk over een half uur dicht. En niemand heeft een nacht overleeft in het labyrint. In de verte hoor ik al de stemmen van het kamp. Dit geeft mij weer extra motivatie en ik begin harder te rennen. Minho probeert me bij te houden, maar ik ren toch een stukje sneller. Ik ren de bocht om en ik zie Alby en Gally voor de uitgang staan. Alby heeft een grote glimlach op zijn gezicht staan, terwijl Gally mij geërgerd aankijkt. Ik zak neer op de grond in het warme gras. Minho komt naast me zitten. "Zozo Ally, jij ging snel, dat laatste stukje." "Eindsprintje." Zeg ik lachend.

"Oké, kom mee." Moeizaam trek ik mezelf omhoog en stap voor stap volg ik Minho. Hij loopt het bos in en verderop zie ik een houten huisje die ik nog niet eerder heb gezien. 'Verboden toegang!' 'Niet binnenkomen.' Staat er op de bordjes die naast de deur hangen. Minho opent de deur en ik loop naar binnen. In het midden van de ruimte staat een ronde houten tafel. Er staan allemaal houten staafjes die een doolhof vormen. En in het midden zit een vierkant. Dit is ons kamp, de Laar "Is dit het hele labyrint?" "Ja, ik heb elke centimeter gelopen en in kaart gebracht." "Is er dan wel een uitweg?" Zijn ogen staan leeg. "Ik weet het niet Ally, maar als we gewoon door blijven zoeken, dan kunnen we misschien toch iets vinden." Veel hoop zit er niet in zijn stem. Ik denk dat hij het al een soort van heeft opgegeven. "Maar vertel, welke route hebben we gelopen?" "Nou, als eerst gingen we natuurlijk het labyrint in, toen gingen we hier naar links, rechts, rechts, links, rechts, links, links, rechts, rechts, links, rechts..." Ik vertel de hele route na en de blik van Minho wordt alleen maar verbaasder dat ik dit prefect uit mijn hoofd weet. "Helemaal goed, Ally! Morgen ga je naar je laatste trainingen en als Alby, Newt en Gally, geen ander vak voor je hebben, dan mag jij wat mij betreft Renner worden." Ik slaak een klein gilletje van geluk. Ik voelde me zo vrij vandaag, door alleen maar te rennen.

Stuck in the mazeWhere stories live. Discover now