5

258 27 0
                                    

Nadat we gegeten hadden, moesten we helaas weer verder. Er was al een hele poos niemand in onze buurt geweest. Zouden ze echt niet weten waar we waren? Of wachtten ze gewoon op een goed moment om ons aan te vallen? Als we sliepen misschien? Of als Hidde even weg was? Of ik? Ik wilde graag aan andere dingen denken, maar het lukte me niet. Heel dit gedoe nam mijn hele gedachtegang in beslag. We gingen even zitten.
'Hidde,'
'Ja?' Antwoordde hij rustig.
'Ik...' Ik stopte even en ademde diep in en uit, om vervolgens mijn zin af te maken. 'Ik ben bang,' durfde ik eruit te brengen. Dit was de zin die ik nog nooit in mijn hele leven uit mijn mond heb durven krijgen. Zou Hidde me nu uitlachen? Of me raar aankijken? Of zelfs weglopen?
Nee, hij deed heel wat anders. 'Ik ook,' was zijn antwoord. Verbaasd keek ik op.
'Echt?' vroeg ik verbaasd. 'Natuurlijk. Ik ben ook niet van steen. Kom.' Hij hield zijn arm open zodat ik tegen hem aan kon zitten. Ik deed het maar, wat moest ik anders doen. Ik legde mijn hoofd op zijn warme schouder en werd al snel rustiger. Ik wilde nu niet slapen, want we moesten zo weer verder. Ik kon dan beter niet duf zijn. Ik wilde het eigenlijk niet toegeven, maar het lag vertrouwd in Hidde zijn armen. Ik snoof subtiel zijn geur op. Toen ik, weer heel subtiel, naar zijn gezicht keek, zag ik dat zijn ogen dicht waren. Hij moest kapot zijn. Ik besloot om hem even te laten slapen en zelf wakker te blijven. Ik zat wel prima zo.

Er klonk gekraak van een tak in de buurt. Maar ik kon niemand zien. Was het iemand uit die groep van Hidde? Het gekraak van takjes en bladeren werd steeds luider. Ik kroop nog dichter tegen Hidde aan, die nog sliep. Wat moest ik doen? Ik werd doodsbang. Het geritsel was nu op zijn luidst. Zo ook het bonken van mijn hart. Mijn hand reikte naar mijn pijlen, en ik wilde bijna schieten op het moment dat er een onschuldig, slank hertje uit de bosjes gehuppeld kwam, die meteen weer wegvluchtte toen het mij zag. Ik kon mezelf wel voor mijn kop slaan door mijn angst, die nergens voor nodig was. Maar toch wist ik dat ik niks kon vertrouwen. Zelfs misschien Hidde niet. Maar ik gokte er maar op dat hij te vertrouwen was. Als dat niet zo was, zou mijn leven een leugen zijn. Hij lag inmiddels al een paar uur te slapen. Ik dommelde af en toe ook een beetje in, maar dat duurde telkens maar een paar minuten. Ik besloot Hidde maar wakker te maken, want, hoe stom het ook klonk, ik vertrouwde dat schattige hertje niet. Evenals alle bomen, de bosjes en elk korreltje grond. Elk plukje onkruid. Niks, maar dan ook helemaal niks, was meer te vertrouwen.

'Hidde?' Zei ik zachtjes. Hij schrok wakker. Zijn ogen schoten open en zijn spieren spanden zich direct aan. Hij keek om zich heen en ontspande zich toen weer weer wat meer. Wow, die had ik niet verwacht.
'Er is niks aan de hand,' zei ik vlug. Hij reageerde niet. Hij kneep zijn ogen dicht en veegde met de rug van zijn hand in zijn ogen.
'Ben jij wakker gebleven?' was het eerste wat hij zei.
'Ja,' antwoordde ik. 'Mooi. Is er nog wat gebeurd?'
'Nee. Behalve dat er een hertje uit de bosjes sprong,' zei ik. En ik had er meteen spijt van dat ik dat zei, want het sloeg natuurlijk nergens op. Daar dacht hij blijkbaar anders over.
'Laten we hier dan maar snel weg gaan.' Hij stond op en trok mij vervolgens omhoog. We pakten de spullen die we nog over hadden en liepen verder. De tocht leek oneindig. Terwijl dit pas de tweede dag was. De eerste nacht had ik niet echt meegekregen omdat ik sliep. Hidde had me toen blijkbaar gedragen. Deze nacht wilde ik wakker blijven.

HauntedWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu