Hoofdstuk 16: De Grafsteen

64 8 5
                                    


Het feest was in volle gang. Edwards arm was snel verzorgd door Moryn, maar dat kon de pret niet drukken. Mensen stonden te dansen en druk te praten. De dienstmeisjes hadden de bloemen van de grond gepakt en in hun haren gedaan. De regen druppelde zachtjes op het dak van het kasteel. Mensen, die buiten stonden kwamen snel naar binnen om te schuilen. Om Edward, de tweeling en Guy stonden groepen mensen, die wilden weten hoe de reis was gegaan en hoe Edward wraak had genomen. Klaus stond midden op de dansvloer druk te dansen. Mensen keken hem raar aan en weken voor hem uit als hij te dichtbij kwam. 'En toen was hij dood. Ik deed het voor hun.' eindigde Edward zijn verhaal en hij wees naar de schilderijen van zijn ouders, die aan de muur hingen. Sientje had nog geen tijd gehad om te praten met Edward en stond aandachtig te luisteren. 'Daar moeten we op toosten!' zei ze blij. Ze vond het maar niks al dat moorden en oorlog, maar dit kon ze nog wel hebben. Edward lachte en liep naar de troon. Hij klom op de troon en riep om iedereens aandacht. 'Ik wil graag toosten op nieuwe vriendschappen-' hij wees naar Klaus. '-Op de veilige terugkeer van iedereen hier en natuurlijk op He-' Edward werd onderbroken door het harde geluid van donder en een bliksemflits. Iedereen keek geschrokken door de glas in lood ramen. De deur vloog open en een man liep binnen. Edward stapte geschrokken van de stoel af. 'Hoe kom je binnen en wie ben je?!' De man liep verder de zaal binnen en stapte in het licht. John liep snel de zaal uit toen hij zag wie het was. 'Richard!' zei Sientje blij. Richards zwarte haar plakte aan zijn gezicht en er droop water uit zijn baard. Zijn arm zat gewikkeld in een doek en hij liep boos naar Edward toe. 'Vind je niet dat degene, die mij verwond heeft gestraft moet worden?!' zei Richard boos. Edward keek hem niet begrijpend aan. 'Uhm ja, denk ik.' Richard sloeg met zijn goede vuist op tafel. 'Au.' zei Klaus. 'Dat moet vast pijn doen aan je vuistje.' Richard keek hem boos aan. 'Ik weet niet wat er gebeurd is, dus daar kan ik niet over oordelen.' zei Edward. 'Nou mensen uit jouw kasteel hebben dit gedaan.' Edward keek hem ongelovig aan en liet de wijn in zijn beker rondjes draaien. 'Nou weet je wie dit gedaan hebben?!' zei Richard. 'Nee, dat heb ik net ook al gezegd.' zei Edward en hij zuchtte. 'Nou dan zal ik jouw eens vertellen wie dit heeft gedaan!' zei Richard zelfverzekerd. 'Ja, dat zou ik wel fijn vinden.' zei Edward droog. Richard keek hem verbaasd aan, maar ging toen boos door met zijn verhaal; 'Hij daar.' zei hij boos en hij wees naar Roger die op een stoel zat en een toren bouwde van borden. Klaus was gestopt met dansen en was hem aan het helpen. Edward keek met opgetrokken wenkbrauwen naar Roger en Klaus. 'Oke. En waarom hebben ze dat gedaan?' vroeg Edward. 'Omdat ze dachten dat ik Henry heb vermoord zoals bijna iedereen hier deed!' zei hij boos. Sientje legde een arm om zijn schouder. 'Ik heb het nooit gedacht.' zei ze troostend. 'Jij niet, maar de rest hier wel.' Richard keek bedroefd naar de grond. 'Sorry namens iedereen hier dat we je als moordenaar zagen.' Richard knikte instemmend. 'Goed zo. Excuses aanvaard.' Een aantal mensen liepen naar Richard om persoonlijk hun excuses aan te bieden. Ze lachten nep en zeiden dat het hun zogenaamd heel erg speet. Alleen John, die nog steeds buiten de zaal zat, James, die weigerde Richard te spreken en Roger boden hun excuses niet aan. James ging bij Roger zitten en vertelde hem wat hij vond van Richard. Roger liet zijn toren van borden met rust, lachte en zei dat James zeker gelijk had. Richard keek beledigd om naar James en Roger, die niet meer bijkwam van het lachen. 'Gaan jullie je excuses nog aanbieden?' James liep snel de menichte van dansende mensen in, zodat Richard hem niet meer kon zien. Roger lachte. 'Nee, ik ga mijn excuses niet aanbieden. Jij stomme man met baard.' Richard rolde met zijn ogen en liep naar Roger. 'En waarom niet? Dronkenlap.' Roger keek Richard beledigd aan. Allie, die naast Roger zat probeerde hem tegen te houden, maar zonder succes. 'Ik ben gewoon heel blij. Weet je waarom, omdat ik jou zolang niet had gezien!' Klaus giechelde en liet daardoor een bord kapot vallen. Sientje gebaarde naar één van de dienstmeisjes dat ze de scherven van het bord moest opruimen. Richard wilde zich omdraaien, maar Roger was nog niet klaar; 'Iedereen hier biedt wel zijn excuses aan, maar nog steeds mag niemand je.' Iedereen keek met grote ogen naar de iets te vrolijke Roger. Allie gaf hem een duw tegen zijn schouder en zuchtte;' Zo gaat het nou altijd.' en liep toen de zaal uit. Richard pakte één van de taarten van de tafel en gooide die naar Roger. Roger bukte waardoor de taart Klaus raakte. Roger begon keihard te lachen en pakte een andere taart en gooide die naar Richard. De taart raakte Richard vol in zijn gezicht en hij vloekte. Klaus at de taart van zijn gezicht terwijl Richard het glazuur van zijn kleren af probeerde te krijgen. Klaus, die dacht dat het een soort spel was gooide een taart naar Sientje, die het dienstmeisje aan het helpen was de scherven op te ruimen. Sientje kwam boos overeind omdat de taart in haar net gekamde haren terecht kwam. Ze pakte een muffin en gooide die richting Klaus. De muffin miste Klaus en raakte Roger zo hard dat hij van zijn stoel viel. Richard begon te lachen, maar niet voor lang. Roger dacht dat Richard de muffin gooide en pakte een grote schaal met groente. Hij klom op de tafel, waarbij hij 2 bekers drinken omgooide, en kieperde de schaal leeg boven op het hoofd van Richard. Moryn, die niet van feesten hield kwam aanlopen om in te grijpen, maar gleed uit over de wijn die van de tafel op de grond was gedropen. Roger kwam niet meer bij van het lachen en ging op de tafel liggen. Ina kwam aanrennen om haar vader te beschermen tegen een ridder, die er duidelijk klaar mee was en gewoon wilde dansen. Met grote passen kwam hij op Ina en Roger aflopen. Ina pakte de kom soep van Candel, die rustig zat te eten. Candel protesteerde, maar kreeg zijn kom niet terug. De soep vloog door de zaal en raakte niet alleen de ridder, maar nog zeker 3 andere personen, die stonden te dansen. Edward was er ook klaar mee en liep de zaal uit. Toen hij de deur achter zich dicht deed hoorde hij dat er eten tegenaan werd gegooid. Hij wist dat het voedselgevecht niet echt gemeen bedoeld was en dus liet hij iedereen hun gang gaan en vriendschappelijk eten naar elkaar gooien. Toen hij de binnenplaats opliep in de regen, wachtend op de zon, die niet kwam, zag hij John. Hij zat in het stro bij de stallen. 'Heey.' begon Edward. 'Gaat het?' John glimlachte. 'Ja hoor. Ik heb alleen niet zo'n zin in Richard.' Edward ging naast hem zitten. 'Snap ik.' Er viel een stilte, waarin ze alleen het gelach van binnen hoorden, het tikken van de regen en het kraken van het stro. 'Ik wilde naar het graf van mijn vader gaan, Ga je mee?' John schudde zijn hoofd. 'Ik ga straks naar het graf van Brian en dan ga ik meteen langs Henry en de rest. Misschien neem ik Roger mee.' Hij viel even stil en dacht na. 'Als hij daar nog toe in staat is.' Edward lachte. 'Ik denk het niet.' John lachte voorzichtig. 'Sommige dingen blijven hetzelfde. Zelfs als bijna iedereen die je kende dood is.' Edward glimlachte; 'Het komt goed.' Toen liep hij verder naar de begraafplaats.

Edward kwam aan op de begraafplaats. Het regende nog steeds en zijn bruine haar hing in natte slierten naast zijn gezicht. Zouden hij en zijn vader het goed kunnen hebben gevonden samen? Edward geloofde van wel. Ze zouden een heel erg goed duo zijn. Dan zou zijn vader nu nog koning zijn en misschien zou hij dan stoppen over een aantal jaar en zou hij de titel doorgeven aan Edward. Edward stelde zich voor hoe zijn vader hem alles vertelde over hoe je een land moet regeren. Het donderde. Er waren mensen in het kasteel, die Henry hadden gekend, zoals Guy, maar de meeste mensen hadden Henry nooit gekend. Zij kenden hem alleen van verhalen en ze wisten alleen hoe hij eruit zag door het schilderij. Net als Edward. Hij had zijn vader nooit gezien, nooit gesproken en nooit omhelsd. Het verhaal van zijn vader werd door iedereen anders verteld. Iedereen had een andere mening over Henry. Ook al hadden de meeste hem nooit ontmoet. Sommige van de dienstmeisjes zagen hem als de koning en ridders uit hun dromen. Dapper gestorven en goed voor zijn land. Zo zag Edward hem ook; dapper, aardig en trouw. Edward wist dat zijn vader dit kasteel had veroverd. De oude eigenaar zal hem dus ook anders hebben zien. Edward knielde neer bij het graf van zijn vader.'Dit heb ik voor jou gedaan pap.' zei Edward en hij legde het zwaard waarmee hij Dagonet had vermoord bij het graf. Het was het mooiste graf van de begraafplaats. Het was groot en er stonden veel bloemen. Toch wist Edward dat er ooit meer bloemen stonden. Zijn oog viel op een aantal verwelkte bloemen. Iemand was die bloemen vergeten te verzorgen. Net zoals zijn vader ooit vergeten zou worden. 



EINDE

De Vervloekte Troon en de Kinderen van de DodenWhere stories live. Discover now