5 Universiteiten aan de West-kust

207 34 1
                                    

Mijn vinger drukte op de deurbel van het gigantische huis van familie Jennings voor dat ik er twee keer over na had gedacht.

Ik stapte een beetje naar achter en slofte met mijn sneaker over de steentjes van hun oprit. Wanneer ik even rondkeek, voelde ik een schot van afgunst voor Gwen's vroegere levensstijl.

Hun veranda was groter dan mijn slaapkamer en ze hadden overal bloempotten met kleurrijke knoppen op hun vensterbanken.

Hun gras was groener dan het uniform van het leger en het leek op het duurste huis van de hele stad. De deur vloog open terwijl ik de plek rondom mij nog aan het scannen was.

Een vrouw die erg op Gwen leek stond ik de deuropening. "Ja?" Zei ze, haar stem was zacht en schor. Ze had donkere schaduwen rond haar ogen en ze leek eeuwen ouder dan ze waarschijnlijk echt was.

"Um, Ik ben Mia Aleckson." Stelde ik mezelf voor en stak mijn hand uit. Ze schudde hem slapjes.

"Moet ik je kennen?" Vroeg ze, haar stem ontsloot een vermoeide toon. Ik denk dat ze niet veel slaap heeft gehad de laatste tijd, en daar mocht ik haar niet op beoordelen. Ik schudde mijn hoofd.

"Nee, mevrouw Jennings, maar," Begon ik, maar stopte. Ik vroeg me af wat ik tegen haar moest zeggen. Was het te snel? Het was maar een week geleden sinds.. het incident. Het was onbeleefd om even te komen aanbellen om vragen te stellen over een dode dochter, maar het was onbeleefder dan me nu gewoon om te draaien en weg te lopen.

"Je bent hier voor Gwen, niet?" Vroeg ze. Ze kruiste haar armen en huiverde alsof ze het koud had, ookal was het tweëntwintig graden in het midden van september, en droeg ze daarbij een dikke trui.

"Ja." Zei ik zacht. "Als het geen goed moment is kan ik later terug komen of helemaal n-" Ze onderbrak mij door het schudden van haar hoofd. "Nee, kom alstublieft binnen. Het is fijn om een vriendin van Gwen te ontmoeten."

Ik keek even naar mijn sneakers. "Ik nou ja, Ik kende Gwen amper." Ik beet op mijn lip terwijl zij haar expressie bij-een-puzzelde. Plots stond hij woedend.

"Kijk, Mia. Als je hier  bent om de bloederige details van Gwen's dood te komen te weten, kan je jezelf de weg naar buiten wijzen." Haar toon was gevaarlijk, maar haar stem bibberde een beetje. Ik ging er van uit dat ze in een fragile staat was en ik haar beter zacht kon behandelen.

"Nee, helemaal niet," Beloofde ik. "Ik ben gevraagd om een hulde-artikel te schrijven over Gwen in onze schoolkrant, maar ik weet niets over haar, ik hoopte dat u me kon helpen." Mevrouw Jennings opende haar mond, maar een man zijn stem onderbrak haar.

"Janie? Is er iemand. Ik hoorde de deurbel." Een man sloeg de hoek om van de inmens lange gang en zag mij. Zijn gezicht was gevuld met verwarring. Zijn blauwe ogen keken terug in degene van mevrouw Jennings.

"Wie is dit?"
Mevrouw Jennings zei zacht dat ik Mia Aleckson was.

"Ze is hier omdat ze een  artikel over Gwen schrijft." Zei ze. Ik keek van Mevrouw naar Meneer Jennings. Gwen had haar moeder's tengere lichaam en blonde haren, maar haar vader's donkerblauwe ogen en andere details in het gezicht.

Meneer Jennings keek mij aan en ik moest me er aan herinneren dat ik moest sreken.

"Um ja, ik heb hulp nodig omdat ik Gwen niet zo goed kende. Ik hoopte dat jullie konden vertellen wat voor persoon ze was."

Hij fronsde zijn wenkbrauwen.

"Je bent toch niet van een roddel blad of zo, toch? We hebben geen roddels nodig over Gwen. Er gaat al genoeg rond." 

Ik knipperde.

"Nee, meneer. Ik werk eigenlijk voor de krant, de schoolkrant." Hij knikte en zijn vrouw leidde mij door de gang binnen naar hun woonkamer. Ik ging zitten op de zetel en merkte op hoe proper alles was, zelfs in hun tijd van rouw. 

Hun huis deed me denken aan een museum en ik was bang om iets aan te raken omdat ik niets wou breken. Gwen's ouders gingen op stoelen voor mij zitten.

"Vraag maar raak." Zei meneer Jennings. Ik haalde mijn telefoon uit mijn jaszak.

"Vind u het erg als ik dit opneem?"
Ze wisselden blikken uit, en schudde dan hun hoofd. Ik drukte op de record knop en plaatste mijn telefoon dan op de glazen koffietabel. Ik keek naar de eerste vraag op mijn lijstje.

"Wat voor persoon was Gwen?"
Mevrouw Jennings antwoordde eerst, en likte nerveus aan haar lippen. 

"Wel, ik denk dat ze een typisch tienermeisje was. Ze vond het leuk om te shoppen, afspreken met haar vriendinnen, cheerleaden."

Ze glimlachte weemoedig.

"We moesten ons nooit zorgen maken over Gwen, ze was een braaf meisje. Ze haalde altijd goede punten en maakte altijd goede keuzes." Toen stopte ze. Ik keek naar haar in de verwachting dat ze verder ging gaan, maar ze staarde gewoon  met een lege blik in de verte. 

"Oké. Weet je wat ze wou worden later?" Ik had onmiddellijk spijt toen ik de vraag had gesteld.

"Oh, het spijt me. Als je het niet wil beantwoorden, moet dat niet-" Meneer Jennings schudde zijn hoofd.

"Het is oké. Ze wou naar een universiteit gaan aan de West-Kust. Al sinds ze klein was, droomde ze van Californische stranden." Ik glimlachte en stelde mij Gwen voor als klein meisje.

Ik legde mijn papier met vragen weg. "Vertel  meer."

Hij haalde zijn hand door zijn korte, grijze haren en een kleine glimlach verscheen zachtjes op zijn lippen.

"Ze had zo'n kleine speelgoed auto waarin ze haar Barbie's zetten. Haar blonde krullen waren altijd in zo van die staartjes die op en neer gingen wanneer ze door het huis rende."

Een traan rolde van mevrouw Jennings wang terwijl haar echtgenoot vertelde.

"We gingen met haar naar de speeltuin in het park, waar ze altijd direct naar het klimrek ging. Ze zei dat ze zich erdoor moedig voelde. Ze had dan schaafwonden op haar handen, maar ze bleef daar hangen voor uren, altijd andere trucjes aan het verzinnen."
Mevrouw Jennings lachte onstabiel.

"Ze is een keer gevallen, wanneer ze zeven was, en ze had haar arm gebroken, maar nadat het was genezen, smeekte ze ons om terug te gaan."

Ik glimlachte zonder dat ik het besefte, ik beeldde me Gwen in op de exacte manier dat hij haar beschreef. Plots veranderde haar lach met een schok in gesnik, en sloeg ze haar handen voor haar ogen.

"Ik weet niet eens wat er is gebeurd." Zei ze.

"Het ene moment was ze ons lieve meisje, het andere dood." Meneer Jennings aaide haar over haar rug om haar comfort te bieden, maar ook zijn ogen vulde zich met verse pijn. Op dat ogenblik, wanneer ik ze zo zag huilen, hoorde ik mijn hart zachtjes breken.

Ze wisten niet eens welke druppel de emmer van Gwen's uithoudingsvermogen liet overlopen en dat martelde hun elke dag, het niet weten.

Ik nam een grote hap adem en leunde naar voren. Ik maakte dezelfde belofte als ik aan Jenny heb gemaakt.

"Ik zorg voor Gwen's rechtvaardigheid, ik beloof het."

Ze keken naar me op en in die seconde wist ik dat het een slappe belofte was. Dus ik nam mijn telefoon van het koffietafeltje, mompelde een bedankje en verlaatte het huis zo snel als ik kon.

Gwen JenningsWhere stories live. Discover now