Hoofdstuk 11

73 4 2
                                    

Vandaag is het zaterdag en de dag dat ik naar huis toe mag. Volgens de chirurg ging het goed met mij en verwachten ze een volledig herstel. Dat hoop ik ook. Als ik weer helemaal herstelt ben, kan ik eindelijk weer gaan turnen. Dat is iets wat ik nu heel erg mis, maar even terug naar nu. Nu kan ik niet turnen, dus heeft het ook weinig nut om het erover te hebben. Vandaag ga ik dus weer naar huis toe, maar eerst heb ik nog een gesprek met de verpleegkundige en mijn ouders over hoe het thuis moet, wat vanmiddag is. 

De verpleegkundige komt naar mij en mijn ouders toe. Ze begint met vertellen: 'Sterre, vanmiddag mag je naar huis. Dat is fijn, maar thuis moet je nog goed rusten. Je mag wel rustig aan online school volgen, maar wel halve dagen. De rest van de tijd moet je echt veel rust nemen, met name ook door je arm en rug. Over een week kom je ter controle terug op de poli bij de chirurg. Snap je dat allemaal?' 'Ja, ik snap het', zegt Sterre. 'Mooi, jullie ook?', zegt de verpleegkundige. 'Ja', antwoorden mijn ouders. 'Goed.'

De verpleegkundige geeft mij eerst nog wat medicatie voor thuis, wat ik kan innemen als ik pijn heb. Het infuus wordt afgesloten en ik word ontkoppeld van de apparaten. Eigenlijk voelt het een beetje raar om niet meer aan die apparaten te zitten. Papa is ondertussen een rolstoel op gaan halen voor mij. Ik mag nog lange niet lopen, want dat is niet goed voor mijn rug. 'Kom maar, jongedame', zegt papa. Ik glimlach en ga zitten. De verpleegkundige zegt mij gedag en ik zwaai nog gauw terug naar haar. 'Ik heb zin om weer naar huis te gaan.' 'Wij ook, Sterre!'

We zijn bij de auto aangekomen en nu komt het lastige moment: ik moet overgedragen worden van de rolstoel naar de auto, maar mijn rug mag niet in gevaar komen. De verpleegkundige heeft papa uitgelegd hoe hij dat moet doen. Hij pakt mij voorzichtig op uit de rolstoel en zet mij in de auto. 'Aaaaah!', schreeuw ik. 'Wat is er? ', vraagt mama.  'Weet je wel niet hoeveel pijn dat doet?' 'Ik snap het maar het moet nu even. Daarna kunnen we gaan en zijn er weg uit het ziekenhuis.' 'Ja!' Na heel wat pijn en gegil verder, zit ik eindelijk een beetje fatsoenlijk in de auto. Mama komt achterin bij mij zitten en papa zit achter het stuur. De verpleegkundige heeft mama geleerd hoe ze mij tijdens de autorit naar huis zoveel mogelijk kunt ondersteunen. Ze probeert een ik voel me gelijk een beetje beter. Ik vind het maar bijzonder dat zoiets kleins er voor kan zorgen dat iets opeens een stuk minder pijn doet. 

We zijn thuis aangekomen en ik moet de auto weer uit. Hier was ik de hele tijd al bang voor, want alleen erin gaan, deed al ontzettend veel pijn en volgens de verpleegkundige deed eruit alleen maar met pijn. Papa pakt mij dit keer met een andere greep uit de auto en eigenlijk doet het een stuk minder pijn dat in de auto. Ik voel me opzich wel goed.  Papa tilt mij weer in het bed wat ik 24/7 in moet gaan liggen. Ik probeer een beetje om het mezelf comfortabel te maken. Mama zet mijn spullen op de trap en pakt wat ranja en en lekker koekje voor mij. Ze vindt dat ik dat na alle pijn en ziekenhuisbezoeken wel heb verdiend. En paar minuten later hoor ik iemand met luide voetstappen van de trap af lopen. Ik herken het gelijk het is papa. Hij heeft een groot cadeau in zijn handen en geeft het aan mij.  Ik begin gelijk met uitpakken. E eerste laag is eraf en er blijven maar lagen vanaf komen en dan is er eindelijk wat anders: een doos. Ik maak het open en drie keer raden wat er in de doos zit: een pakje met inpakpapier erom heen. Ik pak het verder uit een herken het doosje van iets, maar wat kan ik even niet plaatsen. 'Oooo, ik weet het al!', schreeuw ik terwijl ik het laatste laagje papier ervan af haal. Het is de nieuwste iPhone. Ik ben zo blij, want die wilde ik altijd al hebben. Ik bedank pap en mam.

Van topsporter naar ziekenhuispatiëntWhere stories live. Discover now