30 *NA*

62 0 0
                                    

Pov. Nova Adams

'Were I fought with Niek.' Zegt Mick. Het liefst wil ik dat vergeten. Die hele dag wil ik vergeten. Dat was ik ook bijna. 

Opeens herinner ik me wat ik zag. Het was zo donker tot alle beelden aan gingen. Niemand gaat me geloven als ik het zeg, dus ik zeg niets.

'Nova?' hoor ik Mick vragen. 'Ja?' vraag ik. 'Hoorde je me?' vraagt mijn broer. 'Vroeg je wat dan?' ik heb niets gehoord. Begin ik doof te worden? Kan dat zomaar?

'Ik vroeg of je iets nodig had, zoals een glas water of zo.' Wilt Mick weten. Water klinkt wel erg aanlokkelijk. 'Water is prima.' Zeg ik en kuch. Mijn keel is best wel droog. 

Mick loopt weg en Michael pakt bezorgd mijn hand vast. Ik knijp er licht in, maar hij voelt het niet. Is mijn kracht weg of kneep ik te licht?

'Hier.' Mick geeft me een bekertje water en ik drink het rustig leeg. 'What happend? Who is Niek?' Vraagt Michael bezorgt. Ik zucht. Moet ik dat echt uit gaan leggen?

'I'll explain.' Zegt Kaelynn en neemt de band apart. Finn en Mick kijken me bezorgt aan. 'Wat is er?' Vraag ik hun. Van hun blikken word ik bang.

'Niets. We willen je alleen niet hier zien liggen. Hier in een ziekenhuis.' Zegt Finn. 'Ja, want hier kunnen wij niets doen. Alle controle ligt bij de dokters.' Voegt Mick eraan toe.

'I'm going to kill him!' Horen we opeens Michael schreeuwen. 'Not before I do!' Zegt Ashton. Ze schreeuwen, maar het komt bij mij heel laat binnen waarom.

'Wie willen ze vermoorden?' Vraag ik Mick. 'Niek.' Antwoord Kaelynn.

'Michael, no! Don't kill him. I... I... I can.. can get over him.' Zeg ik stotterend. 'I'm still going to kill him.' Zegt hij en loopt de gang op. De jongens volgen hem.

'Ik heb medelijden met die sukkel.' Zegt Finn. 'Welke sukkel?' Vraagt Kaelynn. 'Die gast waar Mick mee vocht. Hoe heette hij.. Nick?' 'Niek.' Zeg ik.

Er komt gerommel van de gang en dan een klap. 'Wat is daar aan de hand?' Vraagt Mick en hij loopt weg. Ik wil ook graag weten wat er gaande is en ga recht zitten. Dat had ik beter niet kunnen doen, want ik kom in een hoestbui te zitten.

'Rustig Noof. Hier wat water.' Zegt Kaelynn en geeft me een beker water. Ze gaat op het randje van mijn bed zitten en kijkt naar alle draadjes die in en uit mij lopen.

'Man, door de hoeveelheid draadjes kan je net zo goed een robot zijn geworden.' Lacht ze. Ik lach mee hoewel het niet zo heel grappig is. De draadje zorgen voor een beperkte bewegingsvrijheid.

'Niets aan de hand buiten,' komt Mick de kamer weer in. 'Michael had een stoel om gegooid en zijn vuist tegen de muur aangeslagen, maar hij word nu verzorgd.' Gelukkig niets ernstigs dus.

'Wat doe je hier?' Vraagt Kaelynn boos. Ik kijk haar verschrikt aan, maar ze heeft het niet tegen mij. Ze kijkt naar de deur opening. Ik volg haar blik en het voelt alsof ik stik. Bij de ingang staat Niek.

Piep. Piep. Piep. Piep. Piep. Piep. Piep. Piep. Piep. Piep. Piep. Piep. Piep. Piep. Piep. Piep. Piep. Piep. Piep. Piep. Piep. Piep. Piep. Piep. Piep. Piep. Piep. Piep.

Mijn hartmonitor piept heel snel opeens, maar ik let er niet op. 'Nova, adem.' Zegt Finn boos. Hij kijkt me streng aan, maar ik kan mijn blik niet los maken van Niek. Wat moet hij hier? Ik wil hem niet zien. Of wel? Ik weet het niet.

'Wat is er aan de hand?' Vraagt een zuster die naar binnen komt rennen. 'Waarom gaat je hart zo snel?' Ze doet allemaal kleine testjes en ik laat mijn blik nog steeds niet los. Het is alsof ik versteend ben.

'Nova? Nova, adem!' Commandeert de zuster. Mick pakt mijn hand. 'Het komt door hem.' Zegt hij wijzend naar Niek. 'Waarom ben je hier?' Vraagt Kaelynn weer.

Er word van alles naar mij schreeuwt, maar ik hoor het niet. Ik ben verdoofd. Verdooft door pijn? Door angst? Door woede? Ik weet het niet. Alles dat ik weet is dat ik me niet fijn voel. Ik sta op het punt van knappen en ik heb geen idee wat er dan gebeurd.

Vaag hoor ik dat er meerdere mensen de kamer in komen. Overal word geschreeuwd. Mensen worden de kamer uit geduwd en langzaam word alles donkerder. Er stroomt een kalmte bij me naar binnen en mijn ogen sluiten langzaam. Tot het helemaal donker en stil is. Er heerst kalmte in en om mij.

Als ik weer bij kom zit alleen Mick er. 'Nova?' Vraagt hij wanneer hij merkt dat mijn ogen open zijn. Ik knijp mijn ogen dicht. Wat een licht zeg.

'Wat is er gebeurd?' Vraag ik krakend. Mick overhandigd me een glaasje water. 'Je had een paniekaanval, maar het gaat nu weer prima met je.' Legt hij uit. Een paniekaanval? Waarom?

'H-,' begin ik. 'Niek kwam binnen.' Zegt Mick nog voor ik mijn zin, of überhaupt woord, kon afmaken. 'Niek.' Herhaal ik. Wat moest hij hier?

Mijn ouders komen de kamer in. 'Ach Noofie toch.' Zegt mijn moeder en trekt me in een knuffel. 'Mam, ik heb geen lucht.' Piep ik. 'Sorry kindje.' Zegt ze en laat los. 'Wat heb je toch altijd?' Vraagt mijn vader en ik haal mijn schouders op. 'Een vreemde vorm van karma?' Antwoord ik. We lachen en even is het alspf ik niet in een ziekenhuis lig.

Alsof ik thuis aan de keukentafel een familiespel aan het doen ben. Bij ons gaan de familiespellen altijd hetzelfde: Mick en ik tegen onze ouders. Hun doen hun best, maar verliezen vaak. Ik lach om de gedachte. Wat mis ik de familieavonden.

Sinds mijn ouders een nieuwe klus hebben zijn ze nauwelijks thuis. Nu toevallig omdat ze er voor me willen zijn. Altijd is of het huis leeg of één van hun is thuis om thuis te werken en op mij en Mick te passen. Mick is dan wel negentien, maar zeker nog niet volwassen.

Was ik maar weer thuis.

She's a fan, I'm not (Discontinued)Where stories live. Discover now