~ Chapter 20

6 1 0
                                    

We staan buiten bij de scooter na te denken waar we Bas gaan zoeken. "Laten we naar Max en Jason gaan, misschien is hij daar en anders weten zij misschien meer", zeg ik. Snel rijden we met de scooter naar Jason zijn huis. Jason heeft geen deurbel dus ik klop op de voordeur. We wachten misschien net vijf seconden als Noëlle op de deur begint te rammen. Ik pak haar hand vast. "Wat doe je?", vraag ik geschrokken. "Waarom doen ze nou niet open?", vraagt Noëlle ongeduldig. Dan word de deur open gedaan door Jason. Noëlle loopt meteen door naar binnen. "Is Bas hier?", vraagt ze. Max springt op. "Nee, hoezo?", reageert hij. Ongemakkelijk kijken Jason en ik elkaar aan. Dan wenkt hij dat ik ook naar binnen moet lopen en ik loop verder. Noëlle zit op de bank met haar handen in haar haren. "We waren net bij het ziekenhuis, maar Bas mocht al gaan", zeg ik zo rustig mogelijk. Max grijpt zijn sleutels van de tafel en loopt naar de deur. "Laten we even langs zijn huis rijden", zegt hij snel en hij loopt door naar de auto.

Alle vier zitten we stil op de bank en de twee stoelen bij Jason thuis. Niemand zegt wat en allemaal zijn we bezorgt om Bas. Nergens hebben we hem kunnen vinden. "Misschien is het beter als we nu allemaal naar huis gaan, dat we hem berichten blijven sturen en morgen verder zoeken. Wie weet komt hij vanavond gewoon weer thuis maar had hij even tijd voor zichzelf nodig", oppert Jason. We knikken allemaal instemmend. Noëlle en ik lopen naar buiten. "Wil je anders dat ik bij je blijf?", vraag ik aan Noëlle. "Nee, ik wil denk ik ook even alleen zijn." Ik knik en geef haar een knuffel. Noëlle stapt op haar scooter en rijdt weg. Ik draai me om en vraag aan Max of ik van hem een lift naar huis kan krijgen. In de auto verteld Max mij dat dit de tweede keer is dat Bas weg is gelopen. De eerste keer kwam hij 's avonds weer terug omdat hij honger had en moe was. Ik weet niet of hij dit verteld om me gerust te stellen, maar het werkt niet echt. Waar kan hij nou zijn? Waarom is hij überhaupt weggelopen?

Na een tijdje rijden schrik ik op uit mijn gedachtes doordat Max zijn auto uit zet. "We houden contact goed? Het komt echt wel goed, Bas loopt niet in zeven sloten tegelijk", zegt Max. Dit was wél duidelijk om me gerust te stellen. "Bedankt, ook voor het thuisbrengen", zeg ik lachend terug. "Geen probleem", reageert Max en ik stap uit. Ik loop naar de voordeur en zie dat mijn vader thuis is. "Hey", roep ik als ik naar binnen loop, maar ik krijg geen antwoord terug. Ik loop verder naar de keuken, waar ik net mijn vader zag zitten. Hij zit er nog steeds, met zijn handen in zijn haar. Ik ga tegen over hem zitten. "Pap, wat is er?" vraag ik bezorgt. Hij reageert niet maar kijkt me alleen hopeloos aan. Dan slaat hij met zijn hand op tafel. Ik schrik van de klap die ik hoor. Als hij zijn hand optilt zie ik dat er iets onder ligt. Het is een zakje wiet. Niet-begrijpend kijk ik mijn vader aan. "Wanneer wilde je dit aan me vertellen?", vraagt hij zo rustig mogelijk. Ik zie in zijn ogen dat hij er alles aan doet om zich in te houden. "Wat?", vraag ik. "Sinds wanneer zit je aan dat spul?", vraagt hij met zijn kiezen op elkaar aan gedrukt. "Dat spul is niet van mij!", roep ik. "Ik vind het in jouw tas!", roept hij terug. Verbaasd kijk ik hem aan. "Welke tas?" Mijn vader houdt de rugtas omhoog die ik mee had naar de Efteling. "Ik haal het uit dit zij vakje", zegt mijn vader kwaad. Ik voel dat ik rood word. Niet omdat ik me betrapt voel, maar omdat ik ook kwaad word. Kwaad op Max. Het is precies hetzelfde zakje als dat Max had, en hij had het zogenaamd teruggegeven. "Dus hoe kom je er aan?" vraagt mijn vader. "Het is niet van mij", roep ik terug. "Van wie is het dan?" Ik laat me achterover in de stoel vallen en kijk naar de grond. "Weet ik niet", zeg ik en ik ontwijk zijn blik. Ik wil Max niet verraden voordat ik hem heb gesproken. "Je hebt nog tien seconden om de waarheid te spreken, anders heb je huisarrest tot zondag!", roept mijn vader. Ik zeg niks. Hij begint af te tellen. Ik blijf met mijn armen over elkaar opzij naar de grond kijken. Hij is bijna bij één. Nog steeds blijf ik stil. "Huisarrest voor jou", zegt hij vastbesloten. Hij loopt weg en komt even later terug met zijn jas in zijn handen. "Ik ga even langs bij Marlies. Als ik erachter kom dat jij niet thuis bent als ik terug ben dan heb je nog een week huisarrest te pakken", zegt hij streng. Voor ik kan reageren loopt hij alweer weg. Als ik de voordeur dicht hoor slaan sta ik op en trap ik boos tegen de stoel aan. Ik ren naar boven naar mijn slaapkamer. Huilend ga ik bij mijn bed staan en trek ik mijn shirt uit om een oversized trui aan te trekken. Dan ineens word ik bij mijn enkel gegrepen. Ik gil van de schrik.

The perfect matchDonde viven las historias. Descúbrelo ahora