Dag 6: De zes zwanen

16 2 2
                                    

Het is alweer zaterdag. Het voelt als de dag van gisteren dat je in het huisje bent komen wonen. Vanochtend heb je door het huis gewandeld, op zoek naar nog meer geheimen. Want het geheime sprookjesboek komt langzaam maar zeker tot zijn einde. Nog twee sprookjes te gaan. 

Hoewel je geen zin hebt om het boek uit te lezen, had je jezelf beloofd dat je vandaag weer een sprookje mocht lezen. Je bent ontzettend benieuwd naar het verhaal wat er vandaag op je wacht, maar fronst als je het boek openslaat. "De zes zwanen" lees je. In je hoofd vormt zich een vaag beeld, maar je hebt amper een idee van wat je te wachten staat. 

Je kan je nieuwsgierigheid niet bedwingen, dus je begint te lezen.

Er was eens een koning die graag jaagde. Op een dag was hij zo ver het bos in gereden, dat hij de weg terug niet meer wist. Hij kwam een oude vrouw tegen, en besloot haar de weg te vragen. Want oude vrouwtjes weten natuurlijk altijd de weg. Vooral grimmige oude vrouwtjes die in het midden van het bos komen opdagen precies op het moment dat je ze nodig hebt.

Ondanks dat je het verhaal niet goed kent, herken je de woorden van je grootvader uit duizenden. 

De oude vrouw bleek een heks te zijn. De vrouw liet de koning beloven dat hij met haar dochter zou trouwen. Als hij de mooie, jonge vrouw tot zijn koningin zou maken, zou de oude vrouw hem de weg uit het bos wijzen. Uit angst stemde de koning daarmee in. De oude vrouw nam de koning mee naar haar huisje, waar haar dochter al op hen wachtte. De koning zag wel dat het meisje mooi was, maar ze beviel hem niet helemaal. Toch nam hij haar mee op zijn paard en reden ze samen naar het kasteel, waar de bruiloft werd gevierd.

De koning was al eens eerder getrouwd geweest en hij had al zeven kinderen. Zes jongens en één meisje. Hij hield heel erg veel van hen, maar was bang dat de stiefmoeder hen niet goed zou behandelen. Daarom bracht hij hen naar een eenzaam slot, midden in een bos. De weg was moeilijk te vinden en zelfs de koning kon het alleen vinden met een magische kluwen garen, die de weg wees als je deze voor je uit gooide.

De koning bezocht zijn kinderen vaak. Zo vaak dat de koningin argwaan kreeg. Ze wilde weten wat de koning altijd ging doen. Ze kocht een lakei om, die haar alles vertelde over de kinderen en de kluwen garen. De koningin had geen rust. Ze maakte kleine, witzijden hemdjes en naaide er toverkracht in. Toen de koning op jacht ging, nam de koningin de hemdjes en de magische kluwen garen mee. Ze vond het slot waar de kinderen verbleven. De kinderen dachten dat hun vader eraan kwam en kwamen blij naar buiten. De koningin wierp ze allemaal een hemdje om en toen ze dat aanraakte, veranderden ze in zwanen en vlogen ze weg. De koningin ging weer naar huis, blij met de gedachte dat ze van alle stiefkinderen af was. Maar het meisje was niet naar buiten gekomen, zij had niets gemerkt.

De volgende dag kwam de koning op bezoek. Hij vond alleen zijn dochtertje, die hem vertelde dat ze alles vanuit haar kamer had gezien. Ze liet hem de veren zien die in de tuin waren gevallen. De koning werd heel verdrietig, maar wist niet dat de koningin het gedaan had. Hij wilde zijn dochter mee naar huis nemen omdat hij bang was dat zij ook geroofd zou worden, maar het meisje was bij voorbaat al bang voor de stiefmoeder. Ze smeekte de koning om nog een nacht op het slot te mogen blijven. 

Het meisje wilde alleen niet blijven. In de nacht vluchtte ze. Ze bleef lopen, dagen lang, tot ze niet meer kon. Ze kwam in een jachthut met zes kleine bedjes. Ze kroop onder één van de bedjes om daar de nacht door te brengen. Vlak voor zonsopgang kwamen er zes zwanen binnen gevlogen. Hun zwanenhuid verdween en het meisje herkende hen. Het waren haar broer. Iedereen was blij, maar de vreugde duurde maar kort. 

Haar broers vertelden haar dat ze moest vluchten, dat ze maar kort in hun mensengedaante konden blijven. Het meisje vroeg wat ze kon doen om hen te helpen. Ze vertelden haar dat ze zes jaar lang niet mocht spreken of lachen en ze zou zes hemden voor hen moeten naaien van asters. Als ze ook maar één ding zou zeggen, was alles voor niets geweest.

Het meisje had haar besluit genomen. Ze zou haar broer gaan verlossen. 

De volgende dag begon ze met asters zoeken en begon ze te naaien. Na een poos daar geleefd te hebben, kwam de koning van dat land met zijn jagers. Ze vonden het meisje en namen haar mee. De koning vroeg haar in alle talen die hij kende wie ze was, en wat ze in het bos deed, maar het meisje antwoordde niet. Hij nam haar mee naar zijn kasteel, liet haar mooie jurken dragen en besloot met haar te trouwen. Dagen later werd het huwelijk voltrokken.

De koning had een boze moeder. Zij was het niet eens met het huwelijk. Zij vond dat een meisje wat niet kon praten, en waarvan niemand wist waar zij vandaan kwam, een koning niet waardig was. En toen de jonge koningin na een jaar haar eerste kind baarde, nam de oude vrouw het weg en bestreek ze de mond van de jonge koningin met bloed. De oude vrouw beweerde dat de jonge koningin een menseneter was. De jonge koningin zat echter voortdurend aan de hemden te naaien en besteedde geen aandacht aan alles om haar heen. 

Toen de jonge koningin haar tweede kind baarde, deed de valse schoonmoeder precies hetzelfde. Maar de koning wilde haar niet geloven. De jonge koningin was te goed om zoiets te kunnen doen en als zij niet stom was en zij zich kon verdedigen, dan was haar onschuld allang bewezen. 

Maar toen de oude vrouw voor de derde keer het pasgeboren kind van de koningin stal, kon de koning niets anders dan de koningin aan het gerecht overleveren. Het gerecht veroordeelde haar tot de vuurdood.

De dag waarop het vonnis zou worden voltrokken, was ook de laatste dag van de zes jaren waarin de jonge koningin niet mocht spreken of lachen. De zes hemden waren klaar, maar alleen aan de laatste ontbrak nog een mouw. De jonge koningin nam de hemden mee op de brandstapel en toen men op het punt stond om het vuur aan te steken, kwamen er zes zwanen aanvliegen. 

De zwanen daalden neer en het meisje wierp de hemden over hen heen. Toen de zwanen erdoor aangeraakt werden, veranderden ze weer in mensen. Alleen de jongste miste een arm en had in plaats daarvan een zwanenvleugel op zijn rug. 

De koningin ging naar de koning en vertelde hem alles over het bedrog van de oude vrouw die haar kinderen had meegenomen en verborgen. Tot hun grote vreugde kwamen de drie kinderen weer tevoorschijn en de boze stiefmoeder werd voor straf op de brandstapel vastgebonden en tot as verbrand. En de koning en koningin met haar zes broers leefden nog lang en gelukkig.

Je klapt het boek dicht. Dat was nogal een vurig  einde. Je moet grinniken om je eigen, vreselijk slechte woordgrapje en legt het boek weg.

De zes zwanen is een relatief onbekend sprookje. Zo zijn er nog veel meer onbekendere sprookjes. Laat ons weten welk (onbekend) sprookje jouw favoriete sprookje is in de reacties! Wil je jezelf, maar ook de anderen, uitdagen? Probeer je sprookje dan in emoji's uit te beelden! Kan jij de sprookjes van anderen raden? 

Het verloren sprookjesboek [Engagement Week]Tempat cerita menjadi hidup. Temukan sekarang