17 Verdoofd

169 32 1
                                    

Ik liep al struikelend naar de voordeur rond tien uur in de avond en mijn moeder was woedend. 

"Mia Aleckson," Zei ze. Ik kon bijna de stoom uit haar oren zien blazen. "Waar zat je? Je hebt niet gebeld of een berichtje gestuurt dat je laat ging zijn. Ik was ziek ongerust." Ze ging verder gaan, tot ik haar onderbrak. 

"Mama, ik ben gewoon moe. Mag ik naar bed?" Haar ogen sprongen als het ware uit haar oogkassen en ze opende haar mond om weer te schreeuwen, maar mijn vader nam haar schouders vast. Ik merkte op dat zijn haar grijs begon te worden. 

"Ik denk dat Maria genoeg heeft gekregen," zei hij tegen haar, en keek dan naar mij. "Vertel het ons gewoon de volgende keer dat je laat gaat zijn, oké?"

Ik keek hoe hij haar mee in de slaapkamer trok en draaide mij om om mijzelf de trap op te sjowen. Wanneer ik boven stond liep ik naar de badkamer om te douchen. Het warme water liep over mijn rug, maar ik was zo vermoeid dat ik niet wou bewegen. Ik wastte mezelf zo snel ik kon en focuste me op het patroon dat het water aannam op de tegels zodat ik niet moest nadenken. Stoom rolde zich op over het gordijn om mijn spiegel te bekleden. Alles wat ik kon zien was damp wanneer ik uit de douche liep. 

Wanneer de damp wegtrok, zat ik opgescheept met mezelf in de spiegel.

Mijn bruin haar was nat en lag slap over mijn schouders. Mijn ogen waren anders, verdrietiger. Mijn huidskleur was zijn glans verloren. Deze dag had zijn tol over me geëist en al wat ik nu nog wou doen was slapen. Dus op een of andere manier was ik in staat om mijzelf aan te kleden en om in mijn bed te gaan liggen. 

In de minuut dat mijn lichaam de lakens aanraakte, was ik weg. 

-

Ik hoorde mijn moeder's stem in mijn slaap. "Mia," Fluisterde haar stem in mijn droom. "Het is tijd om op te staan." Ik lag op de drempel van slapen en leven wanneer ik met tegenzin mijn ogen opende. Ik wreef door mijn ogen waardoor de korreltjes van mijn gezicht vielen, tot ik realiseerde dat ik had gehuild in mijn slaap. 

Als ik had gedacht dat ik niet meer kon huilen, was ik verkeerd. 

"Mia, schatje," Zei mijn moeder alweer. Ze zwaaide met haar hand voor mijn gezicht en ik ontmoette haar ogen. "Ik heb pannekoeken gemaakt." 

Elke andere dag zou ik hebben gesprongen bij de kans om haar pannekoeken in mijn mond te propen, maar vandaag was anders. Alleen al de gedachte van eten maakte me ziek. Ik wou mijn hoofd terug neer leggen op het kussen en ik wou weer wegdromen. Ik wou weer verdoofd zijn. 

"Ik wil terug slapen," Mompelde ik, met mijn ogen weer gesloten. Ik wou dat slaap me inslikte en dat het me nooit meer zou afstaan aan de vreselijke wereld hierbuiten. 

Maar mijn moeder trok me weg van dromenland om te laten leven in de wereld met iedereen. 

"Het is twaalf uur, schat. Het is ongezond voor je om hier vast te zitten." Ze trok de warme lakens van mijn lichaam waardoor de koude mij omringde. Ik rilde, mijn  huid blootgesteld aan de lucht. Ik probeerde mijzelf op te warmen door mijn armen rond mijzelf te slaan en op de rollen als een balletje, maar de lucht kietelde mijn huid.

De gordijnen opende plots en lichtstralen stroomde door het raam. Ik keek scheel met paarse stippen in mijn zicht. "Tijd om wakker te worden." Zei ze. Mijn ledematen hadden het idee van bewegen afgeleerd, maar op één of andere manier kon ik een paar minuten later aan de ontbijttafel zitten, stomende pannekoeken voor mij. 

Ik propte een stuk pannekoek in mijn mond, de plakkerende zoetigheid van siroop raakte mijn smaakpapillen. Maar het smaakte naar modder. Ik verplichte mezelf om het hoe dan ook te eten, maar gewoon omdat mijn moeder er zoveel tijd en moeite in had gestoken ze te maken. 

Mijn moeder stond voor de poembak keukengerij aan het afwassen en ik wachtte tot ze ging vragen waarom ik niet direct thuis was gisterenavond, om te aan te tonen hoe belangrijk het was. 

Maar ze vroeg niets, waar ik blij om was. Ik wou niet liegen tegen haar. Niet nu. Maar ze draaide zich om en zei, "Gwen's begrafenis is morgen om vijf uur. Je zou moeten gaan. Ik ben zeker dat Gwen's familie dat op de prijs zou stellen."

Ik stopte met kauwen en gaf bijna over. Ik dacht terug aan de pijnlijke omstandigheden, en het vulde mijn gedachten. Ik mocht niet meer verdoofd zijn, hoe hard ik het ook probeerde. In plaats daarvan voelde ik alles opnieuw. Ik liet mijn vork vallen, de siroop proefde naar zaagsel als een vloeistof. 

"Mia, wat scheelt er?" vroeg mijn moeder, ze maakte zich duidelijk zorgen. Ik wou het haar vertellen, ik deed het bijna, maar hield mezelf tegen. Het was niet mijn verhaal om te delen. En ik zou verdomd zijn als ik iemand anders hiermee zou kwetsen. 

Wat me bracht bij Gwen's ouders. Zou ik het hen vertellen en hun harten opnieuw breken? Zou het hun zelf een type van sluiting schenken? 

"Alles is oké, mam," loog ik. Ik keek niet op om haar ogen te ontmoeten. Ik stelde haar niet gerust met te zeggen dat alles oké ging zijn, want ik wist niet of ik ooit helemaal zou genezen van deze ontdekking.

Ookal had ik geen betrokkenheid met Gwen's dood, de shokerende waarheid zou me voor altijd blijven achtervolgen, voor zolang ik leefde. En misschien, heel misschien, zou ik mijn kinderen het verhaal vertellen, om hun te waarschuwen. 

Acties komen niet zonder consequenties. 

Je kan niet slapen met je lief's beste vriend zonder dat hij het uiteindelijk te weten komt. 

Je kan geen ongeboren baby doden zonder jezelf te kwetsen. 

Je kan jezelf niet om het leven brengen zonder een stukje te doodden van iedereen die van je houd. 

In de psychologie is één van de regels dat constant werd heraald opnieuw en opnieuw, en dat is dat voor elke actie, er iets gelijkvormig volgs en een tegenovergestelde reactie. Het word in onze hoofden gedrild van het begin van het eerste middelbaar tot ons laatste jaar van universiteit. 

Dacht Gwen aan die regel wanneer ze aan het zoenen was met Ash, of op het bed in de kliniek or wanneer ze strop rond haar nek uit probeerde? 

Ik had geen idee. 

Maar er was één ding waar ik zeker van was: Gwen was niet een of andere godheid dat rond liep en en elk persoon dat ze tegen kwam zegende. Ze was een mens. En mensen maken fouten. We zijn egoïstisch, ongeduldig, impulsief. Maar we hebben allemaal een keuze die we moeten maken. 

We kunnen kiezen om toe te geven aan onze fouten of we kunnen kiezen om verder te gaan en er van te leren. 

Als ik Gwen's geheimen zou verklappen, zou ik haar nalatenschap verwoesten en misschien zelfs iemand zijn hoop dat er nog iets goed op de wereld bestaat. 

Want er is iets. We moeten het gewoon zoeken. 

Gwen JenningsWhere stories live. Discover now