Hoofdstuk 7: Het uitje

85 10 3
                                    


Roger zat aan de grote tafel die in de eetzaal  van Cashewlot stond. Hij las in een oud boek over planten en bloemen; "De Mooiste en Zeldzaamste Planten en Bloemen Uit de Geschiedenis". Hij zuchtte en sloeg een bladzijde om. John kwam fluitend de eetzaal binnen. 'Hoi. Goedemorgen. Mooie dag hé?' zei hij vrolijk. Roger mompelde wat. John liep naar een stoel en ging erop zitten. Hij pakte de kan met melk. 'Zijn Ina en Candel nog steeds niet terug?' vroeg John. Roger keek op. 'Nee.' antwoordde hij verdrietig. 'Allie is doodongerust. Maar ik denk dat alles wel goed komt.' hij slikte. 'Hoop ik.' John knikte. 'Ik vertrouw in onze koning en zijn vrienden. Maar eerlijk gezegd ben ik zelf ook wel nieuwsgierig naar de moordenaar. Ik zou graag zijn armen er afrukken en-' 'John! Ik ben trots op je! Eindelijk zeg je eens iets zinvols.' onderbrak Roger hem trots. John rolde met zijn ogen. 'Zeg jij. Maar goed..Ik vind dat we ze moeten helpen. Allie zal vast blij zijn als je gaat, dat is weer eens iets anders dan bloemen bijknippen.' grinnikte John. Roger gromde. 'Allie is hartstikke blij dat ik zo van tuinieren houd! Ze vind me nu véél leuker dan toen.' zei hij. John lachte. 'Misschien komt dat omdat bloemen knippen helemaal niet bij je past. Of omdat je minder meisjes tegelijk date. Of omdat je haar toen "Lola" noemdde. Of nee, je noemde haar "Lisa" of-' 'Oké, oké ik snap het John.' snauwde Roger. 'Als je maar weet dat ze al die tijd wel mijn grote liefde was. En ik die van haar!' voegde hij eraan toe. John haalde zijn schouders op. 'Als jij het zegt. Ik vond dat jullie relatie net zo serieus was als je relatie met Amy, Jacky, Indy en Alicia.' Roger keek hem vragend aan. 'Wie is Indy?' John sloeg zijn hand tegen zijn voorhoofd. 'Je had met haar voor of na' en toen zachter: 'of tijdens.' 'Wat?' zei Roger, die het gefluister van JOhn niet verstond. 'Uhm ik zei dat je met haar had voor of na je verkering met Amy.' 'Oh ja dat kan kloppen.' zei Roger.  'Maar laten we het niet meer hebben over jouw vreselijke acties! Dat is allemaal lang geleden.'zei John verwijtend. 'ik denk dus dat het een goed plan zou zijn om onze koning te gaan helpen.' 'Maar als we nu op reis gaan, verwelken mijn bloemen!' riep Roger. John keek Roger streng aan. 'Kom op Goudlokje, je bloemen kan je wel aan Moryn ofzo overlaten.' zei hij. Roger keek hem boos aan. 'Moryn is niets beter in tuinieren dan ik hoor! Hij kan het niet eens volgens mij! Ik blijf gewoon hier en wacht totdat-' 'Totdat er iets ergs gebeurt.' eindigde John zijn zin droog. Roger slikte. 'Roger ik kan je niet dwingen om mee te gaan, Zeker maar ik móét gaan. na wat er gebeurt is met Br-' 'John ik snap het. Begin alleen niet over Brian.' zuchtte Roger droevig. John knikte, stond op en gaf hem een klopje op zijn schouder. 'Zeg het als je je bedacht hebt oké?' Hij draaide zich om en liep de eetzaal uit.

'We lopen nu al eeuwen.' klaagde Ina. Candel rolde met zijn ogen. 'Daar is onze klager weer. Kom op we zijn met z'n vijven, verwachtte je echt dat we snel lopen met die twee hier?' vroeg hij en hij wees op Klaus en Guy, die een gesprek hadden over wortel plantages. Klaus keek op toen Candel "met z'n vijven" zei. 'We zijn met z'n zessen hoor!' zei hij boos. Hij aaide de lege plek naast hem. 'Stil maar Kees, ik weet dat ze je steeds vergeten maar dat betekent niet dat ze niet van je houden!' suste hij. Guy keek achterom naar Candel en Ina. 'Ik vind hem echt cool, maar hij ziet volgens mij spoken ofzo.' fluisterde Guy angstig. Candel lachte. 'Wie is toch die Kees waar je de hele tijd tegen praat, Klaus?' vroeg hij. Klaus zuchtte. 'Heb ik je dat nog niet vertelt? Hij is mijn vriend!' riep hij. 'Aha. Ja tuurlijk.' knikte Candel.
'Jongens. Stil. Ik hoor iets.' onderbrak Edward het gesprek. Hij liep voor het groepje en draaide zich langzaam om. Er ritselde iets in de struiken. Meteen stonden ze allemaal stil en keken angstig om zich heen. 'KOM TEVOORSCHIJN ALS JE DURFT!' riep Guy plotseling luid. 'Guy stil!' siste Edward. Er sprong een grote gedaante uit de struiken. Ina krijste. 'BEEEEER!!' En ze rende gillend weg. Edward staarde haar na. 'Ze vlucht gewoon!' riep Candel verontwaardigd. Hij schudde zijn hoofd en keek weer naar de beer die voor hun stond. 'Ehm hallo. Aangenaam kennis te maken, maar helaas moet ik nu even weg achter mijn zus aan.' zei hij en hij sprintte weg. 'OH KOM OP!' schreeuwde Edward wanhopig. Hij keek Guy en Klaus aan. Beide doken angstig in een. 'Oké, dit is het plan. Loop langzaam naar achter en ga vooral niet rennen. Daar wordt de beer alleen maar wild van.' fluisterde Edward. 'Maar Ina en Candel-' piepte Guy. 'Die rende..' De beer schoot naar voren en wierp zich op Guy. Guy slaakte een kreet. 'GUY!' schreeuwde Edward. Maar voordat hij iets kon doen zat Klaus bovenop de rug van de beer. 'STOUTE BEER! STOUTE BEER!' riep hij. De beer was niet meer op Guy gefocust en probeerde Klaus nu van zijn rug af te werpen. 'Rennen Guy!' riep Edward. 'Maar je zei-' 'RENNEN!' En zonder verder nog te protesteren rende Guy weg en verstopte zich bij een sloot. Edward bekeek de situatie. 'Oké..Of Klaus wordt opgegeten, of wij allebei..Als ik nou eens-' Maar hij werd onderbroken door het geluid van rennende voetstappen. Candel en Ina stopten met rennen en hijgden. 'Sorry Edward. Ik raakte in paniek. Maar we zijn teruggekomen om je te helpen!' riep Ina, terwijl zij en Candel een dolk trokken. 'Bedankt. Dat waardeer ik!' riep Edward terug. 'Achteruit!' riep Candel naar Edward. Edward deed wat hem gevraagd was. Terwijl hij zich verschuilde achter een boom, haalde Ina en Candel uit naar de beer. De dolk van Ina raakte hem op zijn neus. De beer gilde abnormaal hoog. Klaus viel op de grond en kroop naar de boom waar Edward achter stond. 'Kom Kees, snel, anders zijn we er geweest.' zei hij zacht. Edward hielp hem overeind te komen. De beer probeerde een nieuwe poging en wierp zich dit keer op Ina. Ina gilde en hield haar handen voor haar gezicht. Zowel Edward als Candel renden naar de beer en probeerden te voorkomen dat hij haar in stukken beet. Maar de beer tilde Ina over zijn schouder en holde weg. Candel sprintte achter hem aan. 'INA! INA! LAAT HAAR LOS LELIJK MONSTER! BLIJF VAN MIJN ZUS AF!' schreeuwde hij. Maar de beer was al verdwenen in de verte. Candel viel uitgeput op de grond. Guy kwam naar hem aan hollen. Hij zat onder de modder en vies water. 'Wat is er gebeurt?' vroeg Guy aan de wanhopige Candel. 'Ze is weg Guy! Die beer heeft haar gekidnapt! We moeten achter haar aan!' ratelde Candel. 'Ze is hem gebeert.' zuchtte Klaus verdrietig. Candel keek hem woest aan. 'Rustig maar.' zei Guy en hij hielp hem overeind. Samen liepen ze naar Edward en Klaus. 'We gaan achter de beer aan, Candel. Het komt goed.' slikte Edward. 'Dat hoop ik.' zei Candel zacht. Edward knikte. Hij wendde zich tot Guy. 'Waarom..Wat..Wat is er gebeurd?' vroeg hij verward. 'Ik..Eh..Ik ben in de sloot gevallen. Vandaar dit slootwater op mijn kleren.' zei Guy. Klaus zuchtte. 'Nou het staat je anders goed hoor.' Guy glimlachte flauwtjes. 'Bedankt. Nou..Laten we dan maar achter Ina aangaan.' stelde hij voor. Ze knikten.

Roger klopte op John's kamer. 'Binnen.' klonk het aan de andere kant van de deur. Roger opende de deur en ging naar binnen. John had een zadeltas vast waar hij van alles in stopte. Hij keek op. 'Heb je je bedacht?' vroeg hij hoopvol. Roger knikte langzaam. 'Ik wil graag voorkomen dat er iets ergs gebeurt met Ina en Candel.' zei hij. John knikte. 'Snap ik.' John draaide zich om en pakte zijn spullen. 'Ik ga ook mijn spullen pakken en dan kunnen we gaan!' zei Roger snel.

Een tijdje later reden Roger en John door het bos. 'Hoe weet je welke kant we op moeten? We hebben niets van een kaart ofzo en we weten niet waar Edward en zijn medemensen naartoe zijn gegaan!' zei Roger. John glimlachte en haalde een kaart uit zijn zadeltas. 'Ik heb een kaart van Br...Brian meegenomen.' zei hij. 'Hiermee kunnen we wel inschatten waar ze naartoe zijn gegaan.' Roger keek hem betwijfelend aan. 'Die kaart is dan minstens 17 jaar oud. Hoe weet je zeker dat alles nog hetzelfde is?' 'Ik denk dat bossen niet zo veel veranderen in al die jaren.' antwoorde John. 'En hij is gemaakt door Brian dus hij is erg precies.' Roger zuchtte. 'Kunnen we het niet over Brian hebben.'  'Ik vind dat we het wel over hem moeten hebben.' protesteerde John. John zoch juist iemand waarmee hij wel over zijn vriend kon praten. Hij was namelijk bang dat Brian anders vergeten zou worden. 'Nou zoek dan maar iemand anders om over hem te praten.' zei Roger chagarijnig. 'Maar jij en ik kende hem het beste en -' probeerde John Roger toch over te halen, maar Roger onderbrak hem. 'Stop. Ik wil naar mijn kinderen'  'Ik denk dat Edward sowieso naar de plek gaat waar Henry en Br-' JOhn stopte even en maakt toen zijn zin af Waar Henry is gestorven.' zei John treurig. Roger knikte. 'Ik denk het ook.' zei hij zacht. Ze reden in stilte verder.  Na ongeveer een kwartier stilte begon John een nieuw gesprek. 'Weten Candel en Rogerina trouwens dat ze een vloek zijn.' Roger draaide zich vliegensvlug om naar John. 'Nee! Natuurlijk niet! Weet je hoe dat klinkt. "Heey Candel en Rogerina, wisten jullie eigenlijk dat jullie een vloek waren en weet je waarom een vloek omdat ik en Pien helemaal geen kinderen wilden!" klinkt dat goed' zei hij sarcastisch. John haalden zijn schouders op. 'Ooit moet je het ze vertellen. Ze zijn 18. Wat heb je ze dan verteld?' Roger dacht na. 'Iets vaags over dat hun moeder dood was ofzo.' John zuchtte. 'Nou goed verhaal man. Als we ze vinden ga je ze het vertellen.' Roger probeerde te protesteren. 'Anders doe ik het.' eindigde John het protest. 'uhm Dan vertel ik niet dat het een vloek was en dat ik ze niet wil, maar iets over dat er een heks was en dat Pien een wens mocht doen en toen poef.' Roger keek John hoopvol aan. 'Is dat beter?' John keek hem aan met een blik vol ongeloof. 'Als jij denkt dat beter werkt, oke.' Na ongeveer 5 minuten keek Roger naar John. 'Hoelang nog?' vroeg Roger zeurend. John zuchtte. 'Serieus?' mompelde hij. Hij keek op de kaart en vervolgens naar de zon. 'Ehm..Ik denk nog eh...1,5 uur?' zei hij aarzelend. Roger keek hem met open mond aan. 'Dat kan ik niet aan! Dat is veel te lang en-' 'Oh wacht, 2 uur!' verbeterde John zich triomfantelijk. 'Nog beter.' mopperde Roger. 'Ach kom op Rog. We zijn er bijna..' 

De Vervloekte Troon en de Kinderen van de DodenDär berättelser lever. Upptäck nu