Hi Harry!

2K 96 22
                                    

'Wat motten jullie? We kopen niet aan de deur' bromt Herman Duffeling. Hij lijkt net wakker en heeft een oerlelijk overhemd aan, waar de knopen elk moment vanaf kunnen springen. Ik werp kort even een blik op Noah, maar die lijkt een stalen gezicht te kunnen houden. 

Dan merkt Duffeling de bezems in onze handen op. Je ziet zijn ogen drie keer zo groot worden en een spiertje in zijn nek spant zich direct aan. Ik kan nauwelijks een grijns onderdrukken. Zijn ogen schieten van links naar rechts, om te kijken of er niemand door de straat loopt die ons zou kunnen zien. 

'Jullie zijn net zoals hij.' snauwt hij naar ons. Het is niet eens een vraag meer. Noah en ik kijken elkaar kort aan en knikken dan beiden tegelijkertijd. Duffeling haalt zijn neus even kort op en kijkt ons verachtend aan. 

'Wegwezen en laat je nooit meer zien.' 

Hij stapt naar achter om de deur dicht te doen. Direct steek ik mijn arm uit naar voren, mijn platte hand zijn richting op, maar doe geen aanstalten om hem tegen te houden. Denkt hij. Ietwat angstig door mijn beweging wil hij de deur dicht gooien, maar merkt dat het niet lukt. Nog een keer trekt hij verwoed aan de deur. Dan legt hij de link tussen mijn uitgestoken hand en de weigerende deur. Zijn hoofd begint nu gevaarlijk paars te worden en Noah en ik vinden het alleen maar meer hilarisch.

'Dag meneer Duffeling, wij mogen vast wel even binnen komen. We komen Harry ophalen! Geen zorgen hoor, we zijn zo weer weg' zeg ik met mijn meest zoete stem en het doet me afgrijselijk veel aan Omber denken. Noah waagt als eerste de sprong en loopt richting de voordeur van het huis. 

Met mijn hand maak ik een zwiepje en de voordeur vliegt helemaal open. Meneer Duffeling stap geschrokken achteruit. Noah gebruikt die kans direct om naar binnen te lopen en ik volg direct. Onze bezems verklein ik zodra we in de gang zijn en we stoppen ze in onze zakken. Dan lopen we de woonkamer binnen. Meneer Duffeling laten we achter ons, nog steeds verbijsterd op de deurmat.

In de woonkamer vinden we Petunia en Dirk. Ze kijken televisie. Tenminste, Petunia kijkt televisie en Dirk kijkt verveeld om zich heen. Als hij onze voetstappen hoort binnenkomen kijkt hij om en zijn ogen verwijdden zich direct. Petunia kijkt niet om, er vanuit gaande dat het haar man was.

'Oh Herman, wie was er aan de deur? Je was zo lang we-' zegt ze en wordt onderbroken door een stomp van Dirk, die haar doet omkijken. In de deuropening ziet ze ons met twee grote grijnzen staan. Persoonlijk denk ik dat ze nog niet direct door heeft met wie ze te maken heeft. 

'Oh, goedemiddag! Komen jullie Dirk ophalen?' zegt ze. Haar hoge stem irriteert me nu al te pletter, maar ik hou me beleefd. 

'Oh nee mevrouw, eigenlijk niet' antwoordt Noah beleefd. 

'Ik ken ze niet, ma' stamelt Dirk en ik zie dat hij iets witter is dan normaal. Nog voordat Petunia iets kan zeggen, komt Herman Duffeling de kamer langs ons binnenstormen. 

'HOE DURVEN JULLIE MIJ IN MIJN EIGEN HUIS ZO TE BEHANDELEN?!' 

Zijn hoofd is helemaal paars en hij kijkt woedend door zijn uitpuilende ogen. Petunia slaat van schrik een hand voor haar mond en Dirk kijkt geschrokken naar zijn vader. 

'Herman, wat- OH!' 

Grijnzend kijkt Noah naar mij en naar mijn haar. Tijdens dat Petunia sprak, heb ik mijn haarkleur veranderd, en nog wat kleine dingen, en ben nu identiek aan Noah.

Dus zo komt het dat de familie Duffeling allemaal twee identieke meiden angstig of woedend aankijken, in hun eigen woonkamer.

'Wij komen voor Harry, mevrouw' zeg ik, nog steeds beleefd. Direct hoor ik voetstappen van de trap af komen. Harry zal vast mee geluisterd hebben door het trapgat. En inderdaad komt hij de woonkamer in lopen. 

'Wie is er voor mij- hé Kate!' 

Zijn hele gezicht licht direct op als hij mij ziet staan. Waarschijnlijk omdat hij weet dat hij dan verlost is van de Duffelingen. Dan ziet hij ook Noah staan. 

'Hi Harry!' zegt Noah opgewekt. 'Leuk je ook eens te ontmoeten!' 

'Hoi Noah' antwoordt Harry schaapachtig. Hij weet niet zo goed hoe hij met haar plotselinge verschijning om moet gaan. 'Hoe gaat het met je?' 

'Hé, voordat we een heel theekransje gaan houden lijkt het me een goed idee om je koffer te pakken en alvast naar huis te gaan, Harry' onderbreek ik hun gesprek. 'Daar kunnen we bijpraten, want ik heb het idee dat ik hier geen thee en een koekje ga krijgen.' 

Ik knik met mijn hoofd richting de Duffelingen, die even niet meer goed weten wat ze moeten. Volgens mij is dit de enige uitspraak van mij waarmee de Duffelingen het eens zijn geweest in het afgelopen kwartier.

'Is goed. Geef me twee minuten' zegt Harry, en hij rent weer de trap op. Noah en ik blijven achter.

'We zullen in de hal wachten op Harry. Het was aangenaam kennis te maken!' zegt Noah, en met een buiginkje loopt ze richting de voordeur. Hoofdschuddend, maar grijnzend loop ik achter haar aan. 

Nog geen twee minuten later staat inderdaad Harry beneden, met een hutkoffer in zijn hand, Hedwigs kooi in de andere. Nadat Harry nog een korte 'doei' heeft geroepen naar zijn oom en tante, staan we dan eindelijk buiten in de voortuin. Door het raam zie ik de familie Duffeling nog tussen de gordijnen naar ons gluren. Ik doe maar alsof ik het niet merk. 

'Heb je je bezem bij de hand?' vraag ik aan Harry. 'We gaan namelijk vliegen. En je kan Hedwig ook loslaten, die vindt haar weg wel.' Hedwig koert instemmend en ik grijns even. Harry pakt zijn bezem en opent de kooi. Hedwig vliegt eerst nog een rondje boven ons, maar verdwijnt dan tussen de wolken. 

'Dan is het onze beurt' zegt Noah. Ik verklein Harry's bagage en hij stopt het in zijn zak. Voordat we op onze bezems stappen, buig ik nog even naar de twee toe. 
'Willen we nog even lachen?' zeg ik grijnzend. 'De Duffelingen staan bij het raam te gluren, laten we even gedag zeggen. No, op drie onzichtbaar.' 

We draaien ons om en ik pak Harry hand. We zwaaien naar de Duffelingen en ondertussen tel ik af. 
'Eén, twee, drie.. nu!' 

Tegelijkertijd maken we ons onzichtbaar. We blijven even kijken om de reacties van de Duffelingen te zien, en die zijn goud waard. Hun ogen werden enorme schoteltjes en ik zie hun monden open vallen. Direct daarna schuiven ze snel de gordijnen dicht en bewegen weg van het raam. 

Lachend stappen we op onze bezems en stijgen op. We gaan naar huis. 

---------------------

Heerlijke eerste ontmoeting tussen Kate en de Duffelingen. Wat is jullie indruk van Noah tot nu toe?

xx Vienna

Slytherin girlWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu