~ Chapter 18

9 1 0
                                    

Na nog een keer diep zuchten besluit ik toch om Bas te helpen. Ik loop snel naar hem toe en grijp hem bij zijn arm. "Bas, kijk naar me", zeg ik rustig. Hij reageert niet op mij. "Kijk naar me!", schreeuw ik nu. Verschrikt kijkt Bas me aan. "Alsjeblieft Bas, stop. Stop met vechten", smeek ik hem. Het lijkt wel alsof hij een waas voor zijn ogen heeft. Hij kijkt zo kwaad. De jongen waarmee hij vecht begint te grinniken. Ik voel dat Bas zijn arm weer aanspant om uit te halen. "Alsjeblieft, we zijn toch vrienden? Doe het voor mij en laat hem. Wij weten toch beter?", blijf ik smeken. Het lijkt alsof Bas wakker wordt uit de waas. Hij laat de jongen los en doet een stap naar achter. Snel loopt hij weg richting de school. Ik kijk de jongen nog kwaad aan. Hij kijkt kwaad naar hoe Bas weg loopt. Snel ren ik achter Bas aan. Ik ben niet snel genoeg, iemand rent mij voorbij. Het is de jongen. Ik blijf stil staan en kijk wat er gebeurd. De jongen valt Bas van achter aan. Bas valt voor over en klapt met zijn hoofd tegen een bankje die midden op het plein staat. "Bas!", roep ik. Ik ren naar hem toe. Hij reageert niet. "Bas!", schreeuw ik nu in paniek. Jason komt er aan gerent. De jongen die Bas aanviel staat snel op en rent weg. Bas reageert nergens meer op. Ik voel aan zijn pols. "Ik voel nog hartslag, bel 112!", roep ik naar Jason. Jason staat op en belt. Voor me zie ik hoe Max de jongen tegenhoudt en mee trekt naar binnen. Ik kijk weer naar Bas. Er zit een schram boven zijn wenkbrauw en hij heeft een bloedneus. Er rolt een traan over mijn wang.

Het duurt niet lang voordat 112 is gearriveerd. De rector staat erbij en zorgt dat Bas wordt meegenomen. Bas wordt op een brancard in de ambulance gerold. De deuren sluiten en de ambulance rijdt weg. De rector loopt naar Jason en mij, maar wat hij zegt dringt niet tot me door. Ik kijk naar de scooters, maar ook Noëlle is weggerend. "Kom, mee naar binnen", zegt Jason tegen mij en hij pakt mijn hand. Achter de rector aan lopen we naar de kantine. De kantine is leeg want de lessen zijn al begonnen. Als we aan een tafel zitten komt de rector aan met 2 bekertjes water. "Blijf hier maar even zitten, ik ben zo terug", zegt de rector en hij loopt weg. "Gaat het?", vraagt Jason bezorgt. Ik knik terwijl ik voor me uit staar. "Geschrokken", zeg ik enkel. Ineens dringt het tot me door hoe dit voor Jason moet zijn. Het is zijn neef. "Hoe gaat het met jou?", vraag ik. Jason glimlacht. "Het is niet de eerste keer dat hij gewond raakt na een gevecht", zegt hij. Ik kijk naar de grond en reageer niks terug. Dan komt Max aanlopen. "Nou, die sukkel is drie dagen geschorst", zegt Max als hij bij ons komt zitten. "Drie dagen maar?", roep ik boos. Jason legt een hand op mijn been. "Rustig Naomi, laten we gewoon hopen dat het goed gaat met Bas", zegt hij rustig. De manier van praten maakt me ook echt rustig. "Waar is Noëlle eigenlijk?", vraagt Max. Shit! Noëlle! Die was ineens weg. Ik grijp mijn tas van de grond en loop snel weg. "Ik ga d'r zoeken!", roep ik nog.

Ik heb overal gezocht. Op de toiletten, in het lokaal waar we eigenlijk les zouden hebben, bij de kluisjes, op het plein. Nergens heb ik Noëlle kunnen vinden. Ik heb haar wel twintig keer gebeld en wel honderd berichten gestuurd. Ze reageert nergens op en steeds krijg ik voicemail. "Denk na. Denk na", praat ik tegen mezelf. Dan ineens weet ik waar ze kan zijn. Snel ren ik naar het grasveld achter de school. Helemaal aan het eind staat een hek van gaas met een gat er in. Het gat is net groot genoeg om er doorheen te kunnen kruipen. Achter het gat, een stukje het bos in, ligt een grote omgevallen boom. De boom ligt er perfect als bankje om te zitten. Er komt nooit iemand op die plek. Ik ben bij het hek en kruip er door heen. "Noëlle?", roep ik. Iets in mij zegt dat ik haar hier ga vinden. "Noëlle", roep ik zo hard als ik kan. Ik luister goed of ik reactie hoor. Ineens hoor ik wat. Ik loop dichter naar het geluid toe en hoor gesnik. "Noëlle?", zeg ik hard genoeg zodat diegene mij zou kunnen horen. Ik ben bijna bij de omgevallen boom en hoe dichter bij ik kom, hoe harder ik het gesnik hoor.

The perfect matchWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu