Dag 3: Assepoester

22 3 0
                                    

De volgende dag jeuken je vingers al wanneer je alleen al aan het boek van je grootvader denkt. Je moet jezelf dwingen om eerst wat verhuisdozen uit te pakken. De verhalen van Rapunzel en Hans en Grietje spoken nog door je achterhoofd en zorgen ervoor dat je maar met moeite je taken kan volbrengen. Na een tijd die wel een eeuwigheid lijkt, heb je eindelijk weer het boek in handen. 

Met een warme deken en kom warme chocolademelk kruip je op de grote, leren stoel die je voor het raam hebt gezet. Het is vandaag is uitzonderlijk gure dag. De sneeuw valt in dikke vlokken naar beneden. En met het magische aanzicht van een wonderlijke, winterse wereld naast je, sla je het boek open. Al snel heb je alleen nog maar oog voor het verhaal. 

In krullen staat de titel van het volgende verhaal boven aan de pagina: "Assepoester".

Meteen dringt er een glimlach door op je gezicht. Dit was het favoriete verhaal van je grootvader. Als het kon vertelde hij deze iedere dag opnieuw. Dat is ook wel te zien aan de enigszins gekreukte bladzijdes van het boek.

Er was eens een klein meisje die iedere dag naar het graf van haar moeder ging. Wacht... je weet niet welk sprookje dit is? Dit is natuurlijk Assepoester. 

Je kan je niet herinneren dat Assepoester iedere dag naar het graf van haar moeder ging. Dit was toch dat sprookje met de goede fee en de glazen muiltjes? Je leest snel verder.

Ja, de moeder van het meisje was dood en na de winter nam haar vader alweer een tweede vrouw. Deze nieuwe vrouw had al twee kinderen vanuit een ander huwelijk. Ze hadden misschien wel mooie gezichtjes, maar verder waren ze lelijk en slecht van binnen. Het zou geen mooie tijd worden voor het kleine meisje. 

Het kleine meisje werd al snel gedwongen om als keukenmeid te werken in haar eigen huis. Ze moest van 's ochtends tot 's avonds zwaar werk doen. De gemene stiefzusters gooiden erwten en linzen in de as, die het jonge meisje er dan weer uit moest vissen. En ze mocht niet eens gewoon naar bed. Nee, ze moest naast de haard in de as liggen. Hierdoor was ze altijd vies en stoffig en kreeg ze al snel de naam Assepoester.

En als je denkt: "Goh, waar is de vader in dit verhaal? Is hij dood, of  boeit het hem dan helemaal niks?" Het antwoord is dat tweede. Dus voordat je nog een keer boos bent tegen je vader, denk dat even terug aan dit sprookje.

Hoewel je grootvader dit deel van het verhaal nooit vertelde, de slechte dingen gebeurden altijd pas wanneer de vader er niet was, wist je zeker dat je ouders hadden gewild dat hij dit deel zeer nadrukkelijk wél had verteld. Met een glimlach op je gezicht lees je verder.

Op een dag ging die super geweldige vader op reis en vroeg hij aan zijn stiefdochters wat ze wilden. Hij zou dat voor hen meenemen. Ze wilden mooie kleren en parels en edelstenen. En Assepoester? Die wilde dat als er een takje tegen de hoed van haar vader zou stoten, dat hij dat takje dan mee zou nemen. Raar verzoek, maar het is nou eenmaal zo. 

De vader ging op reis. Hij nam alles mee wat hem gevraagd was. Parels, edelstenen, mooie kleren en een tak van de hazelaar. Assepoester nam die tak mee naar het graf van haar moeder en plantte de tak daarop. Toen ze moest huilen, kwamen haar tranen op de aarde. Daardoor groeide dat takje en werd het een boom. Assepoester ging er iedere dag drie keer heen. Elke keer kwam er een wit vogeltje in de boom en als ze iets wenste, dan gooide dat vogeltje datgene wat ze vroeg naar beneden. 

Dit verhaal lijkt in de verste verte niet op het verhaal wat je grootvader vertelde, maar je begrijpt nu waarom hij je in het bos altijd naar witte vogeltjes liet zoeken. 

Nu gebeurde het eens dat er een feest zou komen, georganiseerd door de koning. Het zou drie dagen duren en alle mooie meisjes werden uitgenodigd, want de prins moest een bruid zoeken. De stiefzusters gingen, maar Assepoester wilde ook gaan. Ze vroeg aan haar stiefmoeder of dat mocht. Haar stiefmoeder lachte haar uit en zei: "Ik heb een schaal met erwten en linzen in de as gegooid. Als jij die in twee uur eruit hebt gehaald, mag jij naar het bal."

Assepoester schakelde de hulp van haar dierenvrienden in en vogels hielpen haar om de erwten en linzen uit de as te halen. Ze bracht deze naar haar stiefmoeder, maar ze mocht nog steeds niet mee. Ze had geen kleren en ze kon niet dansen, zei haar stiefmoeder.

Nu ging Assepoester weer naar haar moeders graf onder de boom. Ze vroeg om goud en zilver en het witte vogeltje gooide een gouden en zilveren baljurk naar beneden en goud met zilveren schoenen. Daarmee ging ze naar het bal. Haar zussen en stiefmoeder herkenden haar niet. De prins vond haar en danste met haar. Hij wilde ook met niemand anders dansen en hij liet haar hand ook niet los. Niemand anders mocht met Assepoester dansen. 

Dit ging drie dagen door. Iedere dag kreeg ze nog mooiere kleren van het witte vogeltje dan de dag ervoor. Op de derde dag ontglipte Assepoester de prins weer, maar bij het wegvluchten bleef haar linkerschoen op de trap steken. De prins had namelijk de hele trap met een plakkerig goedje laten bestrijken. De prins had de schoen gepakt en zei tegen de koning dat hij alleen het meisje wilde trouwen die in die schoen zou passen. 

Je fronst bij het zien van de notitie naast de tekst: "Laat de kinderen dit niet lezen, anders slapen ze niet meer." Je leest verder.

De stiefzusters mochten ook de schoen passen. De ene zus kon er met haar grote teen niet in. Toen gaf haar moeder haar een mes en zei: "Snijd die teen af want als je koningin bent hoef je toch niet meer te lopen." Dus dat deed de stiefzuster. De prins nam haar mee op zijn paard en reed met haar weg. Maar toen hij langs de hazelaar op het graf van Assepoester's moeder kwam, zeiden twee duifjes in de boom: "Roekedoe, roekedoe, er is bloed in de schoen. Deze schoen is veel te klein, 't zal de echte bruid niet zijn."

De prins zag dat en bracht de stiefzuster weer naar huis. Dit was niet de goede. Nu mocht de andere zus het proberen. Haar tenen pasten erin, maar de hiel was te groot. De moeder kwam weer met een mes en droeg haar op om een deel van de hiel af te snijden, want als je koningin bent hoef je toch niet meer te lopen. Dat deed de zus. De prins nam haar mee en toen ze weer las de hazelaar kwamen, zeiden de duifjes in de boom weer precies hetzelfde. 

Nu ging de prins weer terug naar het huis en hij vroeg of er nog een dochter was. Toen zei de vader (ja, hij leeft ook nog) dat er alleen nog een stumperig Assepoestertje was. Die kon het onmogelijk zijn. Assepoester moest en zou komen. Zij stak haar voet in de schoen en dat paste wel. Toen ze langs de hazelaar kwamen, zeiden de duifjes ook dat er geen bloed in de schoen zat en dat Assepoester dus wel de ware moest zijn.

Toen kwam de bruiloft. De twee stiefzusters wilden ook meedelen in Assepoester's geluk. Ze gingen links en rechts naast Assepoester zitten. Maar daar pikten de twee duifjes van elk een oog uit. Er daarna ook nog eens het andere oog. Zo werden ze voor hun lelijke gedrag en hun valsheid gestraft: ze zouden de rest van hun leven blind zijn.

Nou... Dat was een duister sprookje. Je denkt niet dat je dit sprookje ooit zou vertellen aan kleine kinderen. Het sprookje van de films waarmee je bent opgegroeid, is vele malen beter. Met de goede fee... De glazen muiltjes...

Wanneer je het boek wilt opbergen, valt er een afbeelding uit het boek. Er staat iets onduidelijks op de achterkant gekrabbeld, maar zelfs na een paar keer goed kijken, is het je nog niet duidelijk wat het betekent. Welke titel zou jij aan het sprookjesachtige tafereel op het volgende plaatje geven?

 Welke titel zou jij aan het sprookjesachtige tafereel op het volgende plaatje geven?

¡Ay! Esta imagen no sigue nuestras pautas de contenido. Para continuar la publicación, intente quitarla o subir otra.

Laat het ons weten in de reacties! 

Het verloren sprookjesboek [Engagement Week]Donde viven las historias. Descúbrelo ahora