~ Chapter 1

30 2 2
                                    

Ik zit door het raam van het klaslokaal te staren. Naast me zit Noëlle te praten met Jason en Max. Ik hoor ze wel, maar wat ze zeggen dringt niet tot me door. Door het raam kijk ik naar de gang. Er zitten drie jongens op de grond spelletjes te spelen en te lachen. Langzaam tikt de tijd van ons laatste les uur, voor dat het weekend begint, voorbij.
Dan voel ik een zachte stomp tegen mijn schouder. Verbaasd kijk ik Noëlle aan. Ik zie drie paar vragende ogen mijn kant op kijken. Wat een ongemakkelijk gevoel. ''W-wat?'' stamel ik. Jason grijnst. "Of je vanavond mee gaat naar Greysoul?" Greysoul is een supergave club waar vanavond toevallig karaoke avond is. Dat zijn mijn favoriete avonden. "Vanavond kan ik niet", zeg ik teleurgesteld. "Waarom niet?" "Ik moet op mijn zusje passen." "Dan neem je je zusje ook mee", lacht Jason. ik grinnik. "Mijn vader maakt me af."
Dan gaat de bel. Iedereen pakt snel zijn spullen bij elkaar. "Weekend!" schreeuwt Jason, en hij beent snel weg. Max gooit zijn tas om zijn schouder. "Zien we jou vanavond wel Noëlle?" Noëlle lacht. "Tuurlijk!" Ik krijg een knipoog van Max en ik glimlach terug. "Wat is het toch een schat", zucht Noëlle terwijl ze haar schouders laat zakken. Ik begin te lachen. "Voelt er hier iemand kriebeltjes in haar buik?" Noëlle draait zich snel naar mij. "Echt niet!" roept ze. "Ik doe niet aan verliefd zijn, Max is gewoon een vriend!" Ik knik lachend en vol ongeloof. Samen lopen we ook het lokaal uit.
Eenmaal op het schoolplein zien we een groep in een cirkel staan. Er komt veel geschreeuw vandaan. "Vechten, vechten!" roept iedereen. Noëlle en ik hoeven elkaar maar één seconde aan te kijken om te weten wat de ander denkt. Er heen! We drukken ons door de cirkel van omstanders en al snel zie ik Bas iemand in elkaar slaan. Ik kijk wie er op de grond ligt en schrik wanneer ik deze persoon herken. Het is Sam, mijn buurjongen. "Bas! Stop!" roept Noëlle, er gebeurd niks. Ik zie de pijn in Sam zijn ogen en kan dit niet aan zien. Voor ik het door heb hang ik met al mijn kracht aan Bas zijn arm. Hierdoor kan hij de volgende tik niet meer geven. Hij draait zich in een ruk om en buigt intimiderend over me heen. "Wie denk je wel dat je bent?" vraagt hij boos. "Wat ben je nou aan het doen? Moet je echt een kleiner, jonger, onschuldig jongentje in elkaar slaan om je te bewijzen?" Ik schrik zelf ook van mijn woorden. Eigenlijk ben ik ook super bang voor Bas, maar ik kan alleen maar denken aan de pijn en de angst in de ogen van Sam. "Onschuldig?" roept Bas. "Hij had een grote bek en daar hou ik niet zo van." Hij buigt nog verder voorover. "En aangezien jij dat nu ook hebt, zal ik het dan maar op jou afmaken?" vraagt hij met zijn kaken op elkaar. Ik krijg rillingen over mijn rug. Bang kijk ik naar zijn vuist die klaar is om uit te halen. Ik schud lichtjes met mijn hoofd. "Doe normaal" fluister ik bijna smekend. Hij begint te glimlachen terwijl hij uitademt door zijn neus. Ik ruik zijn adem, zo dicht staat hij op me.
Dan hoor ik de rector schreeuwen. "Bas van Swieten! Mee komen!" Hij laat zijn vuist zakken en tuft naast me op de grond. Boos kijkt hij me aan terwijl hij weg loopt. Mijn bange blik maakt plaats voor een verbaasde blik. Noëlle springt me om mijn nek. "Ik snap het niet, hoezo luisterde hij zo goed naar de rector?" Noëlle laat me weer los. "Wat maakt het uit, de rector heeft zojuist je knappe koppie gered." Ik kijk naar Sam. Hij heeft een flinke schram boven zijn wenkbrauw en een bloedneus. Ik ga op mijn knieën bij hem zitten. "Lukt het om op te staan?" Ik sla mijn arm om hem heen en help hem overeind. Sam snikt. "Kom, we brengen je thuis" zegt Noëlle zorgzaam en ze pakt zijn hand.

The perfect matchWhere stories live. Discover now