Dag 4: Doornroosje

13 2 0
                                    

Je zou liegen als je zou beweren dat je de vorige dag niet de hele middag door het huis gedanst had alsof je op een bal was. Het favoriete verhaal van je grootvader had zoveel goede herinneringen opgehaald dat je de hele dag niet meer de behoefte had gevoeld om verder te lezen. Je was met een glimlach naar bed gegaan en eerlijk was eerlijk, je was ook weer met een glimlach opgestaan. 

Door het lezen van de sprookjes voelde je je weer stiekem een beetje kind. Nou ja, dat was je altijd al geweest, diep (of misschien niet zo heel diep) van binnen. Na het opruimen van de laatste paar verhuisdozen, voelde je je zo moe, dat je wel honderd jaar zou kunnen slapen. Je moest dan ook wel even een paar keer knipperen toen je erachter kwam dat het volgende verhaal in het boek van je grootvader die van Doornroosje was. 

Doornroosje was duidelijk minder vaak voorgelezen dan Assepoester, ondanks het vele zeuren van je nichtje. Je nichtje hulde zich vroeger in de roze jurk van Aurora wanneer ze maar kon (en eigenlijk ook wanneer het niet kon). Wanneer je samen met je nichtje bij je grootvader was, wist je wel welk verhaal hij ging voorlezen. Dat vond je overigens niet erg. Je kon altijd uren naar je grootvaders stem luisteren, waardoor het eigenlijk niet uitmaakte welk verhaal hij voorlas.

Je hoorde je grootvaders stem dan ook in je achterhoofd toen je aan het verhaal van Doornroosje begon.

Op de dag dat Doornroosje geboren werd, hield de koning een groot feest. Hij nodigde niet alleen al zijn vrienden, familie en bekenden uit, maar ook de wijze feeën. Maar er waren dertien feeën in zijn rijk en hij had maar twaalf gouden borden voor hen om van te eten. Daarom moest er één thuis blijven.

Aan het einde van het feest gaven alle feeën een gave aan Doornroosje. De een van schoonheid, de ander rijkdom en zo verder. Toen elf feeën hun toverspreuk hadden verteld, verscheen opeens de dertiende fee, die niet uitgenodigd was. Zij was ontzettend boos en zei met luide stem: "De prinses zal zich op haar vijftiende verjaardag prikken aan een spinnewiel en dood neervallen." Daarna verliet ze de zaal. 

De twaalfde fee stapte naar voren. Zij had haar wens nog niet gedaan. Ze kon de vloek van de dertiende fee niet ongedaan maken, maar kon deze wel verzachten. Ze zei: "Ze zal niet sterven, maar ze zal wel honderd jaar slapen."

De koning wilde niet dat zijn dochter dood zou gaan, of honderd jaar zou slapen, dus gaf hij het bevel om alle spinnewielen te vernietigen. Ondertussen werd de prinses steeds ouder. Alle wensen van de feeën kwamen uit: ze was beeldschoon, bescheiden, vriendelijk en verstandig. Iedereen moest wel van haar houden. 

Op de dag dat ze vijftien werd, waren de koning en koningin niet thuis. Niet heel handig, als je het mij vraagt. Als je kind op de dag van haar vijftiende verjaardag zich aan een spinnewiel zou prikken, zou je toch wel even in de buurt blijven om ervoor te zorgen dat zoiets niet kan gebeuren. Maar goed, die ouders waren heel naïef. 

Een typische uitspraak van je grootvader, bedenk je je terwijl je een brede grijns op je gezicht voelt. 

De prinses bleef alleen achter in het paleis en om iets te doen, ging ze het hele paleis uitkammen. Uiteindelijk kwam ze bij een oude toren. Ze ging de trap omhoog en kwam bij een smalle deur. Ze ging naar binnen en zag daar een oude vrouw die met een spinnewiel bezig was. 

De prinses vroeg wat de vrouw aan het doen was en liep naar de oude vrouw toe. Ze vroeg zich af wat dat ding was wat zo grappig uitstak en ze wilde ook eens proberen om te spinnen. En toen gebeurde het. Ze prikte zich aan het spinnewiel en viel neer op het bed dat er "toevallig" stond. Ze was in een diepe slaap.

En alsof dat nog niet genoeg was, viel iedereen in het paleis in slaap. De koning en koningin, die zojuist waren thuisgekomen, en de hele hofhouding vielen in eenzelfde diepe slaap. Ook de paarden, de honden, de duiven, de vliegen. Alles. De wind ging liggen en er was geen blad meer aan de bomen wat nog bewoog. Rondom het paleis begon een doornenhaag te groeien. Ieder jaar werd hij hoger en uiteindelijk omringde deze het hele paleis.

Het verhaal van Doornroosje werd door het hele land verteld. Uiteindelijk kwamen er prinsen die probeerden om door de heg heen te dringen. Maar het was onmogelijk. De jongen prinsen bleven vastzitten aan de doorns van de haag en konden niet meer loskomen. Ze gingen dood.

Na lange jaren kwam er weer een prins. Hij hoorde het verhaal van Doornroosje en besloot ook om naar haar toe te gaan. Inmiddels waren er al honderd jaar voorbij en de dag was aangebroken waarop Doornroosje weer wakker zou worden.

De prins kwam bij de doornhaag, maar deze week vanzelf uiteen voor hem en hij kon er ongehinderd doorheen. Achter hem sloot de haag zich weer. Op het plein zag hij de paarden en honden slapen. De duiven zaten met hun kopje onder hun vleugels. In het paleis sliep de hofhouding. Hij zag de koning en de koningin, die ook in diepe slaap waren. Uiteindelijk kwam hij in de kamer waar Doornroosje sliep. Hij bukte zich en kuste haar. 

Doornroosje werd wakker en keek naar de prins. Ze gingen samen naar beneden. Daar werd iedereen weer wakker. De paarden begonnen te hinikken, de honden te blaffen, de vliegen aan de muur vlogen weer weg, de wind begon te waaien en het vuur laaide weer op. 

De prins en Doornroosje trouwden en zij leefden nog lang en...

Het laatste woord is door de tijd weggesleten, maar je kan wel raden wat er heeft moeten staan. Je slaat het boek van je grootvader weer dicht en kijkt naar buiten. 

Ondanks dat je heel erg van het verhaal genoten hebt, voel je je nog uitgeputter dan eerst. Het idee van honderd jaar slapen klinkt opeens wel heel aanlokkelijk... Waar zou je over willen dromen als je honderd jaar zou moeten slapen? Vertel het ons in de reacties! En zoals altijd... Wil je jezelf uitdagen, probeer dan eens te antwoorden in drabble-vorm (een verhaal van precies 100 woorden)!

Het verloren sprookjesboek [Engagement Week]Tempat cerita menjadi hidup. Temukan sekarang