pity party

220 11 1
                                    

- 𝘔𝘢𝘺𝘣𝘦 𝘪𝘵'𝘴 𝘢 𝘤𝘳𝘶𝘦𝘭 𝘫𝘰𝘬𝘦 𝘰𝘯 𝘮𝘦 𝘞𝘩𝘢𝘵𝘦𝘷𝘦𝘳, 𝘸𝘩𝘢𝘵𝘦𝘷𝘦𝘳 -

Ik kom aan in de common room. Ik zie de jongens bij het haard zitten. Ik baan me een weg naar hun toe.
'Hey.' zeg ik, terwijl ik naast Peter ga zitten. Hij schuift iets van me af. Niemand antwoord. 'Hallo.' vraag ik nogmaals.
'Wat wil je?' snauwt James.

De jongens negeren me al een paar dagen. Soms als ze in een goede bui zijn, praten ze met me, maar meestal leidt het tot een discussie over Severus. Ik word er verdrietig van en ik huil mezelf zowat elke nacht in slaap. De meisjes maken zich zorgen om mij, ze blijven vragen wat er aan de hand is, maar ik geef nooit goed antwoord. Ik denk dat ze niet eens weten dat ik ruzie heb met de Marauders.

Ik zucht.
'Het is al 4 dagen geleden, kunnen we het nou eindelijk goedmaken?' vraag ik, maar Sirius slaat een nep lach uit.
'Goedmaken? Dacht het niet.' antwoordt hij. 'Je hebt het deze keer echt verpest, Lupin.'
Ik rol met mijn ogen.
'Waarom? Omdat ik uitga met de jongen die jullie pesten?'
'Je weet zelf ook heel goed dat wij hierin niet de slechteriken zijn.' mompelt Peter.
'Dus is hij ook niet, of wil je beweren van wel?' vraag ik.
'Ja, hij is de slechterik.' spuugt James. 'Ik denk dat hij niet kan wachten om zich bij je-weet-wel aan te sluiten.'
Ik hap naar adem.
'Dat is een ernstige beschuldiging, Potter.' zeg ik. 'Daarbij zou hij dat nooit doen.' fluister ik. James rolt met zijn ogen.
'Hij manipuleert je.' gaat hij verder. Ik sta op.
'Wat is er fucking mis met jou?' vraag ik boos. 'Als je denkt dat je ervoor kunt zorgen dat ik het met hem uitmaak, dan heb je het mis.' zeg ik. 'Zelfs als hij een death eater was, zou ik nog steeds van hem houden.' Ik weet dat dat niet helemaal waar is, maar ik moet op een manier mijn punt maken.
'Ja joh, ga lekker iedereen verraden, je vrienden, je ouders. Ga je gang, sluit je dan bij hem aan.' zegt James. Ik sta op het punt om te huilen. Het doet pijn hoe ze me behandelen. Ik zucht en probeer mijn adem onder controle te houden.
'Whatever.' zeg ik, terwijl ik normaal probeer te klinken, maar het faalt. 'Heb het lekker naar jullie zin, als jullie geen vrienden meer willen zijn, dan is dat prima.' Ik kijk Remus - die recht vooruit kijkt, zonder oogcontact met ook maar iemand te maken - aan. Ik schamper, draai me om en loop weg van de vier jongens.

Ik loop naar de meisjes dormitory. Als ik binnen ben doe ik de deur met een harde klap dicht. Alice schrikt luid.
'Jeez Sel, wat is er met jou aan de hand?' vraagt ze. Ik draai me om. Mijn gezicht is bedekt met tranen. De meiden springen op. 'Gaat het?' vraagt ​​Marlene. Mary rolt met haar ogen.
'Ze zit onder de tranen, Mar, wat denk je zelf?' vraagt ​​Mary sarcastisch. Ze knielen allemaal naast me neer. Lily gaat naast me op het bed zitten en slaat haar armen om me heen. Ik leg mijn hoofd op haar schouder.
'Gaat het om wat ik denk dat het is?' vraagt ze. Ik knik. Marlene, die voor me zit, kijkt me wederom bezorgd aan.
'Wil je ons vertellen wat er aan de hand is?' vraagt ze voorzichtig. Ik denk even na en knik dan langzaam.
'Het is gewoon... jullie weten dat ik een vriendje heb, right?' vraag ik. Ze knikken. 'Nou niet geschokt zijn maar het is Severus Snape....'
Mary's ogen worden groot.
'Je bent serieus?' vraagt ze, waarop ik knik.
'Is hij de rede waarom je huilt... heeft hij je laten huilen...?' vraagt Marlene, waarop ik snel mijn hoofd schud.
'Nee nee, hij- we houden van elkaar, hij is aardig tegen me.' zeg ik. 'Het zijn de jongens die naar tegen me doen.'
'Het spijt me zo.' zegt Lily die me een knuffel geeft.
'Ik wist altijd al dat die jongens sukkels waren.' zucht Mary. Ik glimlach zwakjes.
'Ik vraag me af of ze me ooit nog toelaten...'
'Vast wel.' zegt Marlene vastberaden, 'en zo niet... je hebt ons! Wij zijn toch veel leuker.'
'Ze moeten de nieuwe informatie gewoon laten bezinken, ze draaien wel bij.' zegt Alice.
'Misschien hebben jullie gelijk.'
'We hebben altijd gelijk dummy.' grinnikt Marlene. 'ben je daar nu pas achter?' Ik rol glimlachend mijn ogen, het is gek hoe de meiden altijd weten hoe ze mijn aandacht van mijn problemen kunnen afleiden.
Lily haalt haar arm van mij af.
'Voel je je al beter?' vraagt ze, waarop ik knik. Ik kijk op mijn horloge.
'Ik had eigenlijk nu met Sev afgesproken ik de Bieb.'
'Ga dan maar.' zegt Alice met een glimlach. Ik knik en sta op.
'Zie jullie later!' zeg ik nog voordat ik de kamer verlaat.

Ik stap de trap af, de common room binnen. De jongens zitten nog steeds op dezelfde plek. Ik doe mijn best om niet naar ze te kijken en loop ze stug voorbij. Achter me hoor ik mijn broer m'n naam roepen. Hij pakt mijn pols en draait me om.
'Wat?' snauw ik en ik trek mezelf los. Hij kijkt van de Marauders - die ook naar ons staren - terug naar mij. Hij duwt me verder de schaduw in.
'Ik wil gewoon zeggen dat het me spijt van de jongens, ze zijn gewoon-'
'Dickheads.' maak ik af, 'net zoals jij, want je doet er niks aan om ze te stoppen. Dus vriendelijk bedankt voor je excuses, maar ik hoef ze niet. Als je het niet erg vindt ga ik nu naar Sev toe.' Ik gun de drie jongens verderop nog een sceptische blik voordat ik me omdraai en wegloop.

𝐖𝐀𝐑 𝐎𝐅 𝐇𝐄𝐀𝐑𝐓𝐒 ☾ // MaraudersWhere stories live. Discover now