Back to home

2.2K 91 21
                                    

De coupé van de derdejaars Zwadderaars zit niet vol. Er zitten zes leerlingen in: een donkere jongen met scherp gezicht, een blonde jongen met een spitse kin en grijze kille ogen, twee grotere dikkere jongens die er niet heel slim uitzien, een kleinere onopvallende jongen en een meisje met een beetje een ingedrukt gezicht, zoals een mopshond.

Ze zijn niet heel geliefd bij de rest van Zweinstein, dat weten ze. Ze weten echter niet of dat komt door hun afdeling of door hoe ze zijn. Het maakt ze ook niet heel veel uit; ze hebben genoeg aan elkaar.

Vijf van de zes leerlingen zijn in gesprek met elkaar. Ze klagen nog eens over hun uitslagen van de toetsen, die ze twee weken geleden hebben gehad. Ze zijn allemaal geslaagd, dat is het probleem niet. Maar natuurlijk hebben de leraren weer anderen voorgetrokken en ze kunnen maar niet begrijpen hoe 'die meid van een Griffel' het weer heeft geflikt hoger te scoren dan zij. De laatste, de blonde jongen, doet niet mee aan het gesprek. Hij staart stilletjes uit het raam van de trein.

Zijn gedachten dwalen af naar een andere derdejaars leerling, met blond haar en diamant blauwe ogen. Ze zit nog niet lang op hun school, het tegenovergestelde, ze is er afgelopen jaar pas bij gekomen. Wat hij ook weet is dat er maar één leerling hoger dan Griffel heeft gescoord voor de examens: zij. Hij kent haar nog niet goed, maar één ding wist hij direct toen hij haar zag: ze is bijzonder. Maar niet alleen dat maakte dat hij een zekere interesse in haar had. Hij vindt haar intrigerend, maar weet eigenlijk niet eens waarom. Het is gewoon een gevoel. Een gevoel dat hij niet goed kan plaatsen, omdat hij het eigenlijk niet kent.

Hij weet nog precies hoe hun eerste ontmoeting ging.

Met zijn zakken vol goud slentert hij in zijn eentje over de Wegisweg. Korzel en Kwast zijn nergens te bekennen en zijn vader doet zaken op de Verdonkeremaansteeg, dus hij is aan zijn lot over gelaten. Hij verveelt zich. Er is niemand met wie hij zijn tijd kan besteden. Nu kijkt hij dan maar de winkeletalages in. Hij kan nieuwe spullen voor zijn bezem kopen, of een nieuw boek, of een uil, of-

Met een harde klap botst hij tegen iemand aan en valt naar achter op de grond. Het voelt alsof zijn stuitje gebroken is, maar nooit dat hij dat zal toegeven. Vlug staat hij weer op. Te snel, achteraf, want hij heeft sterretjes voor zijn ogen en wankelt even. Dat weerhoudt hem er echter niet van zijn tegenligger te beschuldigen. Hoe durft ie tegen hem aan te lopen.

'Kijk eens waar je loopt' snauwt hij naar zijn tegenligger, terwijl hij het stof van zijn kleding klopt. Het is een meisje, ziet hij als hij opkijkt. Nog voordat hij haar beter kan bekijken vliegt opeens een pikzwarte uil op hem af. Hij slaakt een kreet van schrik en probeert met zijn handen het beest weg te slaan. Opeens hoort hij een hogere stem zeggen: 'Kom Trix, het is Draco maar.'

De uil vliegt direct terug en gaat op de schouder van het meisje zitten. Voor het eerst kan hij haar goed bekijken en zijn mond valt een stukje open. Voor hem staat misschien wel het mooiste meisje wat hij ooit gezien heeft. Haar lange blonde krullen vallen tot ver over haar schouders. Ze heeft een zongebruinde huid, volle lippen, een klein wipneusje en prachtige diamantblauwe ogen. Vooral die springen eruit. Ze is zoals je een sprookjesprinses zou omschrijven.

Een Glamorgana, constateert hij, overduidelijk. Dan beseft hij past dat ze zijn naam wist, maar hij haar niet kent. Hij komt direct bij zinnen en recht zijn rug.

'Hoe weet je mijn naam?'

Zijn oog valt op het meisje naast haar en zijn humeur zakt meters omlaag. Griffel. Ze heeft dus als kennis gemaakt met Potter en zijn vriendjes.

'Zij heeft het zeker verteld' zegt hij schamper. Natuurlijk hebben die drie haar al verteld hoe slecht Zwadderaars zijn en dan ze vooral uit zijn buurt moet blijven. Kon hij het tegendeel ooit maar een keer bewijzen.

'Ik weet meer van jou dan jij ooit zult weten, Draco Lucius Malfidus' antwoordt de blondine met een grijns, een prachtige grijns. Even is hij van zijn stuk gebracht. Griffel weet zijn volledige naam niet, dus hoe zou zij dat dan kunnen weten?

Herstel jezelf, Draco.

'En wat zou mij dat boeien?'

Het kwam er botter uit dan de bedoeling was, maar het meisje geeft geen krimp. Hij vraagt zich af wat haar angsten zijn. In welke afdeling zou ze eigenlijk komen?

'Ik weet wie je bent' zegt ze. 'Waar je woont. Je verleden en je toekomst. Je familie en je karakter. En niet te vergeten: wie jullie dienen.'

Even schiet zijn hart naar zijn keel. Zou het? Dan bedenkt hij dat ze zijn toekomst niet kan weten. Dat is pure bluf. Van zijn ouders heeft hij namelijk geleerd dat waarzeggerij geen echte tovenarij is en ook helemaal niet zeker is.
Maar dat dienen... Opeens steekt het meisje haar hand uit. Het doet hem denken aan zijn eerste jaar met Potter.

'Kate, trouwens, Kate Verbrugge.'

'Draco Malfidus, maar dat wist je al' mompelt hij.

Ze heet Verbrugge. Dat is een dreuzelnaam. Is ze een Dreuzeltelg? Of misschien een halfbloed? Dan zou hij haar moeten haten. Hij wil het niet weten. Zijn ouders zouden het niet op prijs stellen.

Want één ding weet hij wel: dit zal niet hun laatste gesprek worden.

-----------------------

Deel een :)

Zo nemen jullie ook een keer een kijkje in het perspectief van Draco en zijn gedachten over Kate.

Vinden jullie dat ik dit vaker moet doen? Laat het me weten xx

Slytherin girlWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu