Zeven maanden eerder

98 8 1
                                    

ZEVEN MAANDEN EERDER

"Ga naar je kamer, Zoëy." beveelt mijn vader.

Ik kijk twijfelend naar mijn moeder, die me een goedkeurende blik geeft. Met nog één blik die bedoeld is als een waarschuwende op mijn vader strompel ik langzaam naar boven. Ik wil helemaal niet weggaan als mijn ouders ruziën. En omdat ik het begin van de ruzie heb gehoord vanuit het toilet beneden, weet ik dat mijn vader zonder enige reden mijn moeder begon te beschuldigen van allemaal vreemde dingen. Ik wilde het niet horen en ik deed mijn best om niet te luisteren, maar mijn vader schreeuwde zo hard dat ik er niet omheen kon. Daarna ben ik de kamer ingekomen, om zielig als ik ben een poging te doen om hem te laten stoppen, maar ik werd weggestuurd naar boven. Ik vouw mijn hand om de deurknop van mijn slaapkamer, maar bedenk me dan. Ik loop maar de overloop en spring om aan het haakje van het luik naar de zolder te trekken. Het luik valt met een klap open. Ik trek de trap eruit en loop naar boven.

"Sirius?" vraag ik.

Sirius ligt op zijn smalle bed met de Profeet in zijn handen. Hij kijkt op en gaat recht op zitten.

"Hey," zegt hij vrolijk en hij legt de krant neer op zijn nachtkastje.

"Zijn jouw ouders nog bij elkaar?" vraag ik direct.

Sirius' gezicht betrekt even. "Ze zijn nu dood, maar daarvoor wel."

"Oh." ik staar naar de grond naast hem.

"Hey, mijn ouders waren verschrikkelijke mensen. Ze stonden aan de kant van Voldemort. En volgens mij waren zij niet verliefd. Ze kwamen gewoon allebei uit een volbloed familie dus trouwden ze met elkaar. Wees dus nooit jaloers op mijn ouders." Sirius glimlacht een beetje en ik kan het niet helpen om hetzelfde te doen.

Hij klopt met zijn hand naast hem op het bed, als teken dat ik daar moet gaan zitten.

"Wat is er gebeurd?" vraagt hij nadat ik ben gaan zitten.

"Ze maken ruzie. Alweer." zucht ik.

Al sinds Eleanor een brief heeft gestuurd hoor ik ze elke dag ruziën. Ik heb geen idee wat er in de brief staat; mijn ouders hebben de brief ergens verstopt. Omdat in die brief Eleanors reactie op de uitslag van mijn hoorzitting staat, wil ik heel graag weten wat ze heeft geschreven. Maar hoe vaak ik ook zoek, ik kan hem niet vinden.

"Ik wil zo graag weten wat er in die brief van Eleanor staat." zeur ik. "Maar hij is nergens te vinden. Ik heb overal ge-" ik spring op. "Hier!"

Ik ruk de schotten open en kruip op mijn knieën door de troep. Na wat kerstkaarten, oude tekeningen van Eleanor en van mij, en een paar vieze sokken, besluit ik dat de brief hier ook niet ligt en ga ik weer naast Sirius zitten.

"Heb jij hem gelezen?" vraag ik aan hem maar hij schudt zijn hoofd.

"Sorry."

"Zoëy!" roept mijn vader vanaf beneden.

Sirius en ik kijken elkaar paniekerig aan.

"Ik wil niet dat hij weet dat ik hier ben," fluister ik in paniek. 

"Onder het bed," sist Sirius. 

WAY TOO MANY DRAMAWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu