Hoofdstuk 5

108 4 0
                                    

Ik ben vroeg wakker geworden. Ik heb niet zo goed geslapen. Ik moet altijd wennen aan een nieuw bed, deze keer dus ook. Ik hoop dat ik vannacht beter slaap. Papa en mama slapen nog. Die slapen waarschijnlijk wel uit, want die hebben de afgelopen nachten niet heel erg lang en goed geslapen. Oma is gisteravond laat naar huis gegaan. Ik heb het gezellig met haar gehad. 

Papa en mama zijn ondertussen ook beneden. We zijn nu samen aan het ontbijten. Ik heb een croissantje met jam en een lekker kopje thee. Papa en mama hebben dat ook. Papa moet straks werken. Hij is een politieagent en moet dus ook in het weekend werken. Ik ben dan alleen met mama. Dat is wel gezellig. We gaan denk ik een spelletje spelen. Monopoly ofzo. Dat is mijn lievelingsspel. De brace die ik om moet, zat in het begin wat irritant, maar ik wen er steeds meer aan. Het lijkt nu zelfs alsof het er niet is, zo ben ik er al aan gewend. Ik hoor de telefoon gaan. Het is mijn trainster Anna. Ze vraagt of ik vanmiddag wat te doen heb. Ik antwoord dat ik niks heb te doen. Dan hangt ze weer op. Ik vind het erg vaag en vertel het aan mijn ouders. Die vragen zich ook af wat er mee bedoeld wordt. Ze proberen wat mogelijke opties te bedenken, maar komen niet echt tot eentje die logisch is. We zullen wel zien wat er gaat gebeuren.

Papa is net vertrokken naar zijn werk. Mama heeft monopoly uit de kast gepakt. Ik heb het al lang niet meer gespeeld, want ik had er weinig tijd voor door school en turnen. Mama legt alles klaar. Ik pak alvast de dobbelstenen. Ik oefen wat met gooien. Dan is het tijd om te beginnen. Ik gooi en gooi 2 zessen. Yes! Ik ga erg hard. Dan hoor ik een melding binnen komen op mijn telefoon. Iemand uit mijn klas zegt dat Latijn en wiskunde erop staan. Ik ga gelijk kijken. Een 9,6 voor Latijn en een 9,2 voor wiskunde. Ik er erg blij mee. Ik vertel het aan mama en zij zegt dat ze trots om me is. We gaan verder met het spelletje.

Het is 13.39. Ik zet de TV aan. Ik ga Netflix kijken. Mijn favoriete serie is Jane the Virgin. Ik zit net in de eerste aflevering van seizoen 2 wanneer ik de bel hoor. Ik vraag aan mama of ze open wil doen. Dat doet ze. Mijn trainster en Sophie staan voor de deur. Dat was dus waarom ze had gebeld. Mama laat ze binnen en ik ben verrast ze te zien. Ik vind het erg leuk en ze vragen wat ik precies heb. Ik vertel dat ik mijn arm en een wervelkolom in mijn rug heb gebroken. Ze vinden het erg heftig om te horen. Dat begrijp ik, het is ook niet niks. Van mama krijgen ze wat te drinken. En ook zet mama wat koekjes om tafel. Ik neem er één. Wij praten nog verder over van alles en nog wat. Om half vier gaan ze weer weg. Het was een leuke middag, maar ik ben er wel erg moe door geworden. Ik ga vanavond op tijd naar bed ook al is het zaterdag. Dat is meestal de dag waarop ik erg opblijf, maar vandaag niet. Ik hoop dat ik wat beter slaap. 

Eerst gaan we eten. Papa is ook weer teruggekomen van zijn werk. We eten macaroni. Dat vind ik wel lekker, vooral met kaas erbij, maar nu heb ik er niet zoveel zin aan. Ik voel me denk ik niet zo lekker door de medicatie. Ik ga nu al slapen, want ik voel me echt niet lekker en ben ook heel erg moe. Slaap lekker!

Van topsporter naar ziekenhuispatiëntWhere stories live. Discover now