Hoofdstuk 33

41 3 0
                                    

"Gross." Zei ik terwijl ik naar mijn bloederige handen keek. Daniel keek bezorgd naar mijn handen. "Niet mijn bloed." Zei ik. Hij knikte en focuste op de weg. Ik keek in de achteruitspiegel en zag een schriel mannetje gefocust naar onze auto kijken. Hij leek een beetje op Mr. Bean. "Hey, is hij ons aan het volgen?" Vroeg ik. Daniel haalde zijn schouders op. "We zullen zien." Zei hij. Hij reed naar de dichtstbijzijnde rotonde en reed er twee rondjes omheen. "Jup, sowieso." Zei ik en hij knikte. We hoorden politiesirenes in de verte. "Hij is waarschijnlijk van het restaurant, ons aan het volgen voor de politie." Zei ik en Daniel knikte. "Een groentje dus." Zei hij een keek naar mij. We dachten het zelfde. Ik knikte met een lach. Ik pakte mijn geweer en deed het raam open. Ik hing half uit het raam en richtte mijn pistool op het mannetje. Hij keek me met grote ogen aan voordat hij keihard remde. Ik richtte mijn pistool op zijn schouder en schoot. Ik zag zijn gezicht vertrekken van de pijn en ik schoot ook nog in zijn band, waardoor de auto niet meer zal kunnen rijden. Ik ging de auto weer in en stopte mijn pistool terug. Daniel zette zijn voet op het gas en we reden snel weg.

We namen een grote omweg naar huis over verlaten weggetjes en donkere weilanden. Het was wel gezellig, met een zak McDonalds eten tussen ons in en de radio zacht op de achtergrond. We waren langs een tankstation gereden om het bloed van mijn handen te krijgen. "Ik vroeg me af hè." Begon Daniel en ik humde. "Waarom was je eigenlijk in Engeland als je eigen pack in Nederland is?" Ik dacht even na. "Het packhuis hier in Nederland is gewoon zo handig. Alles wat er nodig is, is er. Maar voor mij persoonlijk zitten er te veel herinneringen aan. Dus daarom ben ik liever in Engeland. Maar voor nu, met jouw pack er bij, is het voor het beste om gewoon hier te blijven. De pack gaat nu eenmaal voor." Daniel was even stil. "Dan moet je hier goede herinneringen maken. Want of je het nu wilt of niet, je zult hier je hele leven moeten doorbrengen." Zei hij en ik knikte. Daniel reed de oprijlaan van het packhuis op. Het was ondertussen gaan regenen. Ik glimlachte naar de regen en Daniel reed de garage in. Hij parkeerde de auto en we liepen naar de lift. Hij drukte op begane grond, maar ik drukte op -1. Daniel keek me vragend aan. Ik lachte en negeerde zijn vragende blik. De lift kwam stil te staan op -1 en we stapten uit. Net naast de deur van de lift was een zwarte, onopvallende deur. Ik hield mijn hand op de scanner en hij schoof open. Een donkere tunnel met aarde als muren en dat rook naar de natuur strekte voor ons uit. Ik hield mijn hand uit naar Daniel die geen idee had wat het was. Hij pakte mijn hand en de deur schoof achter ons weer dicht. Het geluid van de regen kwam steeds dichterbij. We kwamen voor een houten deur, waar we zo doorheen konden. We kwamen bij een houten ladder die ik opliep en de houten planken boven me optilde. Ik voelde de regen op mijn gezicht vallen en liep naar buiten. Ik wachtte tot Daniel ook buiten was voordat ik de planken terug schoof en er takken op legde. We stonden midden in een verlaten stuk bos. "Hier kwam ik een paar jaar geleden vaak heen als het me even allemaal te veel werd." Zei ik en Daniel keek naar de prachtige natuur om zich heen. Ik liep verder het bos in en Daniel liep achter me aan. Ik liep naar de rand van een soort kleine afgrond een keek voor me uit, naar het meer dat schitterde in het maanlicht. "Wow. Hoe heb je dit gevonden?" Vroeg Daniel. Ik liep naar de boom links van ons en ging zitten. "Ik trainde altijd binnen, altijd in die stomme kelder. Dus op een gegeven moment ging ik buiten hardlopen. En toen was ik een keer verdwaald en kwam ik hier... En sinds toen ben ik hier vaker gekomen, als ik gewoon even rust nodig heb ofzo." Zei ik. Daniel was ondertussen naast me gaan zitten en sloeg zijn arm om me heen. Ik legde mijn hoofd op zijn borst en keek naar het prachtige uitzicht en het geluid van de regendruppels om ons heen. "Ik vroeg me af..." Zei ik en Daniel knikte. "Was dit een date?" Vroeg ik terwijl ik recht op ging zitten zodat ik hem aan kon kijken. Hij keek me even aan en glimlachte. "Wil je dat het een date was?" Vroeg hij. Shit... Wat moet ik nu zeggen dan? Zijn blik viel even op mijn lippen en keek me toen weer aan. Hij... Hij... Zijn blik viel weer op mijn lippen en hij leunde mijn kant op. Ik reageerde meteen en kuste hem. Ik voelde zijn adem even stoppen voordat hij me terug kuste. Daniel legde zijn hand op mijn wang en ik sloeg mijn armen om zijn nek. Hij haalde zijn lippen van die van mij om op adem te komen en legde zijn voorhoofd tegen de mijne. "Op je vraag eerder, over of ik wilde dat het een date was... Ja eigenlijk wel." Zei ik en Daniel lachte. "Nou, dan word het de volgende keer een date." Zei hij en kuste me weer.

Na een uur in de regen onder de boom gezeten te hebben besloten we weer terug te gaan. Daniel had zijn jas aan mij gegeven, voor de warmte. Daarna sloeg hij zijn arm over mijn schouder en liepen we terug. Ik schoof de planken weer opzij voordat Daniel in het gat verdween, en ik achter hem aan. We liepen door de gang en kwamen weer in de hal naast de lift. "Er is een gang van hier naar jouw packhuis op verdieping -4." Zei ik en Daniel knikte. De lift opende en we stapten in. Ik drukte op -4 en toen op 2. Ik stond nog steeds met Daniel's jas om me heen geslagen. Hij pakte de kraag van zijn jas, trok me naar hem toe en kuste me. "De volgende keer word een date oké?" Zei hij en ik lachte. "Oké." De liftdeuren gingen open en ik wees naar de deur van de gang dat naar het andere pack huis leed. "Tot morgen." Zei ik voordat de liftdeuren weer dichtschoven.

Upside-DownWhere stories live. Discover now