Hoofdstuk 15

113 7 2
                                    

Al vanaf het ogenblik dat hij voor het eerst zijn signatuur had geplaatst onder een document op het gemeentehuis van Westerlo, had Arnaud Cools reikhalzend uitgekeken naar zijn pensioen. Hij putte nooit plezier uit het invullen van zijn dagen met het invullen van paperassen, maar hij trok zich op aan de warmte en liefde die zijn echtgenote hem schonk bij zijn thuiskomst; de gedachte dat zij het huishouden draaiende kon houden dankzij het geld dat hij verdiende, maakte het eentonige bureauwerk allemaal de moeite waard. 

Op een frisse valavond aan het eind van oktober, toen Arnaud tijdens zijn fietstocht naar de Meulemanslaan de goudoranje bomen langs de wegen gadesloeg en ondertussen de bloemenwinkel van het dorp voorbijreed, remde hij zich in een opwelling van het moment af, en niet veel later verliet hij alweder de zaak die spoedig sluiten zou met in zijn handen een boeket chrysanten voor Maria. Negen maand zwanger was ze ondertussen, en ofschoon haar volle buik haar hinderde in het voortgaan en hij haar gelaat vaker verwrongen van pijn dan beschilderd met een lach zag, bleef haar schoonheid ongeëvenaard. Na een poosje parkeerde Arnaud zijn fiets tegen de voorgevel van de woning en opende hij het poortje dat naar de achtertuin leidde; daar, op de witte bank, met haar rug naar hem gericht, zat zijn vrouw, en ze schreef onverstoord de bladzijden van haar dagboek vol. Arnaud naderde haar geruisloos, wachtte even, en verraste haar dan langs achteren met een kus op haar wang. 

Maria slaakte een kreetje. Haar dagboek viel geopend op de stenen neer toen ze de kus beantwoordde en haar hand door Arnauds donkerblonde haren liet glijden. "Allé zotteke, ge doet me zo schrikken. Sebiet wordt onze kleine te vruug geboren door aa", grijnsde ze. 

Arnaud kwam naast haar zitten en toonde haar het oranjerode boeket. "Alstublieft, voor u, om 't goe te maken."

"Ze zijn zo schoon, Arnaud, waar hem 'k da toch aan verdiend?"

Hij sloeg liefkozend zijn arm om haar schouder en schoof wat dichter naar haar toe, maar Maria verwijderde zich van hem. "'k Zal m'n dagboek efkes oprapen", mompelde ze. 

"Nee, da doe ik wel," zei haar man streng en nog voor ze zich had kunnen verroeren had hij het schrift reeds van de grond geraapt, "past gij maar op, straks overkomt u iets." Hij gaf haar het dagboek met roodbruine omslag zonder erin te kijken, ofschoon hij zich al sinds hij haar kende afvroeg welke woorden ze aan het papier toevertrouwde. 

Voorzichtig glimlachte Maria. In haar ogen blonk echter een zweemsel van onrust, en ze verstevigde haar greep om de stengels van de bloemen. 

"Meisje, wa scheelt er?" Ondertussen fluisterden de wilgen rond de velden achter hun kleine tuin.

"D'er is niks, waarom zoudt ge da denken? Allé, we zullen naar binnen gaan, dan kunnen w' avondeten." Maria drukte zich behoedzaam op, steunend op de arm die Arnaud haar aangereikt had, en ze wilde zich haast naar binnen begeven, toen haar echtgenoot de vochtige plek op de achterkant van haar oranje rok bemerkte. Zijn blik schoot naar de plaats waar ze zojuist gezeten had; naast de ruiker die in al zijn kleurenpracht op de bank lag, bevochtigden enkele doorzichtige vegen het zitmeubel. 

Ook Maria had zijn oogopslag gevolgd. "Godverdoeme", fluisterde ze met een merkbare trilling in haar stem. Ze wisselden een bezorgde blik, zwegen een moment, en barstten vervolgens in lachen uit, terwijl de tranen van vreugd en angst in hun ogen brandden. 

"'t Gaat komen, Maria, ge gaat moeder worden." Arnauds stem was zwak en hij sloeg zorgzaam zijn arm om haar schouder. 

Maria's adem stokte. "Ja, 't gaat komen", herzei ze als om zijn woorden tot haar te laten doordringen. Een voorzichtig lachje kleurde haar gelaat, en zonder te denken aan het boeket dat op de bank lag, ondersteunde Arnaud haar naar binnen en beklommen ze samen de trappen. Terwijl hun voeten wegzakten in de stof van het tapijt in de duistere gang op de eerste verdieping, flitsten allerhande gedachten door Arnauds hoofd. Wat moest hij doen als de pijn Maria teveel werd? Wie moest hij inlichten om haar bij te staan? Hoe moest hij haar troosten als het opnieuw zou misgaan?

Het Geslacht Vuil GatWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu