Hoofdstuk 18

138 5 4
                                    

We waren ongeveer halverwege in de tunnel, toen we een ontploffing hoorde en de grond begon te schudden. ''Shit, er zijn nog meer mensen daar.'' Zei Josh. Hij pakte mijn hand en we renden verder. Aan het eind van de gang was er een stenen trap naar boven en bovenaan was er een houten deur. Het leek erg oud en de deurklink was helemaal verroest. Josh rommelde wat aan het slot, maar het ging niet open. ''Misschien kan je de deur gewoon intrappen? Dat hout is zo oud, daar kom je makkelijk doorheen.'' Zei ik. Josh's gezicht klaarde op. ''Waarom ben je zo slim?'' Vroeg hij terwijl hij een korte kus op mijn wang drukte. Ik ging een paar meter van de deur staan en zag Josh een aanloop nemen en zijn been verdween in een gat in de deur. Ik schoot in de lach, maar probeerde zo min mogelijk geluid te maken. Hoe zou dat er aan de andere kant van de deur uitzien? Ineens heel random een been uit het midden van een deur zien steken? Ik stopte met lachen toen ik Josh's geirriteerde gezicht zag. Ik zag dat hij heel hard probeerde om niet te lachen. Met mijn hulp kreeg hij zijn been uit het gat en sloopte meer stukken hout weg om een groot genoeg gat te maken waar we doorheen konden stappen.

Ik keek om me heen en zag dat we midden in het kerkje waren. Er waren bankjes in twee rijen naar de voorkant van de kerk gericht. Daar was een glas-in-loodraam, waar de zon doorheen scheen zodat de kerk opgefleurd werd met de kleurtjes van het glas-in-lood. Het was prachtig. Ineens hoorden we achter ons een harde kraak en de deuren aan het eind van het gangpad vlogen open. Vier mannen kwamen binnenlopen, met hun geweer op ons gericht. Nee. Neeneeneenee. Ik keek snel om me heen om een uitweg te vinden, maar er was er geen. Ik keek naast me en Josh keek me bezorgd aan. Ik pakte snel zijn hand, voordat de mannen ons uit elkaar konden houden. Hoe kon dit gebeuren? Een minuut geleden waren we nog aan het lachen over Josh's been... Ik voelde het. Ik voelde dat één van ons vandaag dood zou gaan. En waarschijnlijk was dat Josh, sinds Veronica mij levend terug wilt hebben. Ik kon het niet. Ik kon hem niet laten gaan. Ik was er niet klaar voor. Één van de mannen pakte me bij mijn bovenarm en trok me van Josh vandaan. Ik probeerde zijn hand nog te pakken maar ik zag dat hij ook werd vastgepakt. Één van de mannen trapte Josh in zijn knieholte zodat hij op zijn knieën viel. Er ging een man voor hem staan met zijn geweer op Josh's hoofd gericht. Stanen stroomden over mijn wangen terwijl ik Josh's naam schreeuwde. ''Josh, nee!'' Hij keek me verdrietig aan en zei: ''Ik houd van je.'' Voordat er een schot te horen was. ''Neeeeee!'' Gilde ik uit. Was dit weer een droom? Nee. Ik wist zeker van niet. De mannen lieten me los zodat ik op de grond viel. Ik kroop snel naar Josh's lichaam om... Ja, waarom eigenlijk? Om goed afscheid te nemen? Om te kijken of hij nog leeft? Ik pakte zijn hand vast en fluisterde: ''Ik zal Veronica voor je vermoorden Josh. Voor jou. Ik doe het.'' Ik kreeg geen antwoord. De tranen liepen weer over mijn wangen terwijl ik zijn voorhoofd kuste. ''Ik beloof het Josh.'' Zei ik huilend.

Ik draaide me woedend om naar de mannen. Ik haalde met mijn linkerhand mijn mes uit mijn riem en verstopte het in mijn mouw en met mijn rechterhand pakte ik mijn pistool. Ze stonden op een afstandje, te wachten op wie er het eerst naar me toe zou komen. Ze keken elkaar even aan voordat de eerste man naar voren stapte om me vast te pakken. Ik week snel uit en stak het mes in zijn keel. De andere drie mannen kwamen meteen in actie en ik gooide mijn mes naar de eerste man, die kermend op de grond viel. Daarna laadde ik snel mijn pistool en schoot de vierde neer. De derde hield afstand. Ik liep met dreigende stappen naar hem toe en met elke stap die ik in zijn richting zette, zette hij een stap achteruit totdat hij tegen de muur stond en niet verder naar achteren kon. Ik was woedend en ik zag rood. Ik zette mijn pistool tegen zijn hoofd. ''Alsjeblieft, doe het niet.'' Kon hij nog net uitbrengen. ''En waarom niet hm? Als ik het goed heb heb je net mijn verloofde vermoord!'' Ik probeerde heel hard om niet weer in tranen uit te barsten. ''Het spijt me, hetspijtmehetspijtmehetspijtme.'' Zei hij. ''Daar heb ik wat aan.'' Zei ik voordat ik hem een knietje gaf in zijn jeweetwel. (A/N: ahah ;) )Hij viel kermend op de grond en ik trapte hem nog een paar keer in zijn buik en op zijn hoofd. Ik keek nog even om naar Josh en rende toen het kerkje uit, naar Bob's huis. Wat moest ik hem vertellen? Dat zijn neefje was overleden? Ik schudde het beeld van Josh uit mijn hoofd en rende verder. ''Ik maak af waar we aan begonnen zijn.'' Fluisterde ik terwijl ik Bob's huisje in zicht zag komen. Ik rende de oprit op en bonkte op de deur. ''Bob, ik ben het! Doe open!'' Schreeuwde ik. Geen antwoord. Ik zette mijn oor tegen de deur aan en luisterde of ik iets kon horen. Niets. Ik nam een aanloop en trapte de deur open. Ik zocht het kleine huisje door, tot ik een briefje op het aanrecht zag liggen. Ik pakte het op en las: 'Amber, als je je grote vriend Bob nog een keer wilt zien, kom dan nu terug naar waar dit allemaal begonnen is, het Adams Packhuis.' Ik balde mijn vuisten met het briefje nog in mijn handen. Ik ontkreukelde het en las het nog een keer. Op zich was dat mijn plan de hele tijd al... Teruggaan naar het packhuis. Maar ik weet niet hoe ik een helikopter moet besturen... Josh weet het wel... Nee Amber, nu niet aan denken. Je kan het doen nadat dit gedoe met Veronica over is. Het was allemaal haar schuld. Ik scheurde het briefje en gooide het op de grond. Ik zocht rond in Bob's huisje en pakte wat bruikbare dingen zoals eten en drinken. Ik keek nog even rond de kamer voordat ik naar buiten stapte en de deur achter me dichtsloeg. Let's do this.

Upside-DownWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu