Hoofdstuk 5

1.6K 129 63
                                    

DE TREIN

✦✦✦

Die ochtend, was een ochtend zoals geen andere.

Het was stil in haar cel. De zon had zich nog niet over de muren van Het Systeem heen kunnen werpen; door haar raam heen was slechts een sombere ochtendschemering te zien. Ze hoopte de zon vandaag nog te zien, maar het was de 29e dag van december en de zon zou zich nog wel even schuil houden. De tl-buizen zoemden zachtjes op de achtergrond. Haar tekeningen staarden haar aan.

Piper Newton zou over een paar uur te weten komen hoe het zou zijn om te sterven.

Het was eigenlijk best vreemd. Elk mens in de geschiedenis had het moeten doen, helemaal alleen, zonder te weten wat hen te wachten stond, en toch was het best eng. Ze wist niet of ze bang was voor het sterven of het idee van sterven; voor het einde van haar leven of hetgeen wat er mogelijk na zou komen - ze wist alleen dat het nog niet tot haar doorgedrongen was dat ze zou sterven. Ze kon het gewoon niet geloven. Het leek onmogelijk.

Ze zat op de rand van haar bed en speelde met de ring om haar vinger. Het was alsof iemand haar in de vrieskou had gezet; een verdoofd gevoel trok door haar ledematen, en toch leek alles in haar te beven. Haar vingers trilden, haar lippen ook en haar armen deden af en toe mee. Haar benen leken niet eens meer van haar te zijn. Angst was als een sluier die alles in haar had gedempt. Ze was zo bang dat ze niet eens paniek voelde; ze voelde slechts een koude leegte die elke seconde leek te groeien.

De ochtendomroep had zojuist geklonken.

Ze zouden hier over een paar minuten zijn.

Nervositeit krioelde door haar aderen. Het was alsof ze onder stroom stond; er was een constante, bruisende energie binnenin haar die al haar zenuwen liet tintelen. Haar adem stokte even in haar keel, vervolgens vonden haar longen hun weg naar zuurstof weer terug. Ze probeerde te denken aan die blauwe zee, ze probeerde haar gedachten af te leiden van wat zou komen, maar het beeld was slechts een schrille troost. Elke keer dat haar hart klopte, herinnerde ze zich dat ze nog steeds bestond - dat dat zometeen niet meer zo zou zijn.

Ze begroef haar hoofd in haar handen, haalde ze door haar haar. Ze wenste dat er een manier zou zijn om dit allemaal over te slaan - om gewoon opeens op het executieplatform te staan en door haar hoofd geschoten te worden. Deze laatste paar minuten waren de ergste minuten die ze ooit had meegemaakt. Binnenin haar vond een enorme strijd plaats tussen haar brein en haar hart; haar brein vertelde haar dat het zometeen voorbij zou zijn, haar hart wilde dat niet geloven. Haar hart hield hoop, haar brein wist dat er geen hoop meer was voor iemand die ter dood was veroordeeld. Ze stond op, ademde eenmaal diep in. Haar hart leek veranderd te zijn in een hamer.

Ze wilde niet dood, ze wilde niet dood, ze wilde niet dood, ze wilde niet dood, ze wilde niet-

Haar gedachten werden onderbroken door een zachte klik.

Ze waren hier.

Dat was ongeveer het moment waarop die sluier van angst om haar nek heen werd getrokken en haar keel dicht kneep. De paniek sloeg in als een bom; haar hart ontplofte en stootte de adrenaline opeens volop door haar aderen heen.

Vier man kwam haar cel binnen - allemaal bewakers; één van hen was Julio Moreira.

Piper had ondertussen een houding aangenomen als een prooi die op het punt stond om aangevallen te worden. Haar ogen stonden groot, haar lichaam was lichtelijk teruggetrokken. Een moment lang stonden ze zo tegenover elkaar - de groep bewakers en Piper. Een doodse stilte heerste. Piper meende dat ze haar hart haast konden horen bonken.

Het SysteemTahanan ng mga kuwento. Tumuklas ngayon