Hoofdstuk 37

38 1 0
                                    

Door een harde knal schrok ik op. Ik kreeg mijn ogen moeilijk open, maar het lukte. Natte, bezweette haren hingen voor mijn ogen en mijn mond was droog. Ik keek op, de donkere, broeierige kamer in. Waar de fuck ben ik nu weer terechtgekomen? Er hingen meerdere broedlampen boven me, vandaar de warmte. Ik probeerde mijn haar uit mijn ogen te vegen, maar mijn handen zaten vast aan de stoel waar ik op zat. En mijn benen ook. De Polar pack heeft me. En niemand weet waar ik ben, of wat er met me gaat gebeuren. Een deur kraakte links van me, en een fel licht scheen naar binnen. "Hallo, hallo Amber Adams." Zei de oude man die naar binnen liep. Ik hield mijn hoofd naar beneden maar hoorde aan zijn stem dat het Jack Polar was. De leider. "Of moet ik je Ash noemen? T'is maar zielig hoor." Shit. Hij weet dat ik de leider ben van de Adams pack. Maar hoe? Niemand hoort dat te weten. Hij schoof een stoel langzaam naar me toe en ging voor me zitten. "Ik moet toegeven, we kwamen eigenlijk naar het rechtshuis om Daniel te ontvoeren, maar nee, hij glipte weg." Gelukkig, er is nog hoop. Daniel was waarschijnlijk nu een plan aan het bedenken om mij hier weg te krijgen... Hopelijk. "Maar tot mijn grote verbazing was jij daar ook. De leiders van de Adams en de Porter pack die samenwerken? Dat moet ik niet hebben. Dus dit leek me wel een goede optie. Oh, en don't worry. Daniel zal je niet komen helpen. We zitten in the middle of nowhere, niemand zal je ooit vinden." Ik zei niks. "Hoe weet je wie ik ben." Kwam schor uit mijn keel. Ik had water nodig. "Ach meissie, heb je dorst, drink anders wat." Zei hij terwijl hij een glas water over mijn gezicht dumpte. Het was verfrissend, maar anders dan drinken. En ik zou Jack niet de blijheid geven om het water van mijn gezicht te likken. Ik moest sterk blijven. "En als antwoord op je vraag: Je moet niet iedereen vertrouwen. Je bent niet de almighty Adams, Amber. Je bent een 27 jarig meisje die zodra het kan huilend naar haar pappie toe gaat." Hij was even stil. "Oh, wacht. Die is dood. Net zoals je moeder. En je verloofde. En je broer." Mijn hoofd schoot op. Broer? "Oh wacht, heb ik teveel gezegd?" Broer? Wat bedoelde hij broer? Nee, wacht. Dit is een van zijn gedachtenspelletjes. En ik speel niet mee. "Bedoel je dat er een spion in mijn pack zit?" Kon ik nog net zeggen. "Amber, lieve meid. Één spion?" Hij lachte. "Ik zou deze kamer kunnen vullen met de mensen die jij vertrouwt, die voor mijn werken." Hij lachte hard en sleepte de stoel weer mee, de kamer uit. De deur viel met een harde klap dicht. Dat was sowieso niet waar. Hij wilde dat ik de moed opgaf, maar dat ga ik niet doen. Een irritante pijn drukte op mijn hoofd. Wat waren de symptomen van uitdroging ook alweer? Ik dacht hard terug naar mijn middelbare-schooltijd. Desoriëntatie, dat is 1. Check. Snelle hartslag, check. Snelle ademhaling, check. Oh man, dit is echt niet goed. Wat als ik straks een hartaanval krijg. Op mijn 27e. Zwarte vlekken kwamen voor mijn ogen. Oja, veelvuldig flauwvallen. Mijn hoofd viel naar achteren tegen de stoel aan en alles werd zwart.

Daniel's P.O.V. (Nog in het gerechtsgebouw)
We renden met z'n 5en snel naar de bus, waar Amber in hier naartoe is gekomen. "Wachten we op de rest?" Vroeg Suma, een van mijn mannen. "Ja, natuurlijk. En we schieten iedereen die in de buurt van dit busje komt begrepen?" Iedereen knikte. Maar het was onheilspellend stil. De straat was leeg en niemand kwam uit het gebouw. "Er is iets mis." Fluisterde ik en bezorgde blikken keken mij aan. Omdat de earpieces het niet meer deden belde ik Zach. Na een keer overgaan nam hij op. "Daniel? Wat is er aan de hand? Ik hoorde jullie niet meer, en alle camera's waren uitgezet." Hoorde ik een bezorgde Zach zeggen. "Ik ben veilig, met mijn mannen. De Porter Pack is er. Amber en ik hebben ons opgesplitst, ik weet niet waar ze is. Kan jij iets zien?" Vroeg ik. "Nee man, ik weet echt helemaal niets. Ik kan niets horen, ik kan niets zien. Sorry. Maar ik weet wel dat de politie er binnen 10 minuten is." "Ehh, baas?" Zei een van mijn mannen. Hij wees naar buiten. Ik keek door het raam en mijn mobiel viel uit mijn hand. Daar, op het randje van het dak, stond Jack Polar, met een bewusteloze Amber in zijn handen. Tegelijkertijd kwam de rest van Ambers mannen het gebouw uitstormen. Ze kwamen het busje in. "Ze hebben haar. Polar heeft Amber." Ik wist niet wat ik moest doen. Ik pakte 2 van mijn mannen hun pistolen en rende weer naar binnen. Naar het dak. Ik kon Amber niet laten gaan. Ze kan het niet aan, ze leefde altijd in de schaduw, maar nu... Ik was bijna op het dak. Ik rende het dak over, waar nog een paar mannen van de Polar Pack stonden, die ik meteen neerschoot. Maar er was verder niemand meer. Ik keek de daken over en zag een paar huizen verder nog een man staan, bij de brandtrap. Ik rende naar hem toe, nadat ik hem had neergeschoten. Ik keek naar beneden. Er reed net een zwart busje weg. Nee! Een wit busje kwam aanrijden, Nadia zat achter het stuur. Ik rende snel de trappen af en sprong de laatste verdieping naar beneden. Ik stapte snel het busje in en de achtervolging was begonnen.

We reden op de snelweg, nog steeds het busje achterna. We hadden al meerdere ongelukken veroorzaakt, maar dat maakte mij niet uit. We moeten koste wat kost Amber terugkrijgen. "Zet hem klem tegen de vangrail. Nadia ging naast hem rijden en ik pakte mijn pistool. Ik schoot de bestuurder neer, zodat het busje heen en weer ging zwaaien. De passagier pakte het stuur snel over, maar hem schoot ik ook neer, voordat hij zijn wapen kon trekken. Nadia zetten het busje klem en hij kwam tot stilstand tegen de vangrail. Mijn mannen sprongen het busje uit en hadden hun wapens op de dichte deuren gericht. Nadia greep de hendel van de deuren en wachtte op mijn signaal. Ik knikte. Ze deed de deuren open, en... "Nee!" Schreeuwde ik. Ik viel op de grond neer. Iedereen liet zijn wapens zakken. Het busje was leeg. Het was een afleiding, terwijl het busje met Amber er in nu overal kon zijn. 

Upside-DownWhere stories live. Discover now