17

121 13 6
                                    

Toen ik wakker werd was het donker buiten. Mijn wond deed ineens een stuk minder pijn; het leek wel of iemand er een wondermiddel op gedaan had. Ik besloot te proberen om een stukje te lopen. Ik stond op uit mijn bed en voelde even een pijnscheut, maar die verdween meteen weer, alsof het een foutje was.

Ik pakte wat te drinken en ging naar buiten om de sterren te bezichtigen. Want die vond ik prachtig. Omdat ze overal hetzelfde waren. Je kon je eraan vasthouden.

Ik wilde het mezelf net gemakkelijk maken door in het gras te gaan zitten toen ik Hidde ook buiten naar de sterren zag staren. Ik liep naar hem toe en ging zachtjes naast hem zitten. Ik keek naar zijn gezicht. Je zag de sterrenhemel in zijn ogen weerkaatsen. Zijn ogen waren nu nog mooier. Hidde lag in het vochtige gras, wat hem niet leek te deren en mij overigens ook niet, en hij had zijn handen gevouwen op zijn borst. Hij keek nu op naar mij en blijkbaar drong het pas echt tot hem door dat ik naast hem zat. Hij fronste ineens zijn wenkbrauwen.
'Je bent hierheen gelopen?' vroeg hij verbaasd. Ik knikte trots.
'Deed het pijn?'
'Nee, niet echt.'
'Wist je dat ik hier was?'
'Ook niet.' Hij wendde zijn blik weer af en keek weer voor zich uit.
'Ze zijn nog altijd hetzelfde,' zei Hidde na een korte stilte. Ik wist precies waar hij het over had.
'Dat zullen ze altijd blijven,' antwoordde ik hem. De sterren. Ik ging nu ook liggen. Hidde zuchtte.

'Vroeger, als zorgeloos kind, keek ik ook wel eens naar de sterren. Ik had er nog geen idee van dat mijn toekomst ooit zo zou zijn geworden..' Ik keek hem aan en zag hem vanbinnen pijn lijden. Ik aaide over zijn arm om hem rustig te maken, ook al wist ik niet precies waar hij het over had. Wat had hij meegemaakt? Wat was hetgeen wat hem af en toe liet walgen van zichzelf? Hij pakte mijn hand en legde hem in die van hem, op zijn borst.
'Mijn vader werkte voor de president.' Ter plekje bevroor ik. Hidde's vader werkte voor mijn vijand.
'Ik kwam daar pas als tiener achter. Mijn pa wilde van mij hetzelfde maken als wat hij was. Een moordenaar. Door mij bij hem te laten werken. En weet je, het is hem gelukt... Ik heb een aantal jaar voor de president gewerkt. Ik dacht dat het de goede weg was. Tenminste, ik wist gewoon niet beter. Ik vermoordde dagelijks mensen, en mijn gevoel en medeleven waren compleet verdwenen. Ik kickte op moorden. Het voelde telkens weer als een overwinning, alsof ik de hele wereld aankon. Dit was vanaf mijn 11de. Wat ik niet wilde weten, maar toch in mijn achterhoofd wist, was dat ik eigenlijk gewoon maar één nummertje was, van de honderden.' Ik keek naar hem. Hij praatte niet graag over dit onderwerp. Het was ook niet niks.
'Toen een goede vriend van mij omkwam, op mijn 14de, ontdekte ik dat dit niet de beste manier was om te leven. De "hypnose" van mijn vader die hij op mij leek te gebruiken, begon uit te werken. Ik kreeg mijn eigen wil en vond een uitweg. Ik ben gevlucht, en toen ben ik hier terechtgekomen. Ik ben mezelf gaan trainen; dat heeft me heel erg goed gedaan. Het heeft hier dus twee kanten. Het is voor een goed doel, dat weet ik, maar ik zal te maken krijgen met de president en dat zal hard zijn. En mijn vader.. Voor zover ik weet leeft hij ook nog. Hij zal me haten. Nou ja, niet dat hij ooit van mij gehouden heeft. Mijn moeder heb ik nooit echt gekend. Toen ik nog heel jong was, was ze opeens verdwenen en ik weet nog steeds niet waarheen. Mijn vader wilde er nooit over praten, hij werd dan agressief.' Ik luisterde geïnteresseerd naar zijn verhaal. Ik had respect voor hem. Dat hij zo zachtaardig is, ondanks de manier waarop hij is opgevoed en opgegroeid. En het vreemde is, ik voelde precies dezelfde pijn in mij. Al kun je je pijn nooit met die van een ander vergelijken; mijn verleden leek op die van hem. Ik verstijfde toen ik eraan terug dacht. Dat gebeurde altijd. Ik kon er niet mee omgaan.
'Wat is er?'
Ik schudde mijn hoofd. 'Niks, dat vertel ik je later wel.'
'Vertel het me nu maar,' drong hij aan. Ik zuchtte. Na een korte stilte begon ik te praten.
'Jouw verhaal deed me aan mijn moeder denken. En daar probeer ik zo min mogelijk aan te denken,' zei ik. Ik vermeed de gedachten over haar altijd. Ze was vals.
'Op die manier verwerk je het niet,' zei Hidde. Ik wist dat hij gelijk had, ik wist altijd al dat ik het niet verwerkt had. Misschien moest daar verandering in komen. Ik zuchtte weer even en begon toen aan mijn verhaal.
'Bij mij was het eigenlijk omgekeerd als bij jou. Mijn moeder was vreselijk. Mijn vader was echt een lieve man, en ik mis hem zo.
Mijn moeder heeft mij jarenlang opgesloten. Ze hield me altijd binnen. Ze gaf me geen vrijheid, en ik heb me altijd een gevangene gevoeld in mijn eigen huis. Ze vertelde me dat de reden was dat de buitenwereld iets van me wilde. Ik snap nog steeds niet wat ze daarmee bedoelde.' Op het moment dat ik deze laatste woorden uitsprak werd het me ineens duidelijk. Het drong einelijk tot me door. Mijn ogen werden groter en ik merkte dat ik Hidde zijn hand aan het fijnknijpen was. Heel mijn theorieën die ik eerder bedacht had werden in één keer overhoop gegooid. Mijn hoofd, mijn gedachten waren een rotzooi geworden. Ik kreeg het even niet meer op een rijtje.
'Je weet het, hè?' zei Hidde. Ik knikte traag.
'Ze wist het...' kon ik eruit brengen. Ze wist het, wat ik kon. Mijn gave. Mijn eigen moeder sloot me op zodat ik er niks mee kon. Zo lang. Waarschijnlijk stond ze aan de kant van de president. Al die jaren heeft ze me opgesloten om iets in mij te verbergen wat er ooit toch wel uit zou komen! Ik kon het maar niet bevatten.

Hidde ging op zijn zij liggen en keek me aan.
'Vertel me eens over je vader, dan.' Ik glimlachte droevig bij de gedachte aan mijn vader.
'Mijn vader nam mij wel eens stiekem mee naar buiten. Dan hadden we altijd zo'n plezier. Hij was het duidelijk niet met mijn moeder eens, maar tegen mijn moeder kon je niks beginnen. Al begon je erover, kon je meteen dood zijn, volgens mij. Mijn vader zei soms tegen mij dat het hem speet en dat hij van me hield. En toen, op een willekeurige dag, overleed hij. Misschien heeft mijn moeder hem wel vermoord. Omdat hij mijn leven anders wilde hebben. Normaal.' Er stroomden tranen over mijn wangen. Ik keek Hidde aan en lachte verlegen door mijn tranen heen.
'Sorry,' zei ik. 'Ik had het inderdaad nog niet verwerkt.' Ik legde mijn hoofd op Hidde's borst. Hij sloeg meteen een arm om mijn middel en aaide liefkozend mijn haar, dat voor de verandering los zat.
'Het geeft niet. Je kan alles tegen mij zeggen, dat weet je toch?' Ik knikte.
'En jij tegen mij.' Ik verwachtte geen antwoord, maar die kwam toch.
'Ja,' zei hij. 'Dat weet ik.'

Yooo. Dat was 'm weer. Wat denken jullie ervan?
Ik heb een vraag, sorry dat ik het nu weer vraag, maar 't is even belangrijk, dus antwoord het vooral heel eerlijk:

Wat vinden jullie van Hidde? :)

Okayy, thanks voor het lezen! xxx

HauntedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu