Hoofdstuk 22

277 5 1
                                    

Ik heb waarschijnlijk de hele avond en nacht geslapen want het is nu 's morgens en ik ben net pas wakker. Ik spring uit de boom en loop verder. Ik heb nu toch wel een voorsprong dus ik kan gewoon lopen. Na ik denk een uurtje te hebben gelopen zie ik dat het gras groener is en er meer bloemetjes staan. 'Water' zeg ik tegen mij zelf. Ik kijk om me heen en ja hoor, een stuk verderop zie ik een beekje. Ik ren er naar toe en ga op het gras ernaast zitten. Ik weet niet of dit wel zo' n goed water is maar het stroomt dus het is beter als stilstaand water. Ik drink veel want ik heb enorme dorst en ik denk dat ik nog even moet lopen voordat ik ergens in de buurt van een weg kom dus drink ik nu wel wat extra. Ik veeg mijn mond af en pak mijn spullen bij elkaar. Ik loop weer fijn verder. Hé daar staat een struik met iets eraan. Ik loop ernaar toe en zie dat het een frambozenstruik is. Ik trek snel wat frambozen van de struik en eet ze op. Mmmh wat zijn die lekker. Ik doe er ook nog een paar in mijn tas voor later. Ik loop weer een stukje verder en zie dat er hier wat appelbomen staan. Ik pak ook wat appels en duw die in mijn tasje. Raar dat er ineens zo veel fruit bo... wacht eens even. Ik kijk eens goed om me heen en zie dat er overal bomen met appels en peren en druiven staan. 'Een fruitgaarde' denk ik bij mezelf. Ik begin op en neer te springen van blijdschap want dat betekent dat ik dicht bij een boer ben en dus ook bij de mensheid. Misschien zelfs dicht bij een weg. Met die gedachte begin ik te rennen en ik zie dat het bos al minder dicht wordt. Ik ren door en na een kwartier ofzo hoor ik wat brommen. Het komt voorbij en het geluid sterft weer af. AUTO. Omg een auto. Ik ren richting het geluid en ik zie dat er een weggetje is. Ik ren naar de weg en kijk om me heen. Geen auto te zien. Dat wordt dan maar wachten. Ik ga naast de weg zitten en begin mijn appel te eten.  Mmh wat is die lekker.

Broooom

In de verte zie ik een vage schim. Ik spring op want er komt een zwarte jeep aangereden. Ik begin te zwaaien met mijn armen en tot mijn geluk stopt de auto. De auto deur gaat open.

'Hey Lana daar ben je. We waren je al aan het zoeken.'

Nee dit kan niet. Ik ren snel weg maar ik hoor dat Nathan me volgt. Hoe hebben ze me gevonden? Ik was toch eindelijk vrij? Ik probeer zo hard te rennen als ik kan totdat ik een schot hoor. Een pijnscheut in mijn been zorgt ervoor dat ik stop met rennen en neerval op de grond. Kermend van de pijn probeer ik op te staan maar het lukt me niet. Nathan staat al naast me.
'Leuk geprobeerd prinses, nu ga je weer terug mee naar huis.' zegt hij  voordat hij me optilt. Ik kan niks doen. Mijn been doet te veel pijn. Schreeuwend en huilend neemt Nathan me mee naar de auto. Ik zie een flits van medelijden in zijn ogen maar dat wordt snel vervangen door ergernis van mijn geschreeuw. Hij gooit me in de auto en ik zie dat Sem voor het stuur zit. Hij kijkt me met een grijns aan. 'Heeft het prinsesje pijn.' zegt hij. Ik geef hem een moordende blik. 'Rustig maar ik heb je niet geschoten hoor. Dat deed Nathan zelf.'
Dat had ik niet verwacht. Nathan deed meestal wel aardig tegen me en ik vond hem ook wel aardig maar niet echt want hij heeft me alsnog ontvoerd. Ik zie Nathan instappen maar ik voel me duizelig worden. Alles wordt zwart en de pijn in mijn been wordt er niet minder op.

~~~~~~~~~~
662 woorden
Ontsnapping mislukt :(
Ik ben aan het strand :)

~~~~~~~~~~662 woordenOntsnapping mislukt :(Ik ben aan het strand :)

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.
De stedentripWhere stories live. Discover now