12

219 15 1
                                    

Monsters pov

Evan en ik lopen de hut in. Ergens voorbij de stad in het bos staat een verlaten hut. Het is van mij. Het is best groot en Evan en ik lossen hier onze zaken op. Weg van iedereen die ons in de gaten probeert te houden.

Als we binnen zijn, zie ik een man vastgebonden aan een stoel middenin de kamer. 'Moest je hem ook hier vastbinden?' Vraagt Evan versuft. Ik knik. 'Ik had geen zin om hem nog verder mee te slepen.'

De man heeft een zak op zijn hoofd, maar hij begint te bewegen. 'Hij is wakker.' Zeg ik grijnzend. 'Zullen we hem begroeten?' Evan knikt en we lopen op de vastgebonden man af.

Ik trek de zak van hem af en Evan loopt naar de muur om er tegen aan te leunen. Ik moet weer beginnen dus.

Als ik de zak heb weggetrokken, kijkt de man mij aan. Hij begint heftig te knipperen, waarschijnlijk wennen aan het licht. 'Dus, Devon toch?' Plaag ik. 'Devin.' Gromt hij terug. 'Wie wilt dat weten?' Vraagt hij.

Ik hurk voor hem. 'Ik wil weten wat jij voor Rocco's doet.' Ik negeer zijn vraag volledig. Hij hoeft mijn naam niet te weten.

'Ik werk daar niet meer.' Antwoord hij. Ik rol mijn ogen. 'Liegen kan je neit.' En ik sta weer op. 'Je mag het opvatten zoals je wilt, maar ik werk daar niet meer.' Hij draait zijn hoofd van mij weg.

Ik laat een diepe zucht. 'Wat hebben jullie met Liana gedaan?' Vraag ik dan en ik loop een rondje om hem heen. Dan schieten zijn ogen mijn kant op. 'Die naam heb ik lang niet meer gehoord.' Mompelt hij. 'Dat vroeg ik niet.' Antwoord ik geïrriteerd.

Hij laat zijn hoofd zakken en terwijl ik achter hem loop, zie ik dat hij van zijn handen een vuist maakt. Is het woede? Is hij bang?

Ik loop weer naar voren en ik ga voor hem stil staan. Is hij verdrietig? Ik duw zijn kin omhoog. Hij kijkt me serieus aan. Geen grein te zien van woede, angst of verdriet.

Ik schud de gedachte weg en ik concentreer me weer op de zaak. 'Waar is Liana?' Vraag ik opnieuw. Devin reageert niet. 'Hij gaat nooit antwoorden. Je weet hoe de Rocco's zijn. Ze gaan liever dood dan dat ze zich overgeven.' Hoor ik Evan zeggen.

Ik draai me om naar hem. 'Doodgaan is het zelfde als overgeven. Je geeft alsnog op.' Het laatste richt ik meer op Devin. 'Als doodgaan opgeven is, dan maakt het niet uit wat ik kies, toch?' Vraagt Devin.  Ik rol mijn ogen en Evan stapt van de muur af.

Als hij naast me staat, bekijkt Devin hem met open mond. 'Evan?' Vraagt hij voorzichtig. Ik kijk naar Evan die zijn wenkbrauw optrekt. 'Hoe weet je mijn naam?' Vraagt hij bot. 'Ik heb je die naam zelf gegeven.' Antwoord Devin.

Nu valt mijn mond open. 'Wat bedoel je?' Vraag ik, ook al weet ik het antwoord. 'Ik weet toch wel hoe mijn eigen zoon heet!' Roept hij dan nors.

Dan springt Devin op van de stoel en de touwen vallen op de grond. 'Wat?' Vraag ik verbijsterd. Devin rolt zijn ogen. Die truc heb ik jou ouders geleerd, plus de rest, je hebt me letterlijk vastgebonden met mijn eigen knopen techniek.

Opnieuw valt mijn mond open. 'En nu we weten wie wie is.' Voor dat hij verder praat kap ik hem af. 'Je weet niet wie ik ben.' Antwoord ik nonchalant. Devin draait zich naar mij toe. 'Wil je dat ik je echte naam zeg, of moet ik het op Monster houden?' Ik zie hem grijnzen. Hij weet dus hoe erg ik mijn naam haat. Deze bejaarde man is goed.

Dan pas heb ik door dat Evan nog steeds verstijft staat. Ik leg mijn hand op zijn schouder en hij draait langzaam zijn hoofd mijn kant op. Voor iemand die harder is dan ik, heeft hij het erg moeilijk. Zijn onderlip trilt en ik weet precies wat hij wilt gaan doen.

Ik trek hen abrupt naar achteren terwijl hij naar voren wilt slaan.

'Jij bent mijn vader niet!' Roept hij dan boos. 'Je hebt ons achter gelaten!' Hij probeert zich uit mijn greep los te wurmen, maar ik ben net een tikkeltje sterker.

[ Verlies ]Där berättelser lever. Upptäck nu