En dat was toen ze haar richting op liepen.

Plotseling, sloeg de paniek door in complete wanhoop. Ze deinsde naar achteren; ze wilde rennen, ontsnappen, vluchten. Ze struikelde in haar eigen haast bijna over haar benen. Haar hart bonkte in haar keel.

'Nee! Nee! Blijf van me af! Rot op!'

Ze had zich altijd voorgehouden om kalm te blijven als de dag eenmaal daar zou zijn; om de wereld uit te gaan met een houding alsof niets haar kon schelen, maar dat leek nu onmogelijk. Één van de bewakers greep haar bij haar bovenarm, en in een vlaag van woede, haalde ze haar vuist naar hem uit en trof ze hem recht tegen zijn kaak. Hij sloeg een kreet, en dat was toen een andere bewaker haar vast greep.

Het volgende moment, leek alles tegelijk gebeuren. Ze werd haast aan alle kanten vast gegrepen. Telkens als ze dacht dat ze zich los kon wurmen, klemde er zich weer een nieuwe hand om haar heen. Ze raakte verstrikt in een moment van pure chaos: Piper schreeuwde, gilde, worstelde, sloeg en schopte. Haar hart brulde van woede; dit kon haar niet gebeuren! Dit mochten ze niet doen! Ze wist de bewakers slechts een paar seconden van zich af te houden voordat één van hen haar op de grond smeet. Vlak voordat ze op het beton neer smakte, merkte ze op dat Julio bij de deur was achtergebleven. Zijn ogen fonkelden van schok.

Ze had omhoog willen krabbelen, maar dat was voordat ze het gewicht van één van de bewakers op zich neer voelde komen. De lucht werd uit haar longen geperst, haar armen werden ruw vastgegrepen en haar polsen werden achter haar rug gevouwen. Ze kermde van de pijnscheut die door haar schouderblad schoot. Haar wang drukte tegen het beton aan.

'Blijf van me af!' Riep ze uit. 'Rot op! Ik heb niks misdaan!'

Er werd niet op haar wanhopige kreten gereageerd en het geklik van de ijzeren boeien klonk. Piper probeerde zich nog eenmaal te verzetten, maar dat ging niet erg handig met het gewicht van een volwassen man op haar. Ze voelde hoe de bewaker haar polsen in de boeien sloeg.

'Alsjeblieft.' Piepte ze. 'Ik wil niet dood! Alsjeblieft!'

Dat was toen de tranen kwamen. Het waren geen tranen van verdriet; het waren tranen van frustratie, van woede. Waar had ze dit in hemelsnaam aan verdiend? Waarom zij? Ze had nooit iets fout gedaan - zij kon er toch ook niks aan doen dat ze geboren werd! Ze probeerde de tranen weg te slikken. Het was zielig, beschamend. Ze wilde zich niet op deze manier overgeven aan Het Systeem - jankend en schreeuwend.

De bewakers trokken haar overeind.

Ze moest haar haar uit haar gezicht slaan toen ze eenmaal weer op haar benen stond. Haar wang voelde geschaafd en haar benen leken rubber. Haar hart bonkte in haar keel.

Haar blik kruiste die van Julio.

Hij had de hele tijd al verstijfd bij de deur staan kijken. Zijn ogen fonkelden, en Piper wist wat hij dacht. Ze herinnerde zijn woorden nog; het voelt alsof ik er aan mee werk, jouw executie - waarschijnlijk spookte dat nu ook in zijn hoofd rond. Ze vocht nog altijd tegen haar tranen, maar ze duwden tegen haar oogballen aan en waren klaar om te ontsnappen. Haar ademhaling ging gejaagd en ze deed haar best om niet te snikken. Ze slikte.

Één van de bewakers begon aan haar arm te trekken. Ze wilde niet mee, ze wilde niet richting haar dood lopen. Een gefrustreerde kreet rees op uit haar keel en ze zette haar hakken tegen het beton aan. Ze stribbelde wanhopig tegen, maar ze kon haast niets uithalen.

'Moreira - deur.' Sprak de bewaker die haar linkerarm in zijn greep hield.

Heel even kruiste Julio's blik die van Piper. Zijn blik was een blik vol twijfel; haar blik was een blik vol woede. In dat moment was ze in al haar paniek boos op hem geweest. Ze wilde niet dat hij de deur zou openen, ze wilde dat hij haar zou helpen, haar hier uit zou krijgen. Ergens sprak haar rationele verstand nog dat ze helemaal niet wilde dat hij haar zou helpen. Hij zou opgepakt worden als hij haar zou helpen. Die gedachte leek echter ver weg. Haar ogen fonkelden van razernij.

Het SysteemWhere stories live. Discover now